Het troostende formaat van de doeken van Klára Hosnedlová
‘Het materiaal is een combinatie van wol en vlas dat tot een organisch, pokdalig geheel is gevilt. Landkaart- of niervormige doeken waarbij een mensenlichaam in het niet valt’, schrijft Maurits de Bruijn over de ervaring in het Berlijnse Hamburger Bahnhof omringd te zijn door de reusachtige doeken van Klára Hosnedlová. ‘Mijn vriend en ik staan aan de voet van zo’n doek, tussen de strengen die zich als fjorden over de vloer uitstrekken. En omdat ik zo lang omhoog tuur, vergeet ik soms even waar ik ben, dat ik een lichaam heb, dát ik ben.’
