Alex de Vries

Verbeelding als menselijke betrokkenheid – op atelierbezoek bij Su Tomesen

Interview
31 juli 2025

De projecten van Su Tomesen zijn ingrepen in het bestaan. Ze sluit aan bij een manier van werken die we kennen sinds de opmerkelijke acties van Fluxus-kunstenaars, waarbij de kunstenaar bemiddelaar is tussen de deelnemers die doorslaggevend zijn voor de uitvoering van een menselijke uitwisseling van creativiteit, plezier, verwondering en verbeelding. ‘“Ik en de ander” is een gegeven dat steeds meespeelt in mijn werk. Verbinden, ontmoeten, praten, interacteren, discussiëren zijn onderdeel van mijn installaties waarin publiek of mensen deel zijn van mijn werk.’

De praktijk van Su Tomesen (Beek, 1970) laat zien dat het gebruik van middelen en werkwijzen in de kunst de laatste decennia gevarieerder is geworden. Met de opkomst van multimedia zijn er andere kunstpraktijken ontstaan. Su Tomesen is een vertegenwoordiger van een ontwikkeling waarin door sociale wisselwerking in maatschappelijke en culturele samenwerkingsverbanden het arsenaal van de beeldende kunst wordt uitgebreid.

Het fenomeen ‘sociale sculptuur’ dat nadrukkelijk door Joseph Beuys (1921-1986) werd ingezet, voortkomend uit action painting, happenings, environments, body art, performance en verwante uitingen, heeft door interculturele uitwisseling een eigentijdse gedaante gekregen, vaak in collectieve projecten. De rol van de kunstenaar is daarbij die van initiator, organisator, coördinator, mediator, producent, regisseur of een combinatie daarvan.

Eind juni 2025 organiseerde Su Tomesen in en op de stoep voor haar studio aan de Zeeburgerdijk in Amsterdam Warung Makan, een werk dat ze zelf kenschetst als ‘een remake van een interieur van een Indonesisch eethuis.’
Ze zegt: ‘Iedereen die ooit in Indonesië is geweest, herkent het meteen. De archipel is namelijk one of a kind; er zijn typisch Indonesische ontwerpen en objecten. Met het werk verplaats ik voor het publiek vreemde of als exotisch beschouwde situaties naar een nieuwe locatie of context. In het kunstwerk staan tafels met plastic tafelkleden en accessoires, krukken in verschillende kleuren en er zijn plastic zitmatten met lage tafeltjes. Er is een vitrine voor de – gratis – hapjes. De ruimte is verlicht met spaarlampen en er hangt een banner met de naam en het logo van de Warung Makan erop.
Warung Makan is een interventie, een happening, die groepen mensen verbindt en is pas compleet met haar bezoekers: een sociale sculptuur of levend kunstwerk. Het werk beweegt zich op het snijvlak van kunst en leven en is een plek voor gesprekken en ontmoetingen, reuring en gezelligheid. Het onverwachte samenzijn in de installatie zal mensen verbinden die elkaar gewoonlijk niet ontmoeten. Van de 150 bezoekers was een aantal er zich niet bewust dat ze hun opwachting maakten in een kunstwerk.
“Ik en de ander” is een gegeven dat steeds meespeelt in mijn werk. Verbinden, ontmoeten, praten, interacteren, discussiëren zijn onderdeel van mijn installaties waarin publiek of mensen deel zijn van mijn werk. Zoals Shebeen (2010), een illegale bar in de art space tijdens een residency in Johannesburg, en Winkel (2016) op Into The Great Wide Open op Vlieland: een Syrisch winkeltje gebaseerd op een foto van mijn reis naar Damascus in 2006.’

