Jorne Vriens

De wereld brengen naar wie haar niet zien kan – in gesprek met Hira Nabi

Interview
6 februari 2025

In het Stedelijk Museum Amsterdam zijn in de tentoonstelling Circulate werken te zien van 21 kunstenaars die het medium fotografie op diverse en vernieuwende manieren inzetten. Jorne Vriens interviewt voor Mister Motley komende maand 3 van deze makers. Als eerste spreekt hij met Hira Nabi: ‘Ik denk veel na over de samenstelling van licht en donker, over fotografie als de documentatie van tijd. Ik probeer het perspectief te veranderen, om zichtbaar te maken wat voorheen ongezien bleef.’

Een artikel uit 2020 in de Britse krant The Guardian beschrijft de werkdag van de destijds 24-jarige Pakistaanse Luqman Shakir. Deze mijnwerker daalt voor zonsopkomst af in de mijn, waar hij onder de meest benauwende omstandigheden steenkool delft. Als bovengronds de zon onder is komt hij boven en gaat van de ene duisternis naar de andere. Hij werkt zes dagen per week en kan op zijn enige vrije dag niet anders dan slapen. De onmenselijkheid van deze omstandigheden wordt in het artikel uitgelegd in één zin: Shakir heeft al bijna 10 jaar geen zonsondergang gezien.

Hira Nabi – Installatie-overzicht: Circulate – Fotografie Voorbij Kaders, Stedelijk Museum Amsterdam, 2024. Foto: Peter Tijhuis. Foto: kunstenaar en het Stedelijk Museum.

Dit artikel bewoog de in Lahore, Pakistan, geboren kunstenaar Hira Nabi tot het maken van een videowerk. Wie dit werk nu ziet in de tentoonstelling Circulate in het Stedelijk Museum Amsterdam heeft misschien niet meteen de associatie met de loodzware omstandigheden waarin de mijnwerkers onder grond zitten, want de tweeënhalf uur video laat een aaneenschakeling van zonsondergangen zien. Nabi filmde deze de afgelopen jaren op verschillende plekken. Of de zon nu zacht verdwijnt of onder een explosie van oranjerood wegzakt achter de horizon, hoe langer je blijft zitten hoe meer het besef ontstaat dat elke zonsondergang iets subliems heeft. Een zonsondergang lijkt misschien vanzelfsprekends. Voor niets gaat de zon immers op (en weer onder). Maar dat gaat niet op voor mijnwerkers zoals Shakir. Met de titel draagt Nabi deze verzameling ondergangen die hij heeft moeten missen aan hem op: Sunsets for S.

Ik vraag Hira Nabi naar de afwezigheid van de mijnwerker in Sunsets for S. Want er is iets ondraaglijks aan het kijken naar deze zonsondergangen met het besef dat hij die niet kan zien. Maakt ons dat medeplichtig? ‘Een zonsondergang bekijken is iets universeels,’ vertelt ze. ‘Iets dat voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Maar de arbeidsomstandigheden beroven de mijnwerker van deze ervaring.’ De onmogelijkheid van het zien van een zonsondergang is in dit geval een symbool van algehele ontmenselijking en vervreemding van de rest van de wereld.

Hira Nabi – Still, Sunsets for S, 2024. Foto: kunstenaar.

De vraag naar medeplichtigheid is actueel volgens Nabi. Ze wijst op de recente energiecrisis in Europa, veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne. ‘Plotseling ging alle aandacht uit naar de consument die zijn energierekening niet meer kon betalen,’ zegt ze. ‘Er werd geschreven en gesproken over mensen die in de kou zaten. In al die verhalen over het lijden van de Europese consument, werden mijnwerkers of andere arbeiders niet genoemd.’ Terwijl de toegenomen vraag naar brandstoffen, die het Russisch gas moest vervangen, zorgde voor een grotere werklast.

Het is een pijnlijke paradox: bij ons is energie vooral een abstractie – een getal op de meter, een bedrag op een rekening – die er hoogstens voor zorgt dat we een extra trui moeten aantrekken, maar heeft elders heel concrete, schadelijke gevolgen voor mijnwerkers. ‘Om ons leven comfortabeler te maken, verkorten we levens elders,’ stelt Nabi.

Een van de curatoren van tentoonstelling wees Nabi op de omkering van de etnografische blik in haar werk: ‘Hij vond het interessant dat ik, in plaats van naar de mijn te gaan om daar een mijnwerker als S. te filmen, de wereld filmde om die naar hem te brengen, in plaats van hem als onderwerp voor te schotelen aan een publiek.’ Waar traditionele etnografische documentaires vaak individuen portretteren voor een westers publiek, draait Nabi deze dynamiek om. Door de zonsondergangen te filmen die S. niet kan zien, verschuift de aandacht van het individuele verhaal naar de systemische ongelijkheid die bepaalt wie toegang heeft tot daglicht.

