Juliana Könning

Waar is iedereen? – de zoektocht van een jonge schrijver

Essay
26 januari 2023

Wat vind je als je jezelf hebt gevonden? Juliana Könning schreef een bevlogen essay over haar verlangen deel uit te maken van een groep: collectief schrijverschap en meerstemmigheid. ‘Het ‘vinden van jezelf’ is niet mijn queeste. Ik hou van taal, ik hou van schrijven. Toch ben ik niet op zoek naar mezelf, maar naar de ander. Passen, binnen een systeem of groep, was, en is, mijn grote wens.’

Je moet je losweken van je omgeving en ‘voor jezelf kiezen’, alleen dan kan je een succesvol schrijver worden.[1] Deze dwingende opvatting van de vooruitstrevende filosoof Simone de Beauvoir komt voort uit een diep individualistisch ideaal en is ook nu nog de aanbevolen weg naar het kunstenaarschap. De zoektocht naar jezelf is een belangrijk onderdeel in het vinden van je eigen stem of beeldtaal, en lijkt zelfs een verplichte eerste stap. Maar wat vind je dan, als je jezelf hebt gevonden? En wat als je geen belangstelling hebt voor deze zelfgerichte zoektocht?

Joseph O'Neal – for us, 11" x 8.5", pencil, and wax pastel on paper, 2022.

Het ‘vinden van jezelf’ is niet mijn queeste. Ik hou van taal, ik hou van schrijven. Toch ben ik niet op zoek naar mezelf, maar naar de ander. Passen, binnen een systeem of groep, was, en is, mijn grote wens. Al zolang als ik me kan herinneren zoek ik een ingang, een weg naar binnen. Dit lijkt haaks te staan op de routebeschrijving naar het schrijverschap. Is mijn zoektocht naar de ander wel te rijmen met de ambitie schrijver te worden? 

Keer op keer word ik aangesproken op het belang van zelfontdekking: tijdens colleges, op baantjesjacht, als ik een avondje uit ben… Ik hoor en lees het overal. Het is zo alomtegenwoordig dat ik met gemak dit essay heb geschreven met voorbeelden die de afgelopen weken op mijn pad kwamen. Slogans; krantenartikelen; uitspraken van schrijvers, docenten en een literatuurtheoreticus; filosofische teksten; een online training en een tentoonstelling met de titel Ik ben ik in kunst- en cultuurcentrum Concordia in Enschede. Al deze voorbeelden wijzen de weg naar jezelf en prediken het belang van zelfkennis. Maar wat als je juist gezamenlijkheid wilt onderzoeken? Kan je schrijver worden als je geen interesse hebt in de vraag: Wie ben ik? 

Het schrijverschap is kunstenaarschap. Ontdekken wie je bent en wat je stem is, en vervolgens hoe je die kan en wil overbrengen op de lezer, lijkt de opdracht van de beginnende schrijver. De pas benoemde Vrije Schrijver aan de Vrije Universiteit, Gustaaf Peek zegt het zo: ‘probeer je artistieke aspiraties – gevoed door wat je stimuleert – te vangen, dan kom je dichter bij wie je bent’.

Joseph O'Neal – Shhhh, 8" x 8" x 2.5", acrylic on canvas, 2021.
Joseph O'Neal – Shhhh, 11" x 8.5" , pencil, and wax pastel on paper, 2022.
Joseph O'Neal – Shhh, 20" x 16" x 1.25", acrylic on canvas, 2022.

Hoewel veel gebruikt, werkt de frase ‘op zoek gaan naar jezelf’ enigszins op mijn lachspieren. Net als: ‘Worden wie je bent.’ Deze aan Nietzsche ontleende Vrije School-slogan wordt inmiddels veel gebruikt als titel voor management- en zelfhulpboeken. Het was zelfs een tijdje de slogan van een groot landelijk uitzendbureau. Zoekend naar een baantje kom ik op de website van datzelfde uitzendbureau een online  training tegen: ‘Nu ik! Assertiviteit voor beginners’.[2] Voor wie op zoek is naar ‘de ander’, is het allemaal wat veel. Dat vindt filosoof, dichter en essayist Maarten Doorman ook. Hij zegt: ‘Wie ben ik? (…) Het is de grootste obsessie van onze tijd. En die obsessie heet authenticiteit’.[3] 

