

Waar is iedereen? – de zoektocht van een jonge schrijver
Wat vind je als je jezelf hebt gevonden? Juliana Könning schreef een vlammend essay over haar verlangen deel uit te maken van een groep: collectief schrijverschap en meerstemmigheid. ‘Het ‘vinden van jezelf’ is niet mijn queeste. Ik hou van taal, ik hou van schrijven. Toch ben ik niet op zoek naar mezelf, maar naar de ander. Passen, binnen een systeem of groep, was, en is, mijn grote wens.’


Ruimtereiziger met een bandrecorder – over het geluidswerk van Henri Chopin
Wanneer Linde Keja naar de poésie sonore van Henri Chopin (1922-2008) luistert, walgt ze af en toe. Maar Chopins elektronische verkenningen worden haar vertrouwd, want het zijn de geluiden van een lichaam, van mijn eigen lichaam of van een ander nabij menselijk of dierlijk lichaam. ‘Het raakt een verlangen, naar tast en warmte, adem op huid, geborgen zijn, slaap, seks.’ In dit essay beschrijft Keja hoe Chopins klankgedichten uiteindelijk haar blik, of gehoor, doen kantelen. ‘Ik vind zijn werk zo waardevol, omdat het me leert te luisteren naar mijn eigen lichaam zonder het meteen te hoeven begrijpen en zonder er bang voor te hoeven zijn.’

De grens tussen activisme en performance art: waarom musea en klimaatprotest geen tegenpolen zijn
Linda Selena Boos verbaast zich over de manier waarop musea reageren op de acties van klimaatactivisten die zich onder andere vastlijmen aan schilderijen van oude meesters. Hoe kan het dat musea, die in hun programmering zo de verbinding met de actualiteit pogen op te zoeken, enkel uit onbegrip reageren als deze actualiteit zich binnen hun muren manifesteert?

De schrijver als lichaam en het lichaam als schrijver – Hoe opnieuw te leren leven en schrijven met ziekte?
Ziekte is geen pose die je je kunt aanmeten, noch iets waar je afstand van kunt doen: dat is wat ziekte voor Moosje M Goosen definieert. Ziekte vraagt dan ook niet alleen om emancipatie in praktische opzicht maar ook om structurele veranderingen, zoals andere manieren van schrijven. Zo probeert Goosen schrijfvormen te introduceren die het gewicht van het lichaam mee laten wegen.

Warhols Monroe – de hele wereld verlangde naar een Marilyn die niet bestond
‘The things I want to show are mechanical. Machines have less problems. I’d like to be a machine, wouldn’t you?’ zei Andy Warhol. In dit essay duidt Hille Engelsma Marilyn Monroe’s verhouding tot roem en haar sexy imago aan de hand van Slavoj Žižeks filosofie over verlangen en Warhols zeefdrukkenseries waarin hij (delen van) Marilyn Monroe reproduceert en herhaalt.

Elf jaar gaat langzaam en snel – over het heropende Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen
Tijdens haar studie kunstgeschiedenis bezocht Helena Julian regelmatig het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen. ‘Je viel van de ene verbazing in de andere, maar er werd verwacht dat je het waarom van deze verbazing zelf wist te plaatsen.’ Nu keert ze terug om te zien wat er overblijft van die ervaring en of de ontwikkelingen die het afgelopen decennium in de (kunst)wereld hebben plaatsgevonden, een plek krijgen in het gerenoveerde museum.

Het ziekenhuis als museum van het leven – over verhalen en kunstwerken uit de wachtkamer
‘Ziek zijn betekent vooral veel en vaak in wachtkamers zitten,’ schrijft Mirthe Berentsen. ‘In ruimtes met folders over aanpassingen van levensstijlen en weekbladen met doorzonlevens. Ondanks de frisse en bemoedigende kleuren van de muren zijn het geladen en beladen ruimtes, waaruit je niet kunt ontsnappen.’ Maar gelukkig zijn veel ziekenhuizen de trotse eigenaars van uitzonderlijke kunstcollecties.

Sachertortes in een achtbaan
De art experience: menig kunstliefhebber haalt er de neus voor op, uiteraard zonder er ooit een voet binnen gezet te hebben. Daar brengt Ko van ’t Hek verandering in. Op een druilerige dinsdagochtend bezoekt hij Fabrique des Lumières. ‘De werken van Klimt (en tijdgenoten) schieten in achtbaantempo voorbij. Het gaat zo snel dat er geen tijd is om stil te staan bij wat je ziet. De werken verschijnen, niet zoals ze ooit op het doek verschenen, maar in vloeiende bewegingen en met andere powerpointesque effecten.’

De paraplu: echt niet zomaar een accessoire
In het werk van Hanne Hagenaars (schrijver en tentoonstellingsmaker) en Merel Bem (schrijver en kunsthistoricus) zijn de alledaagse beleving van beeldende kunst en de rol van kleding bij het vormen van identiteit onderwerpen die steeds terugkeren. Daarom schrijven ze voor Mister Motley tweemaandelijks over de relatie tussen kleding en kunst. Vandaag een ode van Merel Bem aan ‘de bewegende stip, de zwevende kwal, de vliegende schotel’, oftewel: de paraplu. Geen randvoorwerp, maar een statement.

Een recept voor ontscholen – Een bijwerking van het schoolsysteem
Ontscholen in een schoolsysteem, hoe doe je dat? Een vraag die kunstdocent Gina bezighield. De vraag nam ze mee de kunstles in, waardoor er een geheel nieuwe wereld voor haar openging: een tussenruimte voor en van leerlingen, normaliter verboden terrein voor docenten.

NFT’s uitgelegd: de hype, de toekomst en het grote geld
NFT’s openden de ogen van Ayrton van Noort voor de schoonheid van digitale kunst. Het medium opent nieuwe artistieke deuren: ‘Digitale- en internetkunst bevinden zich in een unieke positie. Ze kunnen snel reageren op sociale trends en vraagstukken, bieden inventieve manieren tot samenwerking met andere kunstenaars en het publiek.’

In overvloed – over mijn fascinatie voor vissen
Sytske van Koeveringe schildert al drie jaar lang portretten van vissen en ze verzamelt allerhande voorwerpen in de vorm van dit dier. In dit essay gaat ze op zoek naar de reden(en) achter haar hardnekkige fascinatie.

Een gemeenschap van parels – over twee Kasselse kerken
Tijdens Laure’s bezoek aan Kassel voor documenta fifteen maakten twee presentaties grote indruk op haar. Niet geheel ontoevallig vonden die beide plaats in een kerk. Deze kunstervaringen zorgden ervoor dat ze zich onderdeel voelde van een gemeenschap. En daardoor was ze niet langer slechts bezoeker, maar werd ze deelnemer.