Alex de Vries

‘In iedere splinter zie ik een beeld’ – op atelierbezoek bij Wim Vonk

Interview
13 januari 2025

Als het kunstenaarschap van Wim Vonk iets niet is dan is het wel theorie. Hoewel hij eindeloos over zijn werk kan vertellen is in feite niets van tevoren bedacht, maar altijd ter plekke aangetroffen en gemaakt. Zijn werkplaats is dan ook eerder een garage dan een studio, eerder een opslagruimte dan een studeerkamer. Alex de Vries bezocht die garage en sprak Wim Vonk over zijn kunstenaarschap.

Aan vuur gaat een vonk vooraf. Wim Vonk (Amsterdam, 1950) is een wakkere vlam die zijn kunst brandend houdt. Als zoon van een opperman/stukadoor uit de Amsterdamse Spaarndammerbuurt weet hij hoe je met ongebluste kalk om moet gaan, hoe je er verontreinigingen mee kunt verwijderen en hoe je er een bruikbaar bouwmateriaal van kunt maken. In dat opzicht is niets veilig voor Wim Vonk. Alles is van zijn gading en hij geeft het beeldend betekenis. Zijn kunst is een tondeldoos. Door dingen samen te voegen blaast hij ze leven in.

Wim Vonk sprokkelt in zijn leven van alles bij elkaar en wat hij vindt verbindt hij dusdanig met elkaar dat een onverwacht verband ontstaat dat de dingen onderling ten opzichte van elkaar een nieuwe functie geeft. In zijn werkplaats in een loods bij een boerderij in de polder bij Abcoude heeft hij een vracht aan vreemde voorwerpen verzameld die hoog opgetast tot aan de zoldering reiken. De door hem gekoesterde materialen vormen een Merzbau-achtige constructie die elk moment in elkaar kan storten, maar die vooralsnog een beeldende opvatting schragen die een allesomvattende praktijk overeind houdt.

Als het kunstenaarschap van Wim Vonk iets niet is dan is het wel theorie. Hoewel hij eindeloos over zijn werk kan vertellen is in feite niets van tevoren bedacht, maar altijd ter plekke aangetroffen en gemaakt. Zijn werkplaats is dan ook eerder een garage dan een studio, eerder een opslagruimte dan een studeerkamer. Wim Vonk is een kunstenaar die iets maakt, zonder het te bedenken. Het is niet denkbeeldig, maar – hoe onwerkelijk ook – tastbaar en bruikbaar in een doelmatigheid.
Als ik hem in Abcoude bezoek is het eerste wat opvalt in de grote loods een bak die in het midden van de ruimte steeds een druppel uit een lek in het bovenlicht in het dak opvangt op deze regenachtige dag. De opeenvolgende druppels die van grote hoogte neervallen klinken in hun regelmaat als een metronoom die door John Cage is neergezet om de tijd als een ritme op te vatten.

Ontroerwoud, vloer dweilen in Ontroerwoud, installatie in atelier Oude Niedorp, 2018-2022

Wim Vonk was 16 toen hij de driejarige ULO afrondde en niet wist wat hij moest doen. Hij werkte een week in een suikerfabriek en wist toen zeker dat hij geen fabrieksarbeider kon zijn. ‘Wat gaan we doen?’, vroeg zijn vader. ‘Ik wil wel naar een tekenschool,’ zei Wim. Hij meldde zich aan bij de Gerrit Rietveld Academie maar was te laat om toegelaten te worden tot de dagopleiding, dus ging hij naar de avondopleiding. Daar was hij veruit de jongste, want zijn jaargenoten waren oudere studenten die veelal overdag werkten en probeerden via de avondopleiding alsnog kunstenaar te worden.

‘Op mijn tiende was ons gezin naar Australië geëmigreerd waar we ons in een opvanglocatie moesten zien te redden. Er was weinig voor ons beschikbaar en daar ben ik een beetje ontspoord geraakt. We woonden in golfplaten behuizing en we aten uit een gaarkeuken. Er was wel een schooltje maar daar golden nog de Engelse lijfstraffen en daarom ging ik er al snel niet meer heen en zwierf ik wat rond. Het Australië-avontuur mislukte en na twee jaar keerden we terug naar Nederland en gingen we in Osdorp wonen. Ik was twaalf jaar en had op school een grote achterstand. Het enige wat ik had was mijn tekentalent. Mijn ouders gingen nooit naar het museum, maar ik ging zelf naar het Stedelijk om daar schilderijen van Van Gogh na te tekenen. In de zesde klas van de lagere school gingen we naar het Rijksmuseum en naar het Concertgebouw en de Stadsschouwburg waar ik de Gijsbrecht van Aemstel van Vondel zag. Daar heb ik een tekening van gemaakt. Je zou kunnen zeggen dat ik van nature kunstenaar ben. Ook heb ik altijd dingen verzameld. Dat begon op mijn zevende toen ik ijslollystokjes bewaarde en op kleur sorteerde, met een eindeloos geduld. Ik raap dingen op van straat en maak er een eigen wereld van.
Ik leerde door te tekenen, door te visualiseren wat ik bedenk. Ik heb dus altijd veel getekend, maar eenmaal op de Rietveld Academie begreep ik als vrijwel ongeschoolde jongen van zestien de taal van de kunstacademie niet, maar het was wel de eerste school waar ik met plezier naartoe ging en waar ik mezelf terugvond. Wat dat betreft trok ik op met jaargenoot Klaas Hoek. Ik weet nog dat we samen in Londen waren en in het appartement van Jan Cremer mochten logeren. Ik dacht: zo wil ik ook leven.’