Als kunstenaar probeert Nabi systemen en verhalen zichtbaar te maken die anders onopgemerkt zouden blijven. Dit engagement is niet alleen zichtbaar in Sunsets for S, maar ook bij een andere interventie in dezelfde zaal. In een hoek staat een tv-scherm met koptelefoons, en aan de muur hangt een QR-code die na het scannen ervan leidt naar een uitgebreide kijklijst, samengesteld door de Learning Palestine Group. Met deze verzameling YouTube-videos over de historische onderdrukking van de Palestijnen wil de groep tegenwicht aan de veelal halfslachtige berichtgeving over wat Amnesty International onomfloerst de door Israël gepleegde genocide in Gaza noemt. 

Opvallend is dat op de zaaltekst tot twee keer toe is vermeld dat deze presentatie ‘op uitnodiging van Hira Nabi’ is toegevoegd – een formulering die nuchter bekeken vooral benadrukt dat het museum zelf niet koos voor deze interventie. Hoewel Nabi vertelt dat haar voorstel voor deze toevoeging zonder problemen werd geaccepteerd, is deze ervaring tekenend voor haar groeiende scepsis ten aanzien van culturele instellingen. ‘Musea positioneren zichzelf als neutrale ruimtes,’ zegt ze, ‘maar die neutraliteit is een politieke keuze. Als kunstenaar moet je volgens mij de ruimte die je krijgt, gebruiken om andere stemmen te laten klinken.’

Hira Nabi – Still, Sunsets for S, 2024. Foto: kunstenaar.

De reactie van culturele instellingen op internationale conflicten laat een opvallend contrast zien. Waar musea en kunstinstellingen breed steun betuigden na de Russische inval in Oekraïne, blijft het nu, ondanks de weerzinwekkende hoeveelheid burgerslachtoffers in Gaza, grotendeels stil. Enkele Nederlandse instellingen, waaronder Framer Framed, BAK, W139 en het Van Abbemuseum, hebben zich wél uitgesproken in solidariteit met Palestina. ‘Het is bizar dat een oproep tot een staakt-het-vuren als iets radicaals wordt gezien in deze tijd,’ zegt Nabi, ‘terwijl het in feite de meest basale en meest menselijke eis is ten tijde van een gewapend conflict.’

Nabi ziet een pijnlijke parallel tussen dit conservatisme van veel moderne kunstinstellingen en de situatie van de mijnwerkers: ‘Door de afstand bereikt alles wat boven de grond plaatsvindt, de mijnwerkers uiteindelijk wel, maar altijd met vertraging.’ Ze vervolgt: ‘Ik moest denken aan die afstand en die vertraging toen ik zag hoe het Stedelijk reageerde, of eigenlijk niet reageerde, op deze genocide die in real-time plaatsvindt. Daarom wilde ik deze twee gebeurtenissen met elkaar verbinden.’

Als voorbeeld van institutionele terughoudendheid beschrijft Nabi een eerdere ervaring tijdens een solotentoonstelling die ze had in FOAM. Die tentoonstelling liep al toen er vanaf 7 oktober 2023 in Israël en Palestina een uitbarsting van geweld plaatsvond. Nabi besloot haar eigen tentoonstelling te gebruiken als platform voor protest. Wat begon met stickers met teksten als ‘Free Palestine’ en ‘Ceasefire now’, werd later een een spandoek over feministische solidariteit met Palestina, Sudan en Congo. Toen FOAM het spandoek verwijderde, gaf het museum aan dat kunstenaarsinterventies met een politieke inhoud werden getolereerd maar na 48 uur zouden worden weggehaald – een regel die, zo bleek later, speciaal voor deze situatie was verzonnen. Nabi besloot het spel volgens die regel mee te spelen: tot het einde van haar tentoonstelling op 26 november van dat jaar fietste ze elke twee dagen naar het museum om een nieuwe interventie te plaatsen. Deze ervaringen brengt haar nu tot een fundamenteel inzicht: ‘Misschien waren kunstinstellingen nooit bedoeld om kunstenaars te dienen. Het is wellicht verkeerd om daar onze hoop op te vestigen. We moeten terug naar andere vormen van organisatie, naar collectieve ruimtes.’

Hira Nabi – Still, Sunsets for S, 2024. Foto: kunstenaar.

Deze zoektocht naar andere manieren van kijken en organiseren blijkt niet alleen uit haar institutionele kritiek, maar ook uit haar dagelijkse observaties. Tijdens ons gesprek per videoverbinding onderbreekt ze zichzelf om me te wijzen op haar uitzicht. ‘Ik kijk nu naar deze fantastische dennenboom aan de andere kant van het raam,’ zegt ze, ‘en ik ben me zeer bewust van deze boom in de zin dat we een leefomgeving delen.’ Het is een observatie die haar kunstenaarschap typeert: ‘Het is een mooie boom, maar om te denken dat dit levend wezen alleen in esthetische zin mooi is, voelt voor mij als een reductionistische opvatting. Ik wil dingen, planten, plekken en mensen op een meer volwaardige manier zien.’

