Alex de Vries

Schilderijen die nog niet zijn gemaakt – op atelierbezoek bij Ronald Ophuis

Interview
4 juni 2022

“Ik kijk nu vooral naar mijn directe omgeving.”

Twee jaar na zijn laatste solotentoonstelling liet Ronald Ophuis (Hengelo, 1968) tijdens Art Rotterdam, in mei 2022, bij Upstream Gallery een nieuw schilderij zien: een wankel op zijn poten staand jong kalf in zacht glanzend wit tegen een donkere achtergrond. Het is een ontroerende, pastorale voorstelling die afwijkt van de schilderijen, van de vaak brute geweldsscènes tussen mensen onderling in extreme situaties, die hij sinds zijn afstuderen aan de AKI tot een paar jaar geleden schilderde. Over de overwegingen om zijn schilderijen te maken, vertelt hij in zijn nieuwe atelier aan de uiterste westrand van het Amsterdamse havengebied in een bedrijfsgebouw bij Halfweg.

Widows of Srebrenica and Herzegovina 2005, 340 x 525 cm, 2020, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)

In de coronatijd schilderde Ronald Ophuis een jaar niet. Hij beschrijft die periode licht ironisch als een ‘sabbatical’, een periode van bezinning om zich als schilder te heroriënteren. De aanleiding om die pauze te nemen was heel praktisch; hij verhuisde vanuit Amsterdam-Oost naar Amsterdam-Noord, op de scheiding tussen stad en de polder tussen Ransdorp en Durgerdam.

In dat landelijke gebied hebben naaste buren achter hun huizen landjes met een enkel dier, een schaap of koe in kleine onderkomens op rommelige erven. Ook zijn stemmige atelier uit de Amsterdamse binnenstad verliet hij voor een industriële ruimte in het Westelijk havengebied. Een jaar lang werkte hij aan het verbouwen van zijn huis, totdat zijn vrouw verzuchtte: “Ik dacht dat ik met een schilder was getrouwd.”

Dagelijks fietst hij nu de twintig kilometer van zijn huis naar zijn werkruimte. Aan de grote, hoge wanden hangen nog de van hem bekende rauwe schilderijen van een vrouw die ineengezakt in de armen van een man een miskraam heeft uit 1998 en een zelfmoordhandeling in een Egyptische gevangenis, een werk uit 2014. Maar op de muur met schetsen en voorstudies zijn aanzetten te zien voor zijn nieuwe werk. De eerste nieuwe schilderijen zijn niet in het atelier, want al op weg om op Art Rotterdam te laten zien.

“Aan de rand van de stad waar ik nu woon, zie ik taferelen van mensen en dieren die weinig te maken hebben met de conflictsituaties waar ik me in mijn werk altijd mee heb beziggehouden. Daar waar het platteland begint en schapen, geiten en koeien rondlopen in rafelige landschapjes zie ik voor mijn ogen iets voltrekken waar ik nu door word getroffen. Ik werk nog wel aan het upgraden van oudere schilderijen en het maken van portretten van mensen die voor thema’s als menselijke geweld, oorlog en misdaden tegen de menselijkheid van betekenis zijn, zoals Primo Levi, Imre Kertész en Varlam Sjalamov, maar ik kijk nu vooral naar mijn directe omgeving.”

Prison. Egypt 2015, 200 x 340 cm, 2018, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)
Arab Spring. On their Way to the Revolution, Syria 2011, 340 x 525 cm, 2015, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)
Prison Suicide, Egypt 2015, 210 x 240 cm, 2015, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)

Ronald Ophuis groeide op in Hengelo, maar bracht ook veel tijd door in het Friese Gaasterland waar zijn moeder vandaan kwam. In de omgeving van Balk in het gebied van De Verborgen Hoek, de Fluessen en het Slotermeer had hij het naar zijn zin. De Friese taal sprak hem meer aan dan het Twents en met zijn neefjes en vrienden dwaalde hij door de omgeving en ging hij er vissen.

“Mijn vader kwam uit een boerenfamilie, stug en gesloten. Hij werkte bij de PTT en met avondstudies ontwikkelde hij zichzelf. Hij was een workaholic. Hij zei niet veel, maar deed veel. Mij interesseerde lang niet alles. Ik heb acht jaar over het atheneum gedaan en zakte ook nog eens voor mijn eindexamen.”

“Mijn belangstelling voor de beeldende kunst ontstond doordat ik met mijn vader vogelshows bezocht. Hij had een volière en we gingen soms naar die shows. Daar was altijd een afdeling met schilderijen en andere afbeeldingen, van een vos met een fazant en soortgelijke plaatjes. We kregen op een bepaald moment een kalender van de PTT met reproducties van Nederlandse schilderkunst en ik begon ook plaatjes uit te knippen. Toen ik op de Duitse tv waar we veel naar keken een reportage zag over Markus Lüpertz hield ik mezelf voor dat ik dat ook wilde. Later ben ik me kritischer gaan verhouden tot Lüpertz, maar hij was de aanleiding dat ik naar een Kaufhaus ging om acrylverf te kopen. Ik tekende al wel veel, maar toen ben ik met schilderen begonnen. De vrijheid die Lüpertz had en zijn hand van schilderen spraken me destijds enorm aan.”

Teatro la Tregua. Poland July 1945, 340 x 525 cm, 2014, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)
Teatro la Tregua. Poland July 1945, 175 x 260 cm, 2015-2017, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)

Het is goed voorstelbaar dat de neo-expressionistische schilderijen van Lüpertz Ronald Ophuis hebben geïnspireerd. Iets van diens ‘dithyrambisch manifest’, over de verwilderde, ongeregelde gemoedsdrift en razernij die hij in zijn werk nastreefde, is wel terug te zien in de vroege schilderijen van Ophuis, al gaf bij hem al snel een meer weloverwogen motivatie en stilistische benadering van inhoud en compositie de doorslag bij het maken van zijn werk.

“Ik ben begonnen op de Rietveld Academie in Amsterdam in 1988. Het basisjaar met docenten als Erik Mattijssen en Adri Boon van theatergroep Studio Scarabee vond ik geweldig. Met Adri gingen we veel op pad en hij had vanuit zijn theaterachtergrond een eigenzinnige kijk op het leven en de kunst.”

De schilderafdeling van de Rietveld Academie vond Ronald Ophuis een duffe bedoening. Er waren ruwweg twee benaderingen: de conceptuele, ideematige opvatting en de traditionele ambachtelijke waarbij eindeloos met konijnenlijm en zelf getimmerde spieramen werd geklooid. Ophuis voelde zich aangetrokken tot het werk van schilder Ad Gerritsen en ontdekte dat hij lesgaf op de AKI. Hij belde directeur Sipke Huismans op die hem zei dat hij zijn werk maar aan Gerritsen moest tonen. Zo kwam hij op de AKI waar hij zijn studie voltooide.

Ad Gerritsen onderscheidde zich met heldere, contrastrijke figuratieve schilderijen, veelal portretten waarbij hij een bijzondere belangstelling had voor geesteszieken, misdadigers en uitzonderlijke figuren die hij uiterst respectvol maar door hun aard ook verontrustend in beeld bracht. Door Gerritsen leerde Ophuis het werk van Leon Golub kennen. In Museumtijdschrift van januari/februari 2011 typeerde Golub in een artikel van Sytze Steenstra zijn werk zo: “Het toont hoe macht wordt uitgedrukt door het lichaam en in daden van mensen, en hoe in deze tijd kracht en druk en politieke en industriële machten zich vertonen.”

De mens als dader, ook al is hij slachtoffer, is een benadering die Ronald Ophuis in zijn schilderijen indringend onderzocht en uitwerkte. “Golub was een schilder met wie ik me visueel kon verhouden en ik heb moeite gedaan om hem te ontmoeten, wat me ook is gelukt. Ik probeerde via Galerie Akinci emailcontact met hem te krijgen, maar daar reageerde hij niet op. Hij kreeg zoveel van dat soort verzoeken, dat hij daar niet op in kon gaan. Toen ik uiteindelijk in New York kwam, heb ik in een café in een telefoonboek zijn nummer opgezocht – hij stond er gewoon in – en hem opgebeld. Toen mocht ik langskomen.”

Wild Flowers, 50 x 40 cm, 2019, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)
Kalf, 250 x 200 cm, 2019, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)

Na een jaar op de AKI ging Ronald Ophuis met jaargenoot Diederik Martens naar Parijs. Ze kregen toestemming om daar te verblijven en te werken als ze er regelmatig verslag van deden. “Ik ging elke week naar het Louvre om Courbet, Delacroix, Géricault en Goya te bekijken. Ik heb er een conservator leren kennen en die liet mee ook tekeningen uit de verzameling zien. Ik ging ook vaak naar Musée d’Orsay. In Centre Pompidou kwam ik niet veel, dat had toen een saai, nationalistisch programma.

Toen we terug waren in Nederland ben ik weer in Amsterdam gaan wonen. Ik had veel aan mijn contacten met Ad Gerritsen die bij de Wetering Galerie zat en de fantastische Lon Robbé die heel goed kon luisteren.”

Na zijn eindexamen aan de AKI in 1993 kwam Ronald Ophuis terecht bij galerie De Praktijk van Dirk Vermeulen waar zijn ruwe, met het paletmes gemaakte schilderijen over onderling menselijk geweld, seksuele mishandeling en kampziektes als dysenterie een ongebruikelijke noodzaak aantoonden. Om research te doen onderneemt hij studiereizen naar onder meer Srebrenica en Sierra Leone om met getuigen te spreken, zowel daders als slachtoffers. Hij was zich ervan bewust dat hij soms gedwongen was zijn werk te verdedigen.

“Als voetballer was ik ook al een verdediger. Ik ging op zoek naar een volmacht om het werk dat ik wilde maken te sanctioneren. Ik sprak met mensen uit de joodse gemeenschap om na te gaan of het waarheidsgehalte van de scenes die ik schilderde acceptabel was voor directbetrokkenen. Ik heb nooit te horen gekregen dat ik een verkeerde voorstelling van zaken gaf. Ik heb ook altijd naar de kunstgeschiedenis gekeken om te onderzoeken hoe de onderwerpen die mij interesseerden waren behandeld. Het ging me er eigenlijk vooral om te ontdekken wat er nog niet was gemaakt.”

“Ik was op de AKI al overgestapt van acryl naar olieverf, omdat ik verf die nat blijft beter kon afschrapen en ik in de laatste laag wat droger kon werken om accenten aan te brengen. Ik keek goed naar het werk van Chaim Soutine, maar ook naar Marc Mulders. Ik was geïnteresseerd in emotioneel geladen beelden uit de katholieke beeldtraditie zoals de figuur van Barabbas vanuit de gedachte dat daders ook mensen zijn. Ik had de intentie om zonder oordeel te gaan waarnemen, maar natuurlijk was er ook kwaadheid al hoefde die niet per se te worden weerspiegeld in het schilderij. Ik ben gaan werken met modellen om de onderwerpen zo levensecht als maar kan te ensceneren. Via Kemna Casting werk ik met professionals die weten wat er van ze verwacht wordt en met wie ik in vertrouwen kan samenwerken.”

“Er bestaat niet alleen onschuldige schilderkunst en in de beslotenheid van een galerie of het museum kun je dat ook goed laten zien. In de publieke ruimte heb je een andere verantwoordelijkheid. Mijn schilderijen refereren aan wie je bent, je kunt je er altijd enigszins in verplaatsen. Sommige scenes hebben ook een persoonlijke achtergrond, zoals de voetballer die in de kleedkamer een colafles tussen zijn benen krijgt. Als kunstenaar heb ik een voordeel ten opzichte van bijvoorbeeld journalistieke fotografie. Een fotograaf heeft het beeld dat hij maakt niet gewild. Het gebeurt voor zijn ogen. Als kunstenaar wil je dat beeld nadrukkelijk wel en dat geeft een psychologische verdieping. Als toeschouwer vraag je je af ‘waarom wil hij dat ik ernaar kijk?’ Het gaat me om heldere beelden waarin de situatie voor zichzelf spreekt. Het heeft bestaansrecht omdat dit ook gebeurt.”

Koestal, 340 x 525 cm, 2017, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)

Vijfentwintig jaar heeft Ronald Ophuis geweld, oorlog, mishandeling, verkrachting, kindsoldaten, aanklachten en veroordeling in beeld gebracht om met name de daderkant van misdaden tegen de menselijkheid onder de aandacht te brengen en te nuanceren. “In het boek De SS-ers van Armando en Hans Sleutelaar komen objectief geïnterviewde Nederlandse SS-ers aan het woord over de keuze die ze in hun leven hebben gemaakt en die alleen kan worden veroordeeld. Toen het boek uitkwam was er veel kritiek. Deze mensen kon je toch niet aan het woord laten? Je moest ze niet de gelegenheid bieden hun misdaden te verklaren of te bagatelliseren. Toch moet je de dader kennen, want die zit ook in jezelf.“

De recente schilderijen van Ronald Ophuis zijn qua stijl een verdieping van de techniek die hij zich eigen heeft gemaakt. Nog altijd oogt de structuur van zijn doeken als een geploegde akker waar net een eg overheen is getrokken, maar de innerlijke weerschijn van de verf op het doek is levendig en laat een schijnsel zien dat de voorstelling van warmte voorziet. Je ziet het niet zozeer, maar voelt het, als een stoof waarin gloeiende kolen zijn verborgen.

“Mijn recente schilderijen van een kalf of een schaap dat wordt geschoren zijn niet gemaakt als kritiek op de bio-industrie met zijn megastallen. Het zijn beesten in hun op zichzelf teruggeworpen gedaante. Ik kijk onder meer naar het werk van de Italiaanse impressionist Giovanni Segantini om mijn benadering van het onderwerp te bepalen. Met een koe in een stal wordt niet altijd even zachtzinnig omgegaan, en een schaap dat je met zo’n grote tondeuse te lijf gaat, wordt ook niet voorzichtig geschoren; dat kan met bloedende wonden gepaard gaan. De gekoesterde idylle van de kleine boer is ook een dubieus ideaalbeeld.”

Varlam Shalamov, 50 x 40 cm, 2019, foto: G.J. van Rooij (courtesy Upstream Gallery Amsterdam, Aeroplastics Contemporary Brussel)
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaags kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later