Naar Rembrandt, Het aangezicht van Amsterdam met horizonvervuiling. Ca. 1640/1970, 20 x 30 cm.
Saffraantekening met detail, saffraanpoeder, krijt en fineliner, 2009, 150 x 180 cm

Wim Vonk overkwam tijdens zijn eerste studiejaar letterlijk een geluk bij een ongeluk. Hij kwam ten val met zijn brommer en brak zijn been op twee plaatsen. Tijdens de herstelperiode las hij alles wat los en vast zat over beeldende kunst en filosofie en haalde zo zijn kennisachterstand in. In het tweede jaar kreeg hij een conflict met een van zijn docenten en via de directeur van de avondopleiding, de schrijver Jan Willem Holsbergen, vertrok hij voor een jaar naar Stockholm om te studeren aan de Kungl. Konsthögskolan – de Koninklijke Kunstacademie. Op zijn 22ste rondde hij zijn studie aan de Rietveldacademie af. In 1972 volgde hij een interne opleiding tot geluidstechnicus van de NOS in Hilversum waar zijn fascinatie voor geluid en klank is ontstaan.
‘De opleiding in Zweden gaf me de inhoudelijke verdieping die ik zo nodig had en een internationale kijk op de kunst omdat er zoveel studenten uit het buitenland kwamen. De Grafiekafdeling van de Academie was gelieerd aan het Moderna Museet waardoor ik dagelijks in aanraking kwam met het beste in de hedendaagse kunst, zoals het fantastische dubbelportret van Francis Bacon dat daar prominent op zaal hing.
Weer terug op de Rietveldacademie hield ik me vooral bezig met tekenen en grafiek, want ik was dan theoretisch misschien niet zo goed onderlegd als mijn jaargenoten, maar ik kon wel beter tekenen. Ik wilde net zo goed kunnen tekenen als Rembrandt.
Voor mijn eindexamen besloot ik alle plekken aan de Amstel die Rembrandt had getekend opnieuw als uitgangspunt te nemen voor een serie etsen, die door de topografische atlas van Amsterdam werden aangekocht. Daarmee kreeg ik meteen een zekere vorm van erkenning. Ik betrok samen met Bert Dekker en Jasper Kuijer een klein atelier in de Boomstraat in de Jordaan en begon er met een etspers een grafisch atelier. Later leerde ik handzetten van René Treumann.’

In oktober 1979 werd hem het Pakhuis De Schottenburch aangeboden aan de Kromboomsloot 18, een pakhuis uit 1636 in de Nieuwmarkbuurt die toentertijd werd vernieuwd.
Naar aanleiding van een oproep in het BK bulletin kreeg hij de opdracht van de Rijksdienst van Monumentenzorg om het verbouwingsproces in een serie etsen uit te drukken. Dat resulteerde in een tentoonstelling in Museum Fodor.
Toen is ook het kunstenaarsinitiatief De Schottenburch ontstaan met in de voorruimte een tentoonstellingsplek die openstond voor iedereen met een goed idee. Hij heeft tot 1987 kunstenaarsinitiatief Pakhuis De Schottenburch geprogrammeerd en gecoördineerd.
In de spraakmakende publicatie ‘Kunst, Krisis of keerpunt’ uit 1985, van Stichting Plaatsmaken in Arnhem, waarin de toenmalige biotoop van twintig kunstenaarsinitiatieven in Nederland werd geïnventariseerd en gepresenteerd tijdens de gelijknamige manifestatie, stelde Wim Vonk Pakhuis de Schottenburch voor als een plek waar kunstenaars vanuit hun persoonlijke vrijheid tentoonstellingen kunnen maken, waarbij het kunstenaarschap wordt gezien als een manier van leven. Dat standpunt is ook voor zijn persoonlijke beroepspraktijk altijd het uitgangspunt gebleven. Hij droeg die opvatting tientallen jaren over op nieuwe generaties kunstenaars als docent aan de avondopleiding van de Gerrit Rietveld Academie waar hij van 1981 tot 2012 in allerlei hoedanigheden heeft gewerkt.

Verrijdbare Baristo voor de expo in Ruigoord in de Grote Schuur, diverse materialen met paraplu’s, koffiezetapparaten en trommel en dubbel glas, uitklapbaar variabele afmetingen, 2010.
Opstelling op locatie, gevonden materialen tijdens de verbouwing in Pakhuis de Schottenburch, 1980, 230 x 180 cm

‘Het kunstenaarschap is voor mij een levensvoorwaarde. Toen ik na de academie als assistent geluidstechnicus bij de NOS werkte, werd ik na een jaar ziek. Ik kon niet meer poepen. Pas toen ik weer begon te tekenen loste dat probleem zich op. Vanaf dat moment heb ik altijd als vrij kunstenaar gewerkt. Ik heb sindsdien alles wat ik tegenkom in mezelf opgenomen om er visueel uitdrukking aan te geven, zowel in tekeningen als in ruimtelijk werk.
Ik heb twintig jaar, samen met mijn vrouw Marja van Putten, kunstenaar Armando geassisteerd bij het voorwerk van zijn grote bronzen sculpturen, wel zeventig in totaal. Daar heb ik veel van geleerd, vooral wat betreft de overgave aan de verbeelding en de mentaliteit die je als kunstenaar moet hebben. Ik maak nergens een tekening van, maar ik maak er een tekening over. Zo maakte ik een jaar lang elke dag een zelfportret als een rituele handeling. Sinds 2018 plaats ik elke dag een portret op Facebook met de titel Todays Face.
Ik zoek in mijn werk een betekenis buiten wat het in materiële zin is. Alles wat ik vind kan een andere inhoud krijgen door er iets mee te doen. Ik sla de lipjes van bierblikjes plat om er iets sculpturaals mee te doen, ik heb twee dozen kleine spijkertjes die van mijn vader waren stuk voor stuk in kunstwerken gebruikt, steentjes die ik vind op het strand neem ik mee naar huis die eenmaal opgedroogd hun oorspronkelijkheid verliezen, zodat ik ze weer nat moet maken om ze tot leven te brengen. In elke splinter zie ik een beeld.

Alles is een begin voor kunst. Zit er een patroon in? Dingen die zijn aangetast, roestig en een beetje zielig zijn, maak ik schoon en poets ik op. In mijn woning heb ik eeuwenoude vloerdelen van duizenden spijkertjes ontdaan en met groene zeep geboend. Je zoiets eigen maken is voor mij net zo belangrijk als het maken van een tekening.’

Ketting voor Granman, voormalige collectie Klaartje Keur, gemaakt van platgeslagen waxinehouders en -fittingen en andere materialen, 42 x 28 cm.
Didgeridoo Kwasiafrikani, relikwieën, vanaf 2016, variabel x 140 cm.
Todays Face Zelfportret, zelfgemaakte inkt, getekend met een takje, 2020, 100 x 70 cm

Wim Vonk wordt in 2025 vijfenzeventig en leeft een vol leven met drie kinderen en drie kleinkinderen. Zijn magnum opus is het ‘Ontroerwoud’, een organisch groeiende installatie waarvoor het geluid van het materiaal dat hij erin verwerkt het uitgangspunt is voor de vorm die het werk aanneemt, mede afhankelijk van de ruimte waarin hij het toont en de reacties erop van medekunstenaars die er een bijdrage aan kunnen leveren. Zo heeft hij een groot deel van de Afrikaanse beelden uit de collectie van de activist Klaas de Jonge in deze installatie een plek gegeven. Met dit werk bewijst Wim Vonk zich als een eigentijdse nazaat van kunstenaars als Kurt Schwitters, Jean Tinguely en Alexander Calder, makers van allesomvattend werk, dat beweegt, geluid maakt, om je heen draait, met je meebeweegt, dat groeit en bloeit.

‘Ik zie Ontroerwoud niet als mijn levenswerk, want ik kan altijd ergens opnieuw beginnen. Ik bouw met de spullen die ik heb. Ik wil er geen te grote waarde aan hechten. Mensen vragen me wel: wat moet je met al die spullen? Het is een vorm van zelfbescherming me er niet aan te hechten. Voor mij zijn het dingen die op mijn pad komen. Ik ben wars van iedere hiërarchische indeling.’

Werk van Wim Vonk is permanent te bezichtigen bij het kunstenaarsinitiatief NOARTFASHION in Roggel (Li).

Installatie in de expo Ontroerwoud CBK Oost, Amsterdam, diverse materialen met Afrikaanse beelden, 2016, 280 x 500 cm.
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaagse kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later