Iedere zeven jaar zijn bijna alle cellen van het menselijk lichaam vervangen, mijn huidige authentieke ik is over zeven jaar compleet veranderd. Een kern van zijn nastreven, is daarom niet alleen gevoelsmatig onbegonnen werk, maar ook in letterlijke zin. En daarbij voor mij volstrekt irrelevant. Mijn omgeving ‘prijst’ mij regelmatig om mijn schaamteloos mezelf zijn. Ik beweeg me onbezwaard en maak mijn keuzes autonoom, zonder dat ik me wat aantrek van wat anderen ervan vinden… is de indruk. Blijkbaar hoef ik niet op zoek naar mezelf. Ik moet op zoek naar de ander. En dat doe ik ook, al een leven lang. Ik zoek verbinding, ik wil samenwerken, erbij horen en dezelfde kant oplopen. Maar mijn behoefte aan saamhorigheid is nog niet bevredigd. Het is vooralsnog een eenzame zoektocht, ik loop alleen, diametraal de andere kant op. Ik voel me tussen schrijvers niet op mijn gemak en lijk een soort schrijversovertuiging te missen, misschien omdat het zelf gerichte zoeken mij niet aantrekt. Is er een weg om de individualistische ideologie heen?

Joseph O'Neal – for us, 5.5" x 4.25", pencil, and wax pastel on paper, 2022.

Op zoek naar antwoorden bezoek ik een gespreksavond over de schrijver Tadeusz Borowski in de Balie. Borowski had geen reden tot twijfel over zijn schrijverschap. Als overlevende van de concentratiekampen Auschwitz en Dachau schreef hij getuigenissen. De noodzaak van zijn werk is evident en zijn verhalen over zijn oorlogs- en kampervaringen worden tot de beste literatuur van de twintigste eeuw gerekend. Het lijkt mij onwaarschijnlijk dat Borowski op zoek was naar zichzelf. Misschien valt hier iets te leren over noodzaak zonder zelfonderzoek. Helaas, de avond lijkt al snel te vervallen in een psychoanalyse. Als de schrijver het zelf niet doet, dan doen anderen het wel voor hem.

Een van de sprekers, literatuurtheoreticus Ernst van Alphen beweert dat Borowski vanuit trauma schrijft. Als gespreksleider Arnon Grunberg voorzichtig kanttekeningen plaatst bij de ‘enorme zekerheid’ waarmee de literatuurtheoreticus dit beweert, haalt Van Alphen de psychoanalyticus Bessel van der Kolk erbij. Grunberg trekt een bedenkelijk gezicht en er ontspint zich het volgende gesprek: ‘De meningen over hem zijn verdeeld, dat weet je?’ ‘Dat spreekt juist vóór hem!’ ‘De meningen over jou zijn ook verdeeld.’ ‘Ja, tuurlijk’ reageert Van Alphen triomfantelijk: ‘Goede mensen zijn per definitie controversieel!’ Eva Peek, aan de overkant van de tafel, rolt bijna zichtbaar met haar ogen. Hoor en zie ik dit nou goed? Wordt ook hier weer gezegd dat afwijken goed is en dat wie aansluiting zoekt ‘per definitie’ niet goed bezig is? 

Van Alphen impliceert dat het niet voor iemand spreekt als diegene algemene waardering zoekt en ontvangt. Dit is een gangbaar idee, waar iedereen graag tegenaan schurkt. Regelmatig wordt gedrag dat de omgeving schaadt bestempeld tot authentiek gedrag. Delphine Lecompte grijpt naar hetzelfde geschut bij haar verdediging van de tirannieke uitgever Mai Spijkers: ‘Moet iedereen lief, koddig, beleefd, onberispelijk, net, kleurloos en hypocriet zijn?’ Zijzelf verkiest ‘hartstocht en onvoorspelbaarheid boven kil fatsoen en bloedeloze etiquette’.[4] Ook zij neemt aan dat, als je aardig bent voor je omgeving, dit tevens betekent dat je kleurloos, saai en zelfs hypocriet bent… en ook nog eens niet jezelf. Lief en beleefd zijn, dat is hypocriet gedrag van iemand die aansluiting zoekt, niet echt is en niet zichzelf. Het gelijkstellen van het authentieke met het echte is sowieso een verwarrende veronderstelling, aangezien alles in zekere zin echt is.[5] Waarom is lief zijn niet echt en een bullebak zijn wel?