Su Tomesen - Warung Makan (2025), relationeel kunstwerk en lancering van projectruimte 30m3__ op Zeeburgerdijk 25 M1, met dank aan Amsterdams Fonds voor de Kunst en Stadsdeel Oost, foto: Viola Winokan
Su Tomesen - Shebeen (2010), installatie van een illegale bar die acht dagen operationeel was in de expositieruimte van de Bag Factory Artist’s Studios in Johannesburg, afsluiting van een residency van drie maanden, met dank aan National Arts Council South Africa

Warung Makan comprimeert alles waar Su Tomesen in haar werk voor staat: verbeelding als menselijke betrokkenheid. Hoe haar werk zich tot dit punt heeft ontwikkeld is min of meer haar levensverhaal waarvan ze me deelgenoot maakt tijdens een uitgebreid atelierbezoek. Haar studio naast de ingang van het atelierpand in het voormalige schoolgebouw Openbare Lagere School 110 is geen grote, maar wel hoge ruimte. Overal staan nog voorwerpen van Warung Makan die buiten hun functionele toepassing in het eethuis overkomen als op zichzelf staande beeldende objecten en kleurrijke composities. Maar ook valt de grafische vormgeving op van de tientallen (lege) dozen van Indonesische levensmiddelen die ze verzamelde bij Aziatische groothandels in Duivendrecht. In de ruimte is een entresol waar ze films monteert en voor het raam aan de straatkant heeft ze een podiumachtige verhoging gebouwd, zodat ze rechtstreeks op straat kan kijken.

‘Veel van mijn werk gaat over de publieke ruimte waarbij ik me concentreer op vormen van informele economische activiteiten, zoals straatverkoop, die naar mijn idee de werkelijke motor zijn van de samenleving. In onze westerse wereld is dat misschien minder evident dan in andere samenlevingen en culturen, zoals in Indonesië waar ik inmiddels drie jaar van mijn leven heb doorgebracht. Ik heb begin dit jaar besloten om vanuit het raam aan de straatkant veel directer contact te maken met mijn omgeving en maak sinds Warung Makan samen met andere kunstenaars raamexposities onder de titel 30m3. Op mijn lijstje staan allemaal vrouwen. Kunstenaar en overbuurvrouw Femmie Duiven die helaas ongeneeslijk ziek is, heb ik, om die reden, als eerste exposant gekozen. De opening van haar presentatie Lichtzinnigheid in barre tijden die ik met haar zoon Fjodor heb opgebouwd, was op 18 juli, en het werk staat er tot eind augustus. In september volgt een presentatie met architect en kunstenaar Lada Hršak met wie ik bevriend ben.’

Su Tomesen - Winkel (2016), installatie van een Syrische winkel op festival Into The Great Wide Open
Su Tomesen - Aan het werk voor The One Minutes videoworkshop in Kampala, Oeganda in 2010, in opdracht van The One Minutes en Unicef, foto: Karen Cirillo

Su Tomesen is als oudste van twee kinderen opgegroeid in het Limburgse Beek, onder de rook van het chemiebedrijf DSM en Maastricht Aachen Airport – toen nog Vliegveld Beek -, sterk contrasterend met het idyllische landschap van het Geuldal iets verderop.
‘Mijn vader studeerde aan de HTS en werkte als vastgoedmakelaar voor het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds, onder meer als expert op het gebied van leefbaarheid. Mijn moeder werkte als verkoopster, eerst bij een banketbakker en later in een papierwinkel.
Op mijn achttiende ging ik aan de Universiteit van Utrecht Cultuurgeschiedenis van de twintigste eeuw studeren. Voor het schrijven van mijn afstudeerscriptie verbleef ik in 1993 drie maanden in de Verenigde Staten, waar ik 29 staten doorkruiste en onderzoek deed naar het gebruik van psychedelica zoals beschreven door de auteurs Aldous Huxley, Timothy Leary en Ken Kesey.
Het was een studie waar ik veel kanten mee op kon. Ik deed een half jaar Spaans, bestudeerde Indiase godsdienstgeschiedenis, kunstgeschiedenis, feministische filmtheorie, Amerikanistiek, maar toch vooral moderne westerse cultuurgeschiedenis. Mijn belangstelling voor niet-westerse culturen heeft zich later ontwikkeld. Na mijn studie richtte ik in Utrecht LETS op, een Local Exchange Trading System, een organisatie voor het uitruilen van diensten en producten, dat laatste als een alternatief voor het voortdurend alles nieuw aanschaffen. De waarde van hergebruik en het recyclen van zogenaamd afval heb ik van huis uit meegekregen, evenals de kwaliteit en waarde van plaatselijke winkels en ondernemingen. In Utrecht werkte ik in Filmhuis Ekko en het poppodium De Vrije Vloer waar ik de lichttechniek deed. Ik ging nog een aanvullende opleiding doen tot allround programmamaker televisie: van research tot camera, van editing tot regie en eindredactie. Zo kwam ik terecht bij lokale omroepen, waarvoor ik items ging maken, en later in Hilversum bij de IKON waar ik twee jaar heb gewerkt. In 2001 benaderde MTV mij of ik correspondent voor Nederland wilde worden. Ze hadden nog geen kantoor in Nederland, alleen in Londen. Ik bezocht veel festivals en interviewde artiesten en bezoekers. Het monteren gebeurde in Londen en ik vloog op en neer vanaf Zestienhoven. Het was een enerverende tijd en ik heb veel geleerd en gezien, maar na een jaar vond ik het toch echt te inhoudsloos. In 2002 maakte ik kennis met het kunstenaarschap door Janneke Küpfer. Over haar residency in Japan maakte ik de film AWAY. In de film is zij de spiegel van een Japans kunstenaar in Nederland, Kyoko Inatome, studerend aan het Sandberg Instituut. Ik kwam daar toen veel en de wens ontstond daar ook te studeren. Ik heb toelating gedaan en werd aangenomen. Ik was inmiddels drieëndertig.’

