De oneindige relevantie van David Wojnarowicz
Léon Kruijswijk onderzoekt in dit essay naar het leven en werk van David Wojnarowicz
My friend across the table says, “I don’t know how much longer I can go on… Maybe I should just kill myself.” (…)
I asked him, “If tomorrow you could take a pill that would let you die quickly and quietly, would you do it?”
“No,” he said, “Not yet.”
“There’s too much work to do,” I said.
“That’s right,” he said. There’s still a lot of work to do…”
(Uit: David Wojnarowicz. Post Cards from America. A Memoir of Disintegration. 1989)
In 1989 citeert de Amerikaanse kunstenaar David Wojnarowicz (VS, 1954-92) dit gesprek in Post Cards from America: X-Rays from Hell. Het is een van de bekendste boeken van zijn hand, waarin hij intrigerende persoonlijke ervaringen en verhalen combineert met kritische reflecties op de ongelijke status van LGBTQI+ mensen in de Verenigde Staten en de lakse houding van de Amerikaanse overheid aangaande de HIV/Aids epidemie die over de wereld woedt. Het citaat is exemplarisch voor zijn vastbeslotenheid om op artistieke en persoonlijke wijze deze twee maatschappelijke onderwerpen te bespreken die toen door een meerderheid van de bevolking, de kerk en de overheid genegeerd werden of, sterker nog, als probleem van de zondige LGBTQI+ gemeenschap werden afgedaan. De overheid en dominante instanties keken liever weg van de Aids crisis, dan zich in te zetten voor oplossingen.
De autodidact Wojnarowicz was zeker niet alleen schrijver. Zijn oeuvre bestaat grotendeels uit schilderijen, installaties, foto’s en video’s. Zijn werk dat altijd zowel persoonlijk als politiek van aard is heeft in de afgelopen twee jaren hernieuwde aandacht gekregen, getuige de tentoonstelling History Keeps Me Awake at Night in het Whitney Museum in 2018 en de recente tentoonstelling David Wojnarowicz. Photography & Film 1978 – 1992 in KW Institute for Contemporary Art, En dat is terecht in onze tijd van sociale onzekerheid en een steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk, tussen progressief en conservatief, en op het gebied van maatschappelijke privileges.
Zijn werk dat altijd zowel persoonlijk als politiek van aard is heeft in de afgelopen twee jaren hernieuwde aandacht gekregen.
Vanwege een instabiele gezinssituatie en gewelddadige vader leefde Wojnarowicz al als tiener op de straten van New York City waar hij zichzelf prostitueerde om te overleven. Dit rauwe leven maakt hij vanaf eind jaren zeventig voelbaar met zijn kunst vol literaire invloeden, symbolen, referenties aan thema’s als animisme, de vier elementen, sciencefiction, de stedelijke openbare ruimte en vergankelijkheid, evenals compassie voor de gemarginaliseerde mens, dieren en de natuur.
In de serie Arthur Rimbaud in New York Portfolio (1978-79), alle 44 foto’s waren in KW te zien, laat Wojnarowicz vrienden met een masker van Arthur Rimbaud poseren in stedelijke omgevingen, die betekenisvol zijn voor de queer gemeenschap in NYC van die tijd. Wojnarowicz identificeerde zich met de Franse poet die 100 jaar eerder leefde, ook openlijk homoseksueel en een outsider was. Toentertijd wist de Amerikaan alleen nog niet dat hij net als Rimbaud aan een ziekte verkregen door seks zou overlijden. Door het plaatsen van de poet in NYC verkent de serie parallellen tussen verschillende tijdsperiodes en bevraagt in hoeverre de maatschappelijke positie van outsiders wel of niet verbeterd is in de tussentijd. Ook kunsthistorische kritiek is in een van de foto’s te lezen. De leus ‘The silence of Marcel Duchamp is overrated’ met graffiti op de muur van een verlaten pakhuis is gespoten, siert de foto. De slogan maakt Wojnarowicz zijn overtuiging dat kunst geëngageerd en vol verwijzingen moet zijn expliciet.