Joseph O'Neal – for us 3, 5.5" x 4.25", pencil, and wax pastel on paper, 2022.

Er wordt een tegenstelling geconstrueerd: de authentieke hoogvlieger en het inauthentieke schaap. Het ondersteunt diep ingesleten clichés over individualisme en ‘jezelf zijn’. Terwijl er tegelijkertijd behoefte lijkt te zijn aan solidariteit en saamhorigheid. Zeker nu de wereld om ons heen zo bedreigend is geworden. Maar geldt dit ook voor schrijvers? Is een schrijver gedoemd zich af te keren van de samenleving? Bij het vak Creatief Schrijven wordt mij op het hart gedrukt: ‘het moet eigen zijn, je eigen beeldtaal, niemand bereid je daarop voor, je moet je vaak stil, klein en kalm houden, maar de kunstenaar moet dat juist allemaal niet, mág dat niet, néém die ruimte!’ Moet een schrijver hartstochtelijk zichzelf demonstreren, controversieel zijn of op zijn minst een trauma hebben? 

Een beginnend schrijver heeft misschien weinig wetenswaardigs te melden, maar we zijn wel de gezagsdragers van het zoeken. Op een literaire avond in Gent wordt het essay besproken. ‘Zwevend tussen denken en voelen, weten en niet-weten, zoeken en vinden’ zo wordt de avond aangekondigd. Omdat de felle winterzon ons het zicht op de Gentse straten beneemt, schuilen we in een portaalschaduw. Erachter bevindt zich een imposant gebouw. ‘Maar dit is waar we moeten zijn’, lacht mijn zus. Binnengekomen, zoeken we samen naar de foyer van de theaterzaal, ‘jullie zijn op de goede weg’ bevestigt een medewerker. In een theaterzaal vertelt dramaturg en schrijver Wannes Gyselinck over een daadwerkelijk schrijverscollectief. Hij zegt: ‘Schrijven is ploeteren, baggeren door de modder. Samen eraan zitten is een groot deel van het dragelijk maken.’ Op deze avond van het essay zoeken schrijvers en lezers naar antwoorden. Heb ik hier iets gevonden? Daar gaat het ik, op in de menigte. Niemand bezit alle benodigde kennis, we doen het samen. We beleven, lezen, schrijven, herschrijven, geven feedback en maken zo deel uit van een lopend gesprek. Ik schrijf elf kantjes vol. 

In dit zaaltje valt alles op z’n plek. Persoonlijke en maatschappelijke vraagstukken zijn hier niet gescheiden. Er heerst een daadkrachtig soort van hyperbewustzijn, waardoor een gedeeld schrijverschap ineens voor de hand lijkt te liggen. Schrijvers vertellen over hun collectief schrijverschap en de meerstemmigheid in hun werk, hoe ze worden gedragen door hun gemeenschap en hoe troostrijk het kan zijn als lezer en schrijver dezelfde gedachte delen. In dit zaaltje, want ook wordt verteld wat er gebeurt wanneer dit collectivisme in aanraking komt met de dagelijkse praktijk. 

Kunst- en cultuurfilosoof, Thijs Lijster beschrijft die dag de schaduwkant van het auteursrecht en noemt het gênant dat alleen zijn naam op het omslag van zijn laatste boek is gekomen, ook al is het boek met de titel Wat wij gemeen hebben tot stand gekomen in samenwerking met allerlei kunstenaars, activisten en academici. Toen hij voorstelde om het boek open access te maken, stuitte dit op een muur van onmogelijkheid. In de context van economische belangen moet overal een hekje omheen, om het boek en om de auteur. Zo is auteursrecht tot stand gekomen, legt Lijster uit. En de authentieke geniale schrijver lift hier comfortabel op mee. 

