Alex de Vries

‘Ik wil iets maken dat nog niet bestaat’ – op atelierbezoek bij Caro Bensca

Interview
12 september 2025

Alex de Vries ging op atelierbezoek bij Caro Bensca.‘Het zijn de garens van mijn moeder die mij op het spoor hebben gezet van de kunst. Ik wil iets maken dat nog niet bestaat, iets doen dat nog niet is gezien. Sinds zeven jaar werk ik drieënhalve dag per week voor de Stichting Beeldende Kunst aan de KNSM-laan in Amsterdam. De SBK bestaat zeventig jaar en heeft een depot zo groot als een voetbalveld met dertigduizend kunstwerken. De kunst is een collectief geheugen. We doen het met z’n allen. De verdienste van de kunst is het behoud van het vrije denken. ’t Hoeft niemand te interesseren, maar in je verbeelding mag alles.’

Hoe Astrid Bensch Caro Bensca werd, zou de titel van haar biografie kunnen zijn. Haar kunstenaarschap is een overwinning op zichzelf en haar afkomst. Caro Bensca (Ahlen, 1964) groeide met haar broer op in een kolenstadje in het Duitse Münsterland. Haar vader werkte als technisch medewerker in een fabriek voor kantoormeubelen en haar moeder was naaister. Het venster waardoor haar ouders naar de wereld keken werd mede bepaald door de sensationele berichtgeving in de Bild Zeitung, waar de grote koppen en onthullende foto’s hun verbazing en verontwaardiging wekten. Een bericht over een schoonmaker die per ongeluk de sculpturale Vethoek van Joseph Beuys verwijderde, ontlokte haar vader de kreet ‘Was ‘ne Scheisse. So ein Charlatan.’ Reden genoeg voor de jonge Caro Bensca om Beuys als held te beschouwen.

Caro Bensca – Midsummer night 5 x 5 x 5 m installatie, brons, 2 componenten primer, textiele vlaggetjes , papieren lampionnen en koffer van mijn grootvader, mixed media.
Caro Bensca – Midsummer night 5 x 5 x 5 m installatie, brons, 2 componenten primer, textiele vlaggetjes , papieren lampionnen en koffer van mijn grootvader, mixed media.

‘Waar gaat dit over? Dat vroeg ik me vol verbazing af. Ik wist namelijk in mijn jeugd niets van beeldende kunst. Doordat mijn vader in de meubelindustrie waardering had voor kwaliteit en schoonheid had ik wel oog voor goed ontwerp, maar ik kwam nooit in musea voor hedendaagse kunst. De confronterende kennismaking met het werk van Joseph Beuys was voor mij een openbaring. Ik heb later het werk Shaking hands with Joseph gemaakt. En mijn kunstmoeder werd Niki de Saint Phalle die op mij grote indruk maakte met een versie van haar bekende vrouwenbeeld Nana van 27 meter die je via haar vagina kon betreden en dat een schandaal veroorzaakte.’

De wereld van de verbeelding opende zich schoksgewijs. Thuis werd er niet over wezenlijke zaken gesproken. Haar vader was op het eind van de Tweede Wereldoorlog op zijn zestiende nog naar het front in Polen gestuurd en had vier jaar als krijgsgevangene in Siberië opgesloten gezeten, maar heeft daar nooit iets over kunnen zeggen. In zijn vrije tijd maakte hij foto’s van zijn gezin, meestal in de vakanties tijdens bergwandelingen door de Alpen. Zijn droom om piloot of fotograaf te worden heeft hij nooit kunnen verwezenlijken. Zijn dochter vond zijn eerste, oude camera in een kast. Ze begon te fotograferen en bouwde de badkamer om tot doka.

Caro Bensca – Das Brot der Welt, 42 x 48 x 48 cm, Brood, diverse Wereldmunten van achttiende-eeuws tot heden uit erfenis, 2 componenten primer en lakverf, zeventiende-eeuwse portemonnee.

‘Mijn eerste schilderijtje maakte ik toen ik vijftien was, een stilleven met twee haasjes die er vanaf de zijkant inkijken, een beeld dat ik had afgekeken van Caspar David Friedrich. Ik was een wildebras en thuis moeilijk te handhaven en ging op mijn zestiende al het huis uit om een opleiding tot tandtechnicus te volgen waar ik op mijn negentiende mee klaar was. Dat kan toch niet het leven zijn, dacht ik bij mezelf. Nadat ik mijn opleiding tot tandtechnicus had voltooid heb ik mijn vakdiploma kunst en cultuur gehaald waarmee ik toelating kon doen tot een HBO-kunstopleiding. Op een feestje hoorde ik van iemand dat er vlak over de grens in Nederland een kunstacademie was en daar heb ik in 1987 toelating gedaan. Dat was de AKI met Sipke Huismans als directeur. Ik zie nog de rode deuren voor me aan de Roessinghsbleekweg die voor me opengingen. Daar was het paradijs.’