Het schilderij Peter Hujar Dreaming / Yukio Mishima: Saint Sebastian (1982), dat vorig jaar te zien was in het Whitney, verbeeldt de dromerige ondertoon die van terugkerende aard is in zowel de boeken als de beeldende kunst van Wojnarowicz. Zijn mentor, vriend en grote liefde Peter Hujar (1934-87) ligt te dagdromen met boven hem de Japanse poet, schrijver en activist Mishima Yukio (1925-70). In Yukio’s teksten, hoewel getrouwd met een vrouw, zijn geregeld homoseksuele toespelingen te lezen. De twee zijn omringd door de met pijlen doorzeefde torso van Sint Sebastiaan, een icoon van het mannelijk naakt dat al eeuwenlang geassocieerd wordt met homoseksualiteit. Het thema religie komt, niet zonder de verwachte controverse, regelmatig voor in het werk van Wojnarowicz. De combinatie van zoveel verschillende thema’s vormen de krachtige kern van het werk van Wojnarowicz. De kijker ontdekt iedere keer weer diepere lagen, maakt hij nieuwe associaties en kan hij andere verbindingen leggen. Met een vaak dromerige ondertoon geven ze een blik in de associatieve gedachtes van de kritische, observerende kunstenaar met een poëtische sensitiviteit voor wat om hem heen gebeurt.
Hij strijdt voor een gelijkwaardige behandeling van mensen met HIV en Aids.
Als zijn mentor Hujar in 1987 overlijdt aan gevolgen van Aids en hijzelf een tijd later met HIV gediagnosticeerd wordt, versterkt zijn activistische toon zowel in zijn werk als in het alledaagse leven. Hij strijdt voor een gelijkwaardige behandeling van mensen met HIV en Aids. In KW stond deze persoonlijke geschiedenis direct in de eerste ruimte centraal. Op een tafel lag een brief van de arts van Hujar met de ongelukkige mededeling dat hij HIV positief is. Wojnarowicz tekende op eenvoudige wijze twee kussende mannen erop, alsof het een doodle is die hij gedachteloos maakt tijdens een telefoongesprek. De eenvoud van de tekening in combinatie met het ingrijpende bericht visualiseert hoe de grote angst voor een virus met een terminaal gevolg destijds onderdeel was van de alledaagse liefde van twee mannen. Dat gevolg komt sterk tot uiting in de foto’s die Wojnarowicz enkele minuten na het overlijden van Hujar neemt, die naast de brief zijn geplaatst. De confronterende en intieme foto’s van het levenloze, uitgemergelde lichaam maken gelijk duidelijk dat de tentoonstelling en het werk van Wojnarowicz over de meest natuurlijke gebeurtenissen gaat: leven en dood, zij het in een complexe sociaal-politieke context.
Die context maakt het werk van Wojnarowicz – helaas – immer relevant. Hij spreek daar onder andere over in ITSOFOMO (In the Shadow of Forward Motion) (1989/2018) een 4-kanaals video installatie die in KW te zien was. De installatie is als een immersieve trip door het oeuvre van Wojnarowicz bestaande uit een mix van fragmenten uit zijn video’s, teksten die hij voordraagt en sferische muziek van Ben Neill. Door het accelererende tempo van de muziek en de toenemende woede van de stem voelt de video alsof het een flits is door een leven dat ineens een andere explosieve wending heeft gekregen, heen en weer bewegend tussen herinneringen, beelden van dieren en de natuur, en fragmenten uit de media. Met een intense bevlogenheid spreekt Wojnarowicz van de pre-invented world. De door hem gemunte term refereert aan het heersende maatschappelijke apparaat dat een bepaalde werkelijkheid in stand houdt, zoals de overheid, de mainstream media en corporate industrieën. Dat apparaat wordt gemaakt door een one tribe nation bestaande uit de homogene conservatieve bovenklasse, die contrasteert met de keur aan diversiteit zoals te vinden in de natuur, seksualiteit en spiritualiteit. Wojnarowicz – arbeidersklasse, ongeschoold, queer en HIV positief – brengt met zijn werk andere groepen aan het licht die gemarginaliseerd zijn maar evengoed tot de werkelijkheid behoren.