Joseph O'Neal – shhhh, 11" x 8.5" , pencil, and wax pastel on paper, 2022.
Joseph O'Neal – shhhhh, 7" x 5" x 2.5", acrylic on canvas, 2021.

Plato schreef teksten in dialoogvorm, een vorm die uitgaat van een duidelijke ‘wij’, hij laat zijn leermeester Socrates aan het woord. De afzonderlijke ideeën van deze wijsgerige grondleggers zijn niet te onderscheiden. Wiens inzichten worden verkondigd als het ‘personage’ Socrates aan het woord is, wiens authentieke geniale ideeën lezen we? … Maakt het uit? De uitspraak dat alles ‘een reeks voetnoten bij het werk van Plato’ is, wordt door het zaaltje beantwoord met een instemmende lach. Ook achter iedere literaire tekst gaat een bronnenlijst schuil, vervolgt Lijster. We putten met z’n allen uit een collectieve ideeënpoel, er ontstaan parallellen, syntheses, contradicties, extremen, toevalstreffers, en doodlopende wegen. Maar we praten en zoeken samen. De ervaring in het zaaltje in Gent biedt hoop.

Terug in de collegezaal in Amsterdam zegt Doorman dat er sinds de Romantiek van kunstenaars wordt verwacht dat ze authentiek zijn. Dat wil zeggen, trouw aan zichzelf. In een interview noemt hij authenticiteit niet alleen de grootste obsessie van onze tijd, maar vraagt zich bovendien af of we er ooit nog vanaf komen.[6] Moeten we deze obsessie dan maar voor lief nemen? Ik denk het niet. Misschien worden vooral de ‘ik-gerichten’ gezien, omdat ze zoveel ruimte krijgen, of afdwingen. Misschien benemen zij het zicht op de kudde die ik zoek. Een kudde kundige schrijvers, zoals het gezelschap in het zaaltje, die zonder schreeuwen of schelden meerstemmigheid bespreekt en iets anders zoekt dan één alles verklarend antwoord. Een ‘eigen’ tekst is een fictief idee. Dat geldt ook voor deze tekst. Want een essay, roman of gedicht ontstaat altijd uit een oneindige poel van caleidoscopische kennis. We moeten alleen nog uitvinden hoe we deze gezamenlijkheid gaan organiseren, zonder hekjes.

De redactie van Mister Motley heeft (in overleg) gekozen voor de werken van Joseph O’Neal vanwege de thematische connectie met het artikel.

Joseph O'Neal – for us 1, 5.5" x 4.25", pencil, and wax pastel on paper, 2022.

Voetnoten

[1] (Gobeil, 1965)
[2] (Randstad, 2022)
[3] (Doorman, 2020: 13)
[4] (Lecompte, 2022)
[5] (Potter, 2011: 13)
[6] (Zwaan, 2019)

Referenties

  • Persoonlijke communicatie in colleges, lezingen en gesprekken met: Gustaaf Peek, Maarten Doorman, Arnon Grunberg, Ernst van Alphen, Eva Peek, Wannes Gyselinck en Thijs Lijster,
  • https://www.randstad.nl/werknemers/opleidingen (Geraadpleegd op 19/10/2022).
  • https://www.human.nl/het-filosofisch-kwintet/interviews/maarten-doorman.html  (Geraadpleegd op 20/10/2022).
  • Doorman, M. (2020) Wie is wie als ik (niet) ik ben? In: Ik ben ik. Concordia
  • Lecompte, D. (2020) Opinie: Moet Mai Spijkers nou ook al lief, koddig en kleurloos zijn? Laat hem in zijn waarde, De Volkskrant 20 juni 2020 https://www.volkskrant .nl/es-bf08f264 (Geraadpleegd op 22/10/2022).
  • Gobeil, M. (1965) Interviews: Simone de Beauvoir, the art of fiction, No. 35 (Bernard Frechtman, trans.). Paris Review, 34.
  • Potter, A. (2011) The authenticity hoax: How we get lost finding ourselves. Emblem Editions.
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaags kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later