Op het Sandberg Instituut raakte Su Tomesen intensief betrokken bij The One Minutes, in 1998 daar geïnitieerd en sinds 2017 een onafhankelijk platform en een netwerk verbonden aan kunstonderwijsinstellingen wereldwijd voor de productie en distributie van experimentele video’s van een minuut. Ze maakte menig video van exact één minuut en gaf in opdracht van het platform en Unicef tevens workshops aan kinderen en jongeren in verschillende steden, van Dublin tot Beiroet, van Sarajevo tot Kampala. Op het Sandberg raakte ze geïnspireerd door kunstenaars als Francis Alÿs en John Körmeling.

‘Later maakte ik kennis met het werk van Thomas Hirschhorn en de relationele kunst van Rirkrit Tiravanija. Zij waren ook van invloed op mijn manier van denken en werken. Ik studeerde af aan het Sandberg Instituut met een scriptie over de reizende kunstenaar. Dat was gek genoeg een soort script voor wat ik later ben gaan doen. Ik ben als beeldend kunstenaar inmiddels in veel landen actief geweest, vaak via artist-in-residencies, maar ook zelfstandig. Het is mijn manier van leven geworden en hoewel ik voor ieder project altijd de middelen bij elkaar moet schrapen, wat erg arbeidsintensief is, voel ik me heel rijk.’

Su Tomesen - Aan het filmen in Tirana voor Rruga (2016), deel 2 van Street Vendors, tijdens een residency bij het Tirana Institute of Contemporary Art via het Mondriaan Fonds. Foto: Eri Dautaj Luzi
Su Tomesen - Aan het werk in CBD in Johannesburg voor de realisatie van de film Street (2017), deel 3 van Street Vendors, met dank aan Mondriaan Fonds. Foto: Neville Dube

De basis voor de huidige praktijk en signatuur van Su Tomesen als beeldend kunstenaar werd, hoewel er ook veel aan voorafging, gelegd in 2010 toen ze deelnam aan de onderzoekreis What’s up, what’s down. Culturele katalysatoren in de stedelijke ruimte van het toenmalige Fonds voor Beeldende Kunst, Vormgeving en Bouwkunst – nu Mondriaan Fonds. Een groep van twintig kunstenaars, architecten, ontwerpers en schrijvers onderzocht verandering in zogenaamde secundaire steden in Noord-Engeland (Liverpool, Manchester, Leeds), de Balkan (Tirana, Skopje, Prishtina), Spaans Baskenland (Bilbao, Vitoria) en Marseille. Hoewel ze er al twee keer geweest was, ontstond met name in Tirana haar focus en fascinatie voor mensen die op straat in hun onderhoud voorzien.
‘Het gaat me niet om fenomenen als Afrikaanse mannen die aan toeristen nep designer tassen verkopen of om straatartiesten en dergelijke, maar om mensen die gewone producten verkopen zoals koffie, sinaasappelen en bloemen.’