Caro Bensca – Chinese summer, keramiek, brons.
Caro Bensca – Landschap I, 60 x 55 x 40 cm, brons, 2 componenten primer.
Caro Bensca – De Reizigers, 75 x 70 x 45 cm, brons, glas, zilver, halfedelstenen.

Ze veranderde haar voornaam in Caro, geïnspireerd door het merk surrogaatkoffie dat ze in haar jonge jaren altijd dronk. Haar achternaam Bensch werd door de schooladministratie verkeerd gespeld als Bensca, en zo werd haar kunstenaarsnaam Caro Bensca een nieuwe werkelijkheid.

‘Ik was veel in de bibliotheek te vinden en was geïnteresseerd in Dada en Bauhaus, hield van het werk van Jospeh Cornell en Kurt Schwitters, van de praktijk van het Gesamtkunstwerk, uit verschillende media samengesteld werk. Lezingen van Jacqueline Hogeveen en Nan Hoover over mixed media maakten grote indruk op mij. Een openbaring was de ontdekking dat naast de vorm van het beeld er een ideematige benadering was zoals geformuleerd door de conceptuele kunstenaar Joseph Kosuth met zijn werk One and three chairs: een stoel, de foto van een stoel en de beschrijving van een stoel. Beeldhouwer Hans Hovy was een belangrijke docent voor me. Hij liet me al in het vierde jaar van de vijfjarige opleiding afstuderen, wat ik achteraf wel heb betreurd. Ik denk dat een vijfde jaar onder zijn begeleiding me goed zou hebben gedaan. Er zat meer in dan ik er heb uitgehaald. Ik had ook nog een tussenjaar in Brighton als uitwisselingsstudent gedaan waar ik leerde over mijn werk te praten wat daar een vast onderdeel van het curriculum was en dat in Enschede niet op die manier bestond. Ook dat is part of the game en ik heb er veel aan gehad, zeker toen ik later zelf les ging geven aan de academies in onder meer Utrecht en Enschede.’

Caro Bensca – LOVE, 14 x 9 x 5 cm, zilver.
Caro Bensca – Peace Walker, 60 x 45 x 35 cm, aluminiumplaat, verf, steen, textiel.

Na de AKI meldde Caro Bensca zich aan bij De Ateliers in Amsterdam, maar tijdens de toelating werd ze overvallen door een black out. Daar had ze geen last van bij de toelating aan de Rijksakademie waar ze zich van 1991 tot 1993 verder zou ontwikkelen begeleid en geïnspireerd door kunstenaars als Ansuya Blom, Pieter Laurens Mol, Thom Puckey en JCJ Vanderheyden. Gijs Assmann, Esther Jiskoot en Yvonne Dröge Wendel waren jaargenoten. Ze was toegelaten tot de afdeling fotografie met onder andere ruimtelijke performances waarbij ze optrad als cheerleader voor haar eigen werk. Na verloop van tijd concentreerde ze zich weer op het maken van sculpturen en liet zich inspireren door kunstenaars als Ferdi (Tajiri-Jansen), Louise Bourgeois en Kiki Smith, echt power-vrouwen in de door mannen gedomineerde kunstwereld.

‘Hoe enerverend ook, toch kon ik op de Rijksakademie niet goed mijn swing vinden. Ik had last van mezelf. Door neuro-diversiteit ben ik nogal chaotisch. Het was voor mij niet makkelijk om er iets uit te halen. Wel kreeg ik in 1994 via Theo Tegelaers mijn eerste solotentoonstelling in W139. Geweldig vond ik dat! Alle sculpturen zweefden in de ruimte. Er waren geen sokkels. Riekje Swart die toen eigenlijk net was gestopt met haar galerie, kwam kijken en heeft toen toch nog een tentoonstelling met mij gemaakt. Door haar oprechte belangstelling voelde ik me erkend. Een gestage productie heb ik nooit kunnen ontwikkelen, maar ook al maak ik maar een werk per jaar, ik blijf beeldend kunstenaar. Ik heb twee kinderen gekregen en tijdens mijn zwangerschappen ben ik telkens negen maanden totaal overprikkeld, misselijk en futloos geweest. Dat was voor mezelf maar ook voor mijn partner en mijn omgeving niet aangenaam. Ik heb na de scheiding mijn kinderen opgevoed in goed co-ouderschap. 

Ik werk veel met al gebruikte materialen vanuit ideeën die niks kosten. Mijn drijfveer bestaat uit mijn gevoel en het geloof in mezelf tijdens het creatieve proces. Het gaat erom hoe ingenieus ik kan zijn met het materiaal dat ik als communicator de wereld instuur. Geesteswetenschappen en spiritualiteit zijn bepalend voor mijn filosofie over hoe ik naar de mensheid, het leven en mezelf kijk. De antroposofie van Rudolf Steiner, de kleurenleer van Goethe, Die Alchimistische Hochzeit van Christiane Rosenkranz en het gedachtegoed van Eckhart Tolle bijvoorbeeld zijn voor mij leidend in mijn benadering van mijn kunstenaarschap dat voor mij altijd betrekking heeft op het wonder van het leven.’

Caro Bensca – Sculpture night, 5 x 5 x 5 m, performance, textiel, mixed media.

Al twintig jaar werkt Caro Bensca in een van de meest eigenaardige ateliers die ik ooit heb gezien. Het is een ruimte van zo’n anderhalve meter diep, vier meter lang en vijf meter hoog op de eerste verdieping aan de voorkant van een oud schoolgebouw in Amsterdam-Oost waar ook kunstenaars als Mirjam de Zeeuw, Merijn Bolink en Jan van der Ploeg ateliers hebben. De smalle, hoge, krappe werkruimte van Caro Bensca is een vertrek waar wellicht ooit een conciërge zich ophield. Toch past dit atelier haar goed. Het is een ruimte waar je uit moet barsten. Ze maakt zich waar met beelden die geen voor- en achterkant hebben en die vanuit alle gezichtspunten kunnen worden benaderd. Op een hoge tafel staat een beeld van een stenen rots met daarop een landschappelijk plateau, met een verzilverd en verguld hek, een boom en een dier in de vorm van een stokpoppetje met schoentjes aan die door middel van scharniertjes ten opzichte van elkaar kunnen bewegen. Alle onderdelen van deze ingenieuze sculptuur kunnen ten opzichte van elkaar een veranderende positie innemen waardoor het beeld zich voordoet als een innerlijke tegenstrijdigheid. De maatvoering is bepalend voor haar werk. Hoewel Caro Bensca tijdens haar loopbaan enkele grote werken in de openbare ruimte heeft gemaakt, zijn de beelden in haar werkruimte in hun omvang beperkt, maar eigenaardig genoeg in hun innerlijke verhoudingen weer immens, zoals een kleine hand die een zaadje toont dat op het punt van ontkiemen staat, of twee zilveren handjes die een aantal losse gekleurde garens tegen een achtergrond van transparante tule vasthouden waaraan een naainaald als het gewicht van een klok is bevestigd. Dit fragiele evenwicht, verbeeld met losse, gekleurde draadjes uit de nalatenschap van haar moeder, voert terug op haar jeugd. 

‘Het zijn de garens van mijn moeder die mij op het spoor hebben gezet van de kunst. Ik wil iets maken dat nog niet bestaat, iets doen dat nog niet is gezien. Sinds zeven jaar werk ik drieënhalve dag per week voor de Stichting Beeldende Kunst aan de KNSM-laan in Amsterdam. De SBK bestaat zeventig jaar en heeft een depot zo groot als een voetbalveld met dertigduizend kunstwerken. De kunst is een collectief geheugen. We doen het met z’n allen. De verdienste van de kunst is het behoud van het vrije denken. ’t Hoeft niemand te interesseren, maar in je verbeelding mag alles.’

Caro Bensca – Lady Solid, 170 x 170, 40 cm, brons, weerbestendige autolak, water, Japanse kersenbloesem bomen, gras, narcissen, rood asfalt.

Om die uitspraak toe te lichten vertelt Caro Bensca over haar sculptuur Lady Solid uit 1997 aan de Amstelveenseweg in de tuin van het Waterpompstation van Amsterdam-Zuid. Het is een watersculptuur van een jonge vrouw van wie het uiterlijk is gebaseerd op uiteenlopende culturele en etnische achtergronden. Ze heeft haar blote armen gespreid en vangt zo het leven en is tegelijkertijd open en ontvankelijk. Uit de brede pijpen van haar broek stroomt het water langs haar kuiten naar een put waar het wordt opgevangen en terug wordt geleid naar het beeld in een eindeloze stroom. Oorspronkelijk werd het beeld ontworpen voor het Krugerplein in Amsterdam-Oost. Maar omwonenden zagen er een plassende vrouw in en vonden dat aanstootgevend en kozen voor een sculptuur van Peer Veneman. Tijdens een diner wees Hedy d’Ancona de directie van het Waterpompstation op het bestaan van Lady Solid en die kocht het aan. Het beeld staat op particuliere grond, maar is door een hek wel vanaf de openbare weg te zien. We bestaan uit stof en water. It’s the circle of life.

Caro Bensca – The artist, 175 x 50x 50 cm, Textiel, meer dan 20 jaar gedragen jas, metaal.
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht