Alex de Vries

Emotie verbinden aan materie – Op atelierbezoek bij Dinie Besems

Interview
23 september 2022

Niet alleen met haar conceptuele benadering van wat het sieraad kan zijn maakt Dinie Besems een uitzonderlijk statement in de beeldende kunst, maar ook door de wijze waarop ze invulling geeft aan haar praktijk. Ze wacht niet af totdat ze aan de beurt is, maar dwingt haar eigen positie af. “Ik wil maar zeggen: ga niet zitten afwachten; als er niets gebeurt, organiseer het dan zelf. Dat kan dus ook in je huiskamer of in je keuken. Nodig mensen uit. Laat zien wat je maakt en doet.”

“Ik ben kunstenaar van geboorte,” zegt Dinie Besems (Oosterhout, 1966). Als jongste uit een gezin met twaalf kinderen is haar altijd meegegeven dat ze alles zelf moest kunnen maken en doen. Met dyslexie als een naar haar hand te zetten eigenschap doorliep ze de door haar verfoeide huishoudschool om via de vakschool edelsmeden in Schoonhoven en de Gerrit Rietveld Academie een eigenzinnige praktijk in de beeldende kunst te beginnen. Met haar radicale en compromisloze manier van werken laat ze zien dat het kunstenaarschap vooral een kwestie is van mentaliteit.

Hoewel ze de huishoudschool als een vernedering en ontkenning van haar talent onderging, was het wel haar leraar handenarbeid meneer Goossens die haar daar op het spoor zette om haar natuurlijke aanleg optimaal te benutten. “Ik ben iemand die leert in de praktijk. Om mezelf te kunnen zijn heb ik me vrijgevochten. Dat begon op mijn achttiende toen ik thuis de keus had om als verjaardagscadeau een naaimachine te krijgen of lessen om mijn rijbewijs te halen. Ik ging voor het rijbewijs. Een paar jaar later, tussen mijn twintigste en tweeëntwintigste, heb ik de navelstreng echt doorgeknipt om te kunnen zijn wie ik ben, wetend wat ik kan. Daar ben ik heel blij mee, want ik hou heel erg van mijn talent. Meneer Goossens deed me al inzien dat ik op mijn best ben als ik me niets laat opleggen, als er een zekere mate van abstractie in mijn werk ontstaat, weg van het eigen verhaal. Als Brabants meisje voor wie de huishoudschool goed genoeg was, kreeg ik mee dat ‘het niet veel was’ – ik was voorbestemd om dom te blijven – en aan dat verschrikkelijke vooroordeel heb ik me ontworsteld.”

Dinie Besems.

Voordat Dinie Besems naar de Gerrit Rietveld Academie ging, studeerde ze een jaar aan de kunstacademie in Arnhem. Met haar vooropleiding in Schoonhoven was haar toelating niet vanzelfsprekend, maar ze werd er aangenomen wegens uitzonderlijk talent. “Dat was het blijste moment van mijn leven. In Arnhem bestond het eerste jaar uit een semester basisvakken en een semester vakstudie. Ik koos voor de studie 3D Design, maar ik kon niet aarden in Arnhem. De opleiding was me te veel gericht op productontwerp, daarom stapte ik over naar edelsmeden aan de Gerrit Rietveld Academie met docenten als Onno Boekhoudt die weliswaar sieraadontwerper was maar ook schilderde. Daar werd vanuit ideeën over vrije vormgeving, zoals geformuleerd door kunsthistorica Marjan Unger, het sieraad als beeldende kunst benaderd. Dat gebeurde onder invloed van mensen als Otto Künzli. 

Tijdens haar studie en in het begin van haar beroepspraktijk liet Dinie Besems zich kennen als een kunstenaar die het sieraad benaderde als een zintuiglijk ontwerp. Ze studeerde af met onder meer een ketting van smeltende ijsblokjes en ze maakte de krijtjesketting die afgaf op de drager ervan, al snel gevolgd door de kloteketting die je als een mannelijk geslachtsdeel om je nek kon hangen. “Op de Rietveld ontdekte ik dat ik niet zo goed was in het ambachtelijke en dat het me meer ging om hoe je naar de dingen kon kijken en er betekenis aan kon geven. Het sieraad was daarmee voor mij niet enkel lichaamsversiering of een juweel, maar een wereld aan mogelijkheden. Ik vroeg me af wat het sieraad allemaal kon zijn. Die vraag werd vooral ook gestimuleerd door de groep studenten waarvan ik deel uitmaakte met klasgenoten als Annemiek Mion en Theo Smeets. We hadden een fijne groep. Het ging mij erom hoe ik emotie kon verbinden aan materie en dat het sieraad op meerdere zintuigelijke niveaus kon functioneren, dat het pijn kon doen, bijvoorbeeld, of sporen kon achterlaten.
Het komt erop neer dat ik me in een constante staat van verbazing bevind over wat ik om me heen zie en dat inspireert me mateloos. Dan kom ik op vragen als ‘waarom is een tas een tas?’ Dan bedenk ik wat nog meer een tas zou kunnen zijn, hoe je daar anders tegenaan kunt kijken en anders mee kunt omgaan. Kun je bijvoorbeeld in een tas wonen?”

Kloteketting – Dinie Besems. Foto: This Wolzak.

Als Dinie Besems op de snikhete dag van het atelierbezoek in de zomer van 2022 iets te drinken aanbiedt, haalt ze eerst een leeg glas uit de vriezer dat ze daar eerder heeft ingezet om echt een koel drankje te kunnen serveren. Het typeert haar manier van praktisch vooruitdenken. Het gekende wordt continu bevraagd op andere mogelijkheden. Dat blijkt ook uit haar opvatting over het atelier. Een vaste werkruimte buitenshuis heeft ze al jaren niet meer. Dat bleek financieel onhaalbaar. Ze werkt in haar huurwoning aan de Amsterdamse Oostenburgergracht, een bescheiden appartement waarin alles in het teken staat van haar werk. Hier, en op andere, bijzondere locaties – zoals de Schreierstoren, de kluizen in de Beurs van Berlage en – illegaal – in een brugwachtershuisje – organiseert ze ook jaarlijks haar Salon, een ontvangst van mensen aan wie ze haar werk laat zien.
“Dat atelier aan huis bevalt heel goed. Als ik grootschalig werk uit moet voeren, dan huur ik tijdelijk weleens een studio, of ik ga naar kunstenaarswerkplaatsen met faciliteiten die ik thuis niet heb. Ik heb bijvoorbeeld drie jaar een dag in de week gewerkt bij glaskunstenaar Amanda Spoel waar ik kon improviseren en allerlei technieken uitprobeerde. Ik ontdekte dat ik glaskralen ook in hout kon uitvoeren en daaruit zijn mijn sculpturale mannetjes ontstaan.”
Op de laatste editie van BIG ART op het HEM-terrein liet Dinie Besems in een cirkelopstelling tientallen van die houten ‘mannetjes’ zien die als een invasie van buitenaards leven met een fluïde genderidentiteit in de expositieruimte was neergedaald. De kring van talloze houten figuurtjes die als miniatuurwezens in hun massaliteit toch een grootse aanwezigheid hadden, zetten het idee van sekseverschillen op losse schroeven. Dinie Besems spreekt dan zelf wel van ‘mannetjes’, maar het zijn toch vooral dierlijk aandoende non-binaire variaties op voodoopoppetjes die zo door het materiaal waaruit ze zijn opgebouwd bestoken zijn dat ze tot iets onheilspellends zijn voorbestemd. Hun sculpturale gedaante tilt hen boven hun uiterlijk van houten pop uit. Met die intentie zijn ze niet gemaakt. Daarvoor heeft Dinie Besems als kunstenaar al in een veel eerder stadium afscheid genomen van de functionele beperking die kleeft aan het vak van ontwerper. Toch is ieder individueel houten sculptuurtje een soort amulet, een talisman die een karakteristiek aspect van de persoonlijkheid van de mens als zodanig, en Dinie Besems in het bijzonder, vertegenwoordigt of in ieder geval haar verhouding daartoe verbeeldt.

Dinie Besems maakt niet alleen met haar conceptuele benadering van wat het sieraad kan zijn een uitzonderlijk statement in de beeldende kunst, maar ook door de wijze waarop ze invulling geeft aan haar praktijk. In het begin van haar loopbaan presenteerde ze haar werk nog in de vooraanstaande presentatieruimte voor vrije vormgevers en ontwerpers Galerie Ra, maar ze is inmiddels al jaren zelfstandig ondernemer als het op de verkoop van haar werk aankomt. Ze was al op de academie bezig met het ontwikkelen van haar eigen website en was een van de eerste kunstenaars in Nederland die het internet gebruikte om haar werk zichtbaar te maken. Tegelijkertijd veronachtzaamt ze de analoge wereld niet door periodiek haar beeldende ideeën te presenteren in haar eigen tijdschrift OIAAIO waarvan ze inmiddels elf nummers heeft uitgebracht en dat ‘on demand’ wordt gedrukt voor belangstellenden. In de thematische nummers van dit beeldmagazine stelt ze op een associatieve manier de omgang van de mens met eigentijdse onderwerpen en problemen aan de orde zoals onze verhouding tot dieren of het landschap, maar geeft ze ook een persoonlijk reisverslag over Japan en heeft ze het over haar eigen werk zoals de theekommen die ze maakte in het Europees Keramisch Werkcentrum.
Eerder al maakte ze een ander tijdschrift dat Gebakken Lugt heette en dat een taliger karakter had. “Het werkt bij mij zo: ik neem iets waar en krijg dan zin in iets wat ik vervolgens nogal maniakaal en extreem onderzoek en verbeeld. Toch ben ik niet zo’n bewust iemand. Ik leef gewoon en al werkend en doende bestudeer ik iets, zonder mezelf vast te zetten. Je moet niet van jezelf denken dat je de enige bent die uniek is. Andere mensen zijn dat ook. Je parameters veranderen als je deel uit gaat maken van een andere groep. Ik ben mij ervan bewust dat ik met betrekking tot mijn eigen werk een grote verantwoordelijkheid heb. Als ik ergens niet voor word gevraagd dan doe ik het zelf. Ik was twee jaar van de academie af en in de pers werd aan mijn werk geen aandacht besteed. Ik heb toen aan schrijver Gert Staal gevraagd of hij een stuk over me wilde schrijven alsof ik een expositie had in een grote galerie in New York, de zogenaamde FOG Gallery. Later bleek een galerie met die naam echt te bestaan. Die tekst met afbeeldingen heb ik laten vormgeven door Thomas Widdershoven en in zwart-witkopieën onder belangstellenden verspreid, alsof het een gekopieerd artikel uit een belangrijk tijdschrift was. Ik stond in dit neptijdschrift uiteraard zelf op de cover, wat later ook in het echt gebeurde. In diezelfde tijd besteedde NRC Magazine namelijk aandacht aan sieraadontwerpers en daarvoor werd ik ook uitgenodigd. We kregen allemaal een fotoshoot bij Erwin Olaf en de redactie belde me op of ik het goed vond dat ze de foto van mij op de cover van het magazine zetten. Ik wil maar zeggen: ga niet zitten afwachten; als er niets gebeurt, organiseer het dan zelf. Dat kan dus ook in je huiskamer of in je keuken. Nodig mensen uit. Laat zien wat je maakt en doet. Ik heb een ontvangst in mijn keuken gehouden waarbij ik gebruiksvoorwerpen en interieuronderdelen uit mijn keuken in 3D had laten printen, alles in het blauw. Die printer had ik met mijn toenmalige vriend zelf gebouwd. Ik ben in de wereld heel klein, maar zo monumentaal als ik maar zijn kan.” 

Dinie Besems wacht niet af totdat ze aan de beurt is, maar dwingt haar eigen positie af. Haar eigen tekortkomingen zet ze om in verstrekkend werk. Op haar tekeningen kreeg ze vaak kritische reacties en die weerhielden haar ervan om haar drang om te tekenen te volgen. Daar zette ze zich uiteindelijk overheen en nu is het tekenen een vrijwel dagelijkse bezigheid. Ze maakte een publicatie met daarin uitbundige tekeningen over expliciete seksualiteit waarin ieder cliché over wat in die zin wel of niet mag worden getoond op een vrolijke manier met voeten wordt getreden. Aan haar dyslexie ging ze voorbij door haar liefde voor letters en taal om te zetten in strips. In samenwerking met dichter Piet Gerbrandy gebruikte ze citaten uit zijn werk door ze in platte halssnoeren te verwerken, samengesteld uit minuscule glaskralen. In 2011 maakte ze een publicatie over haar project Pick Poetry in Natte Letters door tekstflarden met een in water gedrenkte schoonmaakmop op Amsterdamse straten en muren te schrijven. De vluchtigheid van de verdampende letters legde ze fotografisch vast als haar beeldtaal. 

Vanuit de discipline van het sieraadontwerpen heeft Dinie Besems zich ontwikkeld tot een beeldend kunstenaar van wie veelzijdigheid het handelsmerk is geworden. Ze is onmiskenbaar een representant van de vrije vormgeving doordat ze als kunstenaar de grenzen van ambachtelijkheid en vakgerichte denkwijzen overschrijdt. Ze doet dat brutaal en humoristisch, maar tegelijkertijd ernstig en principieel. Een uitgesproken werk in het sieraadontwerpen, gemaakt in 2006, is daar een voorbeeld van. “Het zijn filigrein ringen die je niet met de hand kunt maken. Ze bestaan uit lasergesneden roestvrijstaal en komen volledig geautomatiseerd tot stand. Ze zijn zo fijnmazig dat de machine ze wel kan maken, maar dat je ze niet kunt gieten. Ik zoek als een pionier naar de mogelijkheid om steeds iets nieuws te beginnen.” 

Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaagse kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later