Tussen 2012 en 2018 maakte Su Tomesen op vier continenten het filmvierluik Street Vendors over dit fenomeen. Ze filmde in 2012 en in 2014 in Yogyakarta het eerste deel Jalan waarbij de nadruk lag op de inventiviteit van de straatverkopers om hun waar aan de man te brengen door het voortdurende hergebruik van beschikbare materialen. Tijdens de montage van die film besloot ze dat Jalan het eerste deel van vierkanaals video-installatie zou worden.
Rruga, het tweede deel, speelt zich af in Tirana, de hoofdstad van Albanië waar ze tijdens de onderzoeksreis met het Fonds BKVB ook was geweest. Ze hanteerde hierbij hetzelfde principe als in de eerste film waarbij ze 24 uur samenvat in een film van dertig minuten. Ze laat zien hoe vanuit het verwerven van inkomen in de publieke ruimte kortstondige en spontane architectuur van verkooppunten worden ingericht zonder dat er een bouwkundige aan te pas komt. Street (2017), de derde film, gaat over straatverkopers in Zuid-Afrika, in het Central Business District in Johannesburg en in Soweto waarbij ze vooral de creatieve inventiviteit van de verkopers in beeld brengt, zoals de mensen die met een digitale camera en een draagbare printer voorbijgangers instant fotoportretten aanbieden. Het vierluik wordt gecompleteerd in het Colombiaanse Medellin met Calle (2018). In de illegaal gebouwde buurt Santo Domingo rijden kleine ondernemers met wasmachines rond die bewoners korte tijd kunnen huren. Ook zijn er in het centrum handelaren die mobiele telefoons aan kettingen dragen waarmee klanten kunnen bellen en niet zelf een prepaid telefoon hoeven aan te schaffen.

De films van Su Tomesen zijn geen registrerende documentaires. Het zijn rijke en visuele uiteenzettingen rond de verkopers met wie ze intensieve uitwisselingen tot stand brengt. Ze betrekt hen bij presentaties van haar werk, zoals de bloemenverkoopster Valbona in Tirana met wie ze de installatie At the Corner (2016) uitvoerde.
Stefano Romano beschrijft hun samenwerking op de website van Su Tomesen: ‘Valbona, de bloemiste, is een zeer beleefde dame, altijd bereid om een bloemetje en een glimlach te geven aan voorbijgangers die stoppen om haar te begroeten. Zelfs haar kleding verraadt haar liefde voor bloemen, jasjes met bloemmotieven, gekleurde shirts zoals de rozen die ze verkoopt. Su werd “verliefd” op Valbona vanwege al deze eigenschappen en dag na dag groeide hun relatie. Su filmde Valbona, Valbona bood bloemen aan Su aan, tot het moment dat Su Valbona vroeg om te participeren in At the corner.
De video van een gewone dag van de bloemist wordt op een galeriemuur geprojecteerd, waardoor een “tweeluik” ontstaat met de bloemist zelf aanwezig om haar bloemen te verkopen. De werkelijkheid wordt gedupliceerd in tijd en ruimte, waardoor een kortsluiting ontstaat tussen een eenrichtingsmedium als video, waarin het publiek alleen kan kijken naar Valbona die haar bloemen verkoopt, en de werkelijkheid waarin Valbona, gekleed in dezelfde kleding als in de video, haar bloemen verkoopt aan mensen in de galerie.‘

Su Tomesen - At the Corner (2016), installatie en sociale sculptuur met bloemenverkoopster Valbona in ZETA Gallery, afsluiting van de residency van twee maanden bij het TICA in Tirana, met dank aan Mondriaan Fonds
Su Tomesen - Hoef van Eden (2023), permanent kunstwerk op Campus de Hoef in Alkmaar, in opdracht van Gemeente Alkmaar, foto: Mariëlle Erkelens

Door de aard van dit werk kan het niet uitblijven dat er vragen komen over de rolverdeling tussen de kunstenaar en de mensen die het onderwerp van haar werk vormen. Su Tomesen is zich daar in de loop van de tijd steeds meer rekenschap van gaan geven, vooral toen ze in 2010-2011 op een reis naar Bali en Java grafisch vormgever Teguh Hartanto in Yogyakarta ontmoette met wie ze zou trouwen en hun dochter Lina zou krijgen. In 2014 bouwden ze in Yogyakarta een huis dat werd ontworpen in samenwerking met architect en vriendin Lada Hršak, die ze had leren kennen tijdens de onderzoeksreis. In dit huis woonde en werkte ze tot 2017 vijf maanden per jaar.