Deze benadering is bijvoorbeeld zichtbaar in haar doorlopende project How to Love a Tree. Het werk ontstond tijdens de pandemie, toen ze de stad verruilde voor de bossen. Daar las ze Roland Barthes’ A Lover’s Discourse, waarin wachten en verlangen worden beschreven als een van de fundamentele aspecten van de liefde. ‘Er waren meer bomen om me heen dan mensen,’ vertelt ze, ‘en ik begon na te denken over overleving en zorg.’ In die periode van gedwongen verstilling leerde ze hoe bomen elkaar ondersteunen en met elkaar communiceren. ‘Op zoveel manieren is dat genereuzer dan hoe mensen voor elkaar zorgen en elkaar liefhebben – of in de steek laten’, merkt ze op. Deze observatie heeft nog meer betekenis in het licht van onze door technologie versnelde levens, waarin we meer dan ooit haast hebben. Nu Amazon of bol.com next-day delivery beloven en we constant online zijn, vraagt Nabi’s werk om een radicale vertraging. How to Love a Tree nodigt uit om onze aandacht af te stemmen op wat zij ‘bostijd’ noemt – waarin de trage groei van bomen, de seizoensgebonden bloei van bloemen en het kortstondige leven van paddenstoelen elkaar ontmoeten. Het is misschien ook waarom haar video Sunsets for S. met een duur van tweeënhalf uur niet bedoeld is om ‘geconsumeerd’ te worden, maar vraagt om een andere vorm van kijken: één die zich onttrekt aan de logica van efficiëntie en snelle behoeftebevrediging.

Hira Nabi – Installatie-overzicht: Open Studios, Jan van Eyck Academie, Maastricht, 2022. Foto: Romy Finke. Foto: kunstenaar.

‘Mijn werk draait om beelden, voornamelijk bewegend beeld,’ vertelt Nabi. ‘Maar ik maak ook cyanotypes, een vroege fotografische techniek die afhankelijk is van ultravioletlicht, donkerte en chemische reacties. Ik denk veel na over de samenstelling van licht en donker, over fotografie als de documentatie van tijd. Ik probeer het perspectief te veranderen, om zichtbaar te maken wat voorheen ongezien bleef.’

Het geven van een stem aan niet-menselijke entiteiten is een terugkerende strategie in Nabi’s werk. Met de film All That Perishes at the Edge of Land (2019) onderzoekt ze de scheepsloopindustrie in Gadani, Pakistan vanuit onconventioneel perspectief. In plaats van een traditionele documentaire benadering, kiest Nabi ervoor om een afgedankt schip, in dit geval de Ocean Master, een stem te geven. Dit leidt tot een dialoog tussen het schip en de arbeiders die het vaartuig ontmantelen. Deze keuze kwam voort uit haar zoektocht om de complexiteit van de situatie te vatten: ‘Ik wilde een manier vinden om over deze vernietiging te spreken waarbij niet alleen het menselijke perspectief centraal staat, maar waar een dialoog kan ontstaat tussen alle dingen en wezens die geraakt worden door het slopen van schepen.’ In de video vertelt het schip bijvoorbeeld over de vissen die zijn verdwenen door vervuiling en over vissers die niet meer kunnen vissen. Het is een aanpak die de relatie tussen arbeiders en schip bevraagt: ‘Als de arbeiders en het schip met elkaar konden praten, hoe zou dat gesprek er dan uitzien?’ Ze bevinden zich beide in een onwenselijke situatie: werken voor weinig onder zware omstandigheden en, in het geval van het schip, gesloopt worden en daarmee de omgeving zwaar vervuilen. Door deze strategie maakt Nabi de verwevenheid zichtbaar tussen menselijke en niet-menselijke werelden.

Hira Nabi – Installatie-overzicht: How to love a tree: Wild Encounters, FOAM, Amsterdam, 2023. Foto: Christian van der Kooy.
Hira Nabi – Installatie-overzicht: (Un)monumenting: The Future Should Always Be Better, NDSM, Amsterdam, 2023. Foto: Gert Jan van Rooij.

In haar werk ontstaat een complexe wisselwerking tussen schoonheid en sloop. Enkele van de meest dramatische kleuren van een zonsondergang blijken bijvoorbeeld te ontstaan wanneer de lucht vervuild is door smog. Deze spanning weigert Nabi op te lossen. In plaats daarvan nodigt ze uit om te verbeelden waar schoonheid en geweld elkaar raken. Door die verbeelding ontstaan mogelijkheden voor een nieuwe vorm van kijken en begrijpen – één die erkent dat we deel uitmaken van een groter geheel, ook als dat betekent dat we medeplichtig zijn aan de destructie ervan. ‘Ik denk dat we een gezamenlijke plicht hebben om tussen al die perspectieven de waarheid te zoeken, en om schoonheid te vinden en vervolgens te delen in een wereld die verder lelijk is.’

Hira Nabi – Installatie-overzicht: (Un)monumenting: The Future Should Always Be Better, NDSM, Amsterdam, 2023. Foto: Gert Jan van Rooij.

De tentoonstelling Circulate is nog tot en met 23 maart 2025 te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam. Meer informatie over de tentoonstelling is hier te lezen.

Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaagse kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later