Vandaag de dag wordt de waarde van mensenlichamen en –levens nog steeds bepaald door een klein aantal heersende instituten, waarbij het ene lichaam en leven als minderwaardig wordt beschouwd ten opzichte van het andere.
Vandaag de dag wordt de waarde van mensenlichamen en –levens nog steeds bepaald door een klein aantal heersende instituten, waarbij het ene lichaam en leven als minderwaardig wordt beschouwd ten opzichte van het andere. Een krachtig voorbeeld zijn de recente golven van vluchtelingen in Europa en de VS die op pijnlijke wijze duidelijk maken dat we nog steeds in een wereld leven met een complexe sociale hiërarchie. Een ander voorbeeld als het aankomt op de toegankelijkheid van zorg: NRC publiceerde recentelijk een artikel dat, hoewel het algemene beeld van transgenders steeds positiever wordt, de zorg voor hen vanwege lange wachttijden enorm onder druk staat, wat leidt tot ingrijpende gevolgen voor het transitieproces. Bovendien brengt de gehele discussie rondom PrEP – een medicijn dat een Hiv-infectie voorkomt – opnieuw aan het licht dat er bijvoorbeeld in Nederland geen haast geboden is bij de verbetering van mensen die binnen de risicogroepen voor een HIV infectie vallen (lees: mannen die seks hebben met mannen, drugsverslaafden en sekswerkers). Onderzoeken hebben allang bewezen dat PrEP nieuwe Hiv-infecties voorkomt en op de langere termijn ook economisch gewin oplevert, aangezien PrEP-medicatie goedkoper is dan HIV-behandelingen. Onder andere in de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk wordt PrEP al een tijd vergoed; in Nederland en Duitsland is het besluit tot vergoeding pas dit jaar genomen en is de precieze termijn nog onduidelijk.
Het omarmen van meerdere disciplines, de terugkerende thema’s, de vele onderlinge referenties en de steeds nieuwe associaties die men krijgt, geven het werk van David Wojnarowicz een kracht die symbool staat voor de complexiteit en onmogelijkheid om het leven en het ongelijkwaardige systeem waarin we leven te begrijpen. Reflecteren op zijn werk en de tumultueuze periode waarin hij leefde, biedt een bron van inspiratie voor de politieke en persoonlijke strijden die we vandaag de dag in een snel veranderende wereld moeten voeren. Dat opborrelende, activistische gevoel beschrijft hij krachtig met de volgende woorden:
“(…) When I read the newspaper article I felt something stirring in my hands; I felt a sensation like seeing oneself from miles above the earth or like looking at one’s reflection in a mirror through the wrong end of a telescope. Realizing that I have nothing left to lose in my actions I let me hands become weapons, my teeth become weapons, every bone and muscle and fiber and ounce of blood become weapons, and I feel prepared for the rest of my life.”
(Uit: David Wojnarowicz. Post Cards from America. A Memoir of Disintegration. 1989)
David Wojnarowicz and Ben Neill, ITSOFOMO – In the Shadow of Forward Motion, 1989/2018.
Video still taken from VHS transferred to digital video. Installation view of the exhibition David
Wojnarowicz Photography & Film 1978–1992, KW Institute for Contemporary Art, Berlin, 2019.
Courtesy Marion Scemama. Photo: Frank Sperling.
Léon Kruijswijk deed in 2018/19 met ondersteuning van het Mondriaan Fonds een curatorial fellowship bij KW Institute for Contemporary Art in Berlijn, in het kader van de tentoonstellingen David Wojnarowicz. Photography & Film 1978–1992 en TIES, TALES AND TRACES. Dedicated to Frank Wagner, Independent Curator (1958–2016). Voor Mister Motley schrijft hij twee artikelen over HIV en Aids activisme in de hedendaagse kunst om te reflecteren op de werkzaamheden en onderzoeksbevindingen van zijn fellowship.