‘Door zo vanzelfsprekend deel uit te maken van het leven in Yogyakarta en tegelijkertijd als Nederlandse die bedenkelijke koloniale geschiedenis met me mee te dragen heb ik me wel eens beschaamd gevoeld. Het eigenaardige is dat Indonesiërs zelf soms nostalgische tempo doeloe gevoelens hebben bij mij als Nederlandse. Ik heb wel gemerkt dat er tussen 2010 en nu een bewustzijn is gegroeid met betrekking tot culturele appropriatie, over het werken met mensen op straat en dat het idee van consent en de rolverdeling tussen kunstenaar en deelnemer op gelijkwaardigheid gebaseerd moet zijn.
De invloed van het langdurig wonen in Azië zie je terug in mijn werk, niet alleen rechtstreeks zoals in Warung Makan, maar bijvoorbeeld ook in het permanente kunstwerk Hoef van Eden dat ik in 2013 heb gemaakt bij een wadi op een schoolterrein in Alkmaar. Het bestaat uit een klein Attentie Buurtpreventie-huisje dat je op elke kampung op Java kunt vinden, een Japanse brug – een icoon uit de tuinarchitectuur – en vier bomen waarnder een kersenbloesem.’

Momenteel werkt Su Tomesen aan het performance- en muziekproject Parade Pedagang Keliling, ook wel Parade genoemd en waarvoor ze al sinds 2019 de nodige voorbereidingen treft, die werden onderbroken door de Covid pandemie. In 2022 scheidden zij en Teguh, met wie ze in een goede verstandhouding co-ouder is van dochter Lina, en speelt haar leven zich weer meer af in Amsterdam dan in Yogyakarta, zodat het voorgenomen project verdere vertraging opliep. Omdat dochter Lina in Amsterdam naar school gaat, is het door de leerplichtwet niet altijd mogelijk langere tijd in Yogyakarta door te brengen.
Parade is een samenwerking met straatventers in Yogyakarta die middels het maken van een specifiek geluid aangeven welk product ze verkopen. Door bijvoorbeeld met een stok op bamboe te slaan wordt aangegeven dat er nasi goreng wordt verkocht. Voor allerlei eten en drinken bestaat zo’n geluidscode: een vork op een kom, een lepel op een mok. Drieëntwintig verschillende geluiden heeft ze verzameld voor de compositie die ze schreef in samenwerking met de Nederlands-Indonesische componist Sinta Wullur. De compositie is gebaseerd op de structuur van gamelanmuziek en zal later dit jaar tijdens een performance in Yogyakarta door de straatventers worden uitgevoerd.
Dit project kent een pendant in haar Bijlmersymfonie die ze in samenwerking met CBK Zuidoost produceerde, een concert uitgevoerd onder leiding van dirigent Hurvy Howard. Op 7 juli 2024 lieten bewoners van de flat Geldershoofd door luidsprekers op balkons verschillende muziekstukken horen die door haar in een score waren samengebracht. Er was muziek te horen die afkomstig was uit Afghanistan, Irak, Polen, Suriname, Bonaire, Libië, Ghana en Palestina.

Het veelzijdige werk van Su Tomesen heeft een levend karakter. Haar projecten zijn ingrepen in het bestaan. Ze maakt geen statische, museale beelden maar sluit aan bij een manier van werken die we kennen sinds de opmerkelijke acties van Fluxus-kunstenaars, waarbij de kunstenaar bemiddelaar is tussen de deelnemers die doorslaggevend zijn voor de uitvoering van een menselijke uitwisseling van creativiteit, plezier, verwondering en verbeelding.

Su Tomesen - Alle deelnemers aan het project Parade poseren na de laatste repetitie voor Krack Studio: de straatverkopers, host, fotograaf, dirigent, producent en Su Tomesen vormen ‘de band’. Eind 2025 is de werkelijke Parade gepland in Yogyakarta, foto: Krack Studio
Su Tomesen - De fotogenieke honingraatflat Geldershoofd in zomer 2024 vlak voordat de performance Bijlmersymfonie ging plaatsvinden
Su Tomesen - Bijlmersymfonie (2024) experimentele muziekperformance en interventie in de publieke ruimte in de Amsterdamse Bijlmer, resultaat van een residency bij CBK Zuidoost, Amsterdam, foto’s: Lesley Adu
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht