Mirthe Berentsen

Spel als praktijk – over CaccHho CucchhA van Mercedes Azpilicueta

Interview
4 november 2025

Zorg en ouderschap. Voor onze serie Land zonder grenzen onderzoekt schrijver en kunstenaar Mirthe Berentsen de komende maanden het systeem waar die twee samenkomen: het gezin. Met Mercedes Azpilicueta, de zoon van Mercedes en Mirthes dochter, bezocht ze CaccHho CucchhA – de tentoonstelling van Mercedes die is gemaakt voor kinderen van 4 tot 12 jaar en ruimte voor spel biedt. ‘Oh pas op! Ben je ok lieverd?’

We staan in de kleedkamer van het zwembad. De grond is nat en vies van vreemde haren.
Haar shirt valt erin en ik zucht.

Hey lieverd pas op nou, het is echt vies.

In het midden van de kleedkamer staat een box, met een felgekleurde plastic mat op de bodem.

Als baby en peuter zette ik haar hier in na het zwemmen zodat ik me rustig kon afdrogen en aankleden. Zodat zij veilig was. Eerst liggend en kirrend, daarna zichzelf aan de spijlen omhoog trekkend en babbelend. Nu hijst ze zichzelf eroverheen, gaat gehurkt zitten en zegt met een klein stemmetje: kijk, ik ben een baby.
De plek voor het kind is meestal een plek van afbakening.
De speeltuin, de box, de kinderwagen. De beperking van het kind gaat gepaard met de vrijheid van de volwassene, de ouder, de minder zorgen, de oplossing.

Lieverd, ga daar nou niet in liggen rollen met je badpak, alles wordt nat.

Ze trekt het uit. Ik ben geïrriteerd en te laat.

Nee, niet in je blootje door je kleren rollen.
Kom alsjeblieft, kleed je aan.
Waarom mama?

Terwijl we ons door de stad haasten naar de tentoonstelling CaccHho CucchhA van Mercedes Azpilicueta denk ik steeds aan die box met de gekleurde mat. Natuurlijk wilde ze daarin spelen. En tegelijkertijd zei ik iets als dat is voor baby’s. Alsof je spelen vanaf een bepaalde leeftijd zou moeten afleren.
Ik ben net deze week teruggekomen uit de Verenigde Staten waar ik workshops gaf voor studenten en (dove) kinderen in de tentoonstelling Sandplay, een project met Martin La Roche over het belang van spelen, van het omdenken van narratieven en onze verhouding tot objecten, tot taal, tot zorg. Ik heb L gemist, haar wijsheid en taal en blik op de wereld. Daarom wilde ik samen met haar naar deze tentoonstelling over spel als vorm van ongehoorzaamheid en radicale vrijheid, omdat er zoveel overlap is met mijn eigen werk, met de manier waarop ik kinderen, kunst en dialoog wil benaderen.

𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Nikola Lamburov
𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Nikola Lamburov

Maar als ouder verkondig ik zo vaak de woorden die ik verafschuw.
Die ik afkeur op de podia en pagina’s.

Opschieten! Doe niet als een baby! Aankleden! Theorie en praktijk in voortdurende strijd.

Met natte haren kom ik te laat bij De Appel. Mercedes staat al te wachten, samen met haar zoon.
De tentoonstelling ging speciaal voor ons open in de ochtend.

Directeur van de Appel Lara Khaldi nodigde Mercedes uit om haar langlopende project Bestiary of Tonguelets (ze noemt het een toneelstuk dat nog niet heeft plaatsgevonden) om te denken tot een sculpturale ervaring voor kinderen. Onder Khaldi’s leiding – die samen met o.a. Basma al-Sharif het prachtige boek Why Call It Labor? On Motherhood and Art Work schreef over moederschap en arbeid – richt De Appel zich op care als infrastructuur: niet als thema, maar als manier van werken en samenleven. In haar werk met ruangrupa voor documenta 15 stond het idee van lumbung centraal: de rijstschuur als gedeelde commons, een collectieve praktijk tegen individualisme. CaccHho CucchhA past precies in die visie en in de richting van de Appel. Het instituut wil een plek zijn waar kunstenaars, kinderen, buren en onderzoekers elkaar ontmoeten en samen leren, waar gedeelde tijd en spel even waardevol zijn als theorie of productie.

Bij de ingang hangt een bruin vel met de handleiding van de ruimte.
The objects in this space are artworks and therefore not toys. Nonetheless, we invite you to explore them together with your children. Please handle the artworks with care and respect.
Een lange lijst volgt: Please do not jump or pull on the tapestry. Please remove your shoes. Please do not bring your own toys. Please do not bring any food or drinks.

Het is bedoeld als ruimte waar kinderen en volwassenen opnieuw kunnen leren spelen. Waar tijd anders beweegt. Waar nutteloosheid waarde heeft. Maar kan dat, in een museum? In een ruimte met regels?

𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Nikola Lamburov
𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Nikola Lamburov

Magie
We gaan het ontdekken. Trekken snel onze schoenen uit en rennen de trap op.
Wow, zegt L als ze boven komt. Het lijkt wel een soort sprookje.
En misschien is dat wel de enige juiste samenvatting.
We zijn binnengekomen in de magische wereld van Mercedes Azpilicueta. De zaal van de Appel, in een halve cirkel, met torenhoge smalle ramen, lijkt op een religieuze plek, gevuld met een kakofonie van kleur, geur, textuur en geluid. Alles kan aangeraakt worden, vastgehouden, alles maakt geluid.

De kinderen rennen rond, trekken aan doeken, hangen meteen ondersteboven aan een knaloranje klimrek, verwijzend naar de iconische speeltuinen van Aldo van Eyck. De oranje stalen constructies ernaast zijn behangen met tientallen zacht katoenen doeken die geïnspireerd zijn op de anatomie van de zeepok, legt Mercedes uit. De kinderen hebben geen idee van de verwijzing naar hermafrodiete lichamen, maar dat maakt niet uit. Het klittenband waarmee de doeken om de palen gewikkeld kunnen worden en aan de muur bevestigd maken het tot een allesomvattend wezen dat beweegt en van vorm verandert. In het Spaans noemende we het een cucha vertelt de Argentijnse Mercedes, een schuilplaats of een tijdelijk thuis. Lichamen worden instrumenten in de ruimte die de losse objecten en onderdelen lijken te activeren en aan elkaar verbinden.

Gesprek en spel (een poging tot)
Hebben jullie zin in thee?
(stilte)
Wil je thee? Of appelsap misschien?
(stilte)
Euh wacht, laten we heel dichtbij elkaar gaan zitten want anders hoor ik niets, zeg ik.
Zal ik jou vangen of vang je mij?
(geluid van stampende voeten en schaterlachen op de achtergrond)
HAHAHAHAHA
Mercedes lacht. De ruimte is prachtig maar niet voor horen.

De tentoonstelling is een verzameling van sculpturale kostuums en objecten die geluid maken – handschoenen die rammelen, kostuums en vleugels van oud zeil die ruisen, schoenen met ratelende bellen, een soort grote schelpen die ruisen. Ik vertel Mercedes over mijn doofheid, over gebarentaal en betekenis scheppen in de lucht. Over geluid zien, over aanraken om klanken te begrijpen, en daardoor ruimtes…

Mama, mama ik ben bijna drie jaar ouder dan hij
Ja
Maar ik ben bijna zo
(laat 3 vingers zien)

Ik vervolg. Voor haar is dit zo belangrijk, groter zijn, ouder
(een enorme bons)
Oh pas op!
Ben je ok lieverd?
JAHAA

Het is de eerste keer dat Mercedes een tentoonstelling maakt voor kinderen, waarin alles aangeraakt en opgepakt mag worden. Waar L net vanaf sprong, dat was bijvoorbeeld een plek die ik voor ogen had waar ze op kunnen staan en dan naar buiten kijken. Maar geen enkel kind doet dat, zij zijn hier in de ruimte. Het ergens aanwezig zijn en tegelijkertijd naar buiten kijken, dat is echt een volwassen concept.

𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Nikola Lamburov
𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Nikola Lamburov
𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Mirthe Berentsen
𝘊𝘢𝘤𝘤𝘏𝘩𝘰 𝘊𝘶𝘤𝘤𝘩𝘩𝘈 by Mercedes Azpilicueta at De Appel. Photo: Mirthe Berentsen

Ik vraag haar hoe dat is en hoe je je daarop voorbereidt. Mercedes: Vlak voor de opening dacht ik dat ik er klaar voor was om verrast te worden door de kinderen. Ik dacht dat ik alles klaar had en in controle was over wat ik heb bedacht en gemaakt, dat het open was en….

(een kind springt van achter op me)
Mamamamamaaaa! Hier is het veilig!
Hier bij mama verstop ik me en dan mag je me niet tikken! Ok? roept L.
NEE niet doen!!
Willen jullie nu appelsap?
Zal ik het inschenken?
Nee ik kan het zelf.

Centraal in de zaal hangt een monumentaal jacquard-wandtapijt met gaten waar armen en hoofden door gestoken kunnen worden. Er zitten zakken in, pop-up vensters – geweven bij het TextielLab in Tilburg, en de eerste keer dat daar iets geproduceerd werd dat kinderen mogen aanraken.

L steekt haar hoofd door een van de gaten, vervolgens een arm en ik maak een foto.
Dan is ze weer weg. Saai roept ze.

Het is het hoofd, het motherboard van de tentoonstelling, waarop alle ideeën en inspiratie voor de tentoonstelling samenkomen in een assemblage van beelden. Beelden van protesterende Dolle Mina’s voor toegang tot de kresj, een discussie over kinderopvang die vijftig jaar later nog even actueel is. Verhalen over migratie, over het vreemde dat van elders komt, over hoe we verhalen verzinnen voor wat we niet begrijpen. Letters van de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie, archiefbeelden van Hartjesdag op de Amsterdamse Zeedijk – het queer festival dat al sinds de jaren zeventig doorbreekt wat publieke ruimte mag zijn, foto’s van kinderen in Gaza die spelen te midden van het puin – een gruwelijke herinnering dat spel vaak plaatsvindt ondanks, niet dankzij omstandigheden. Wat als spel niet ‘educatief’ hoeft te zijn, maar gewoon mag zijn? 

Spelen
De afgelopen maanden heb ik zelf een tentoonstelling gemaakt, en meerdere tentoonstellingen bezocht waar spelen centraal staat. Zo is in München in het Haus der Kunst een enorme tentoonstelling te zien met de titel For Children, een onderzoek naar hoe kunstenaars en ontwerpers door de geschiedenis heen hebben nagedacht over spel, over kinderen, over ontwerp voor lichamen die anders bewegen dan volwassen lichamen. En in Berlijn maakte Kerstin Brätsch in het Martin Gropius Bau BAU BAU – een programma dat het hele museum transformeerde tot een Freiraum voor spel waarin de vraag centraal stond: wat gebeurt er als je de grenzen tussen kunstwerk en speelplaats laat vervagen? Overal dezelfde vraag: hoe maak je een ruimte die radicaal vrij is?

Ik vraag Mercedes naar haar gedachten hierover en ze vertelt over haar samenwerking met pedagoog Daniela Pelegrinelli. “Daniela zegt dat de kindertijd nutteloos moet zijn. Niet functioneel, niet gericht op wat kinderen zullen worden. We moeten kinderen zien voor wie ze zijn.” Een andere belangrijke inspiratie is de Nederlandse historicus Johan Huizinga, die in zijn homo ludens – de spelende mens – beschrijft dat we pas een volledig mens zijn als we spelen. Spelen als fundamenteel menselijk, niet iets dat je ontgroeit.

Mamama er is maar een glas!
Oh er drijft iets in de appelsap. Is het nog goed?
Neeeee, ik wil dat glas niet
NNEEEEEEE
Kom op L, jij bent groter dan hij neem gewoon dit glas hoor ik mezelf zeggen
Hij is klein en kan het nog niet zo goed vasthouden
Oh wacht ik heb een doekje

Ik denk aan het nieuwe boek van Madeline Lane-McKinley’s dat ik aan het lezen ben: Solidarity with Children: An Essay Against Adult Supremacy. In het boek betoogt ze dat de manier waarop we de wereld hebben ingerichte constant de behoeften van jonge mensen negeert door ze op steeds jongere leeftijd te dwingen in een mal van productiviteit en volwassenheid.

(geschreeuw)
Hij wilde niet dat ik meedeed!
Zij deed het stuk!
Niet waar! Jij gooide het om!

We proberen te bemiddelen. Ze zijn afgeleid. Willen weg.
L is boos, sluipt stiekem de trap af.

Tentoonstelling uit, de trap af naar de kantoren.
Beneden hoor ik hun stemmen.

Het lijkt alsof we eindelijk rustig kunnen praten. Het gesprek verloopt zonder onderbreking. Ik stel mijn vragen, Mercedes geeft doordachte antwoorden. We praten over theorie, over pedagogie, over de politiek van spel. Mercedes vertelt dat de Grieken een woord hadden voor de personificatie van de onbegrensde tijd, de tijd van kinderen: aion. Tijd als intensiteit, niet als duur. Tijd die niet productief hoeft te zijn. Tegenover chronos – de lineaire tijd van klokken en op tijd komen, van deadlines, van opschieten.

Maar de vragen voelen plotseling leeg. We produceren een intellectueel gesprek dat netjes zal lezen.
En ik realiseer me: dit is precies wat we probeerden te doen – terugvallen in de dwingende mal van hoe een gesprek hoort te gaan. Een klassiek interview met diepgang en structuur. Productief in chronos, maken wat gepubliceerd kan worden. Maar wat ik had kunnen leren – wat de kinderen me die hele middag probeerden te leren – was juist de fragmentatie van aion omhelzen. In die onderbreking. In die weigering om mee te gaan in onze volwassen vormen.

In deze tentoonstelling en de poging tot het doorbreken van de hegemonie tussen volwassen en kinderen wordt het centrale punt van Lane-McKinley steeds duidelijker: dat we kindertijd hebben gekoloniseerd. Kindertijd is een investering in een toekomstige werknemer, nooit als waardevolle tijd in zichzelf. School van 8 tot 15 uur. Daarna huiswerk. Gestructureerde activiteiten. Spelen mag alleen, of vooral, als het ‘educatief’ is, als je er iets aan hebt. Maar nutteloosheid is precies waar vrijheid begint. Ze bevragen wat een kunstinstituut is. Wat kunst is. Voor wie de plek toegankelijk is. Wie vasthoudt aan de vaste vormen – van het gesprek, van de speelruimte, van de box, van het essay zelf. En in hun weigering mee te gaan, in hun afdalen van de trap lieten ze zien: de beperkingen die ik in de kleedkamer van het zwembad zag – die box, die afbakening – die herhalen we telkens. Ook hier. Ook in onze pogingen om vrijheid te maken. Het is de disruptie die me beter laat kijken. Die me laat ervaren wat er goed is en wat niet. Die me laat zien dat loslaten en vertrouwen – waar we die hele middag over spraken – niet iets is wat we denken maar iets wat we doen.

Beneden klinkt luid gehuil.

Ik wil niet meer met hem spelen.
Ik wil ijs. Mama, ik ben een kat.

Ik zak op mijn knieën, miauwend bewegen we door de ruimte.

 

Mercedes Azpilicueta, CacchHo CucchhA, De Appel in Amsterdam tot 23 november 2025

 

  • Madeline Lane-McKinley, Solidarity With Children: An Essay Against Adult Supremacy (Haymarket Press, November 2025)
  • Why Call It Labor? On Motherhood and Art Work, met bijdragen van Mai Abu ElDahab, Basma al-Sharif, Lara Khaldi, Mary Jirmanus Saba en Mirene Arsanios (Mophradat Press, 2020)
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht