Er is nooit niks, er is altijd iets – in gesprek met Quinsy Gario
Een gesprek over het kunstproject ‘Zwarte Piet Is Racisme’ en de praktijk van Gario
Naar aanleiding van dit interview is er bij Mister Motley een klacht binnen gekomen waarin wordt gesteld dat er belangrijke informatie ontbreekt over de anti-Zwarte Piet beweging in Nederland. De komende tijd zal Mister Motley artistieke mensen uit de Anti-Zwarte Piet beweging interviewen om een breder perspectief te krijgen op deze beweging en op de vraag wat de kracht van kunst is bij de ongelijkheidsstrijd. Deze interviews, met Raul Balai en Lydienne Albertoe, zijn respectievelijk hier en hier te lezen.
Tien jaar geleden werden er vier mensen gearresteerd bij de landelijke Sinterklaasintocht in Dordrecht. Twee mensen hadden T-shirts aan die volgens de politie de orde verstoorde waardoor één van hen met bruut geweld afgevoerd moest worden. De letters op de T-shirts steken sterk af: Zwarte Piet is Racisme. De boodschap is doorgrondend en duidelijk maar de reacties zijn uiteenlopend. Om terug te kijken op de afgelopen tien jaar, spreek ik Quinsy Gario over dit kunstproject en de ontwikkeling van zijn praktijk als kunstenaar.
Jeanine van Berkel
De Zwarte Piet Is Racisme (2011 – 2012) actie is begonnen als kunstproject. Zou je ons kunnen meenemen naar hoe dit begonnen is en hoe zich dat ontwikkeld heeft tot wat het nu is?
Quinsy Gario
Eigenlijk zijn er twee startpunten: 3 december 2010 na de radio-uitzending van Giel Beelen en 1 juni 2011 toen ik voor het eerst het Zwarte Piet Is Racisme T-shirt droeg in Café de Bastaard in Utrecht voor de U-Slam Poetry Slam. Nadat ik op de radio was geweest bij Beelen, had ik een vormend gesprek voor de ontwikkeling van wat Zwarte Piet Is Racisme is. Die radio-uitzending was een fascinerende gebeurtenis. Het was een van mijn eerste keren in Hilversum en gelijk illustratief voor mijn latere verhouding tot de Nederlandse media. Terwijl ik feiten presenteerde over waarom Zwarte Piet racisme is zette Beelen mijn microfoon uit. Ik dacht toen bij mezelf, “Wow, wat gebeurt hier? Ik word letterlijk monddood gemaakt.”
Het was zo’n uitzending waar mensen konden inbellen en de overheersende houding van de bellers was dat het niets met racisme te maken had. Aan het einde van de uitzending was er iemand die belde om te vertellen dat zijn mening over Zwarte Piet was veranderd. In een tijdspanne van een kwartier kan er dus een gedachtegang worden omgedraaid. Na afloop belde ik met een vriendin die had geluisterd en ze zei, “Let’s go. Dit zijn alle dingen die we kunnen doen.” Uiteindelijk kwam daar de tentoonstelling Zwart van Roet (2011) uit met een reeks van gesprekken, een filmavond met Annette Kraus en Petra Bauer en een leesgroep met Egbert Alejandro Martina en Bel Parnell-Berry in het MC Theater.
Ook was ik al jaren bezig met verschillende kunstwerken en optredens die Zwarte Piet ter discussie stelden. In mijn poëzie had ik het vaak over de koloniale banden die Nederland nog steeds heeft. Als ik nadenk over de culturele artistieke inbedding van Zwart Piet Is Racisme dan kan ik die koppelen aan performances zoals bijvoorbeeld bij de opening van de Tolhuistuin toentertijd door de dichtgroep Poetry Circle Nowhere waar ik inzat. Hier leerde ik hoe je een performance voor groter publiek doet en hoe je kan omgaan met de reacties van mensen.
Wat me ook beïnvloed heeft, is carnaval. Door carnaval heb ik gezien dat de publieke ruimte iets is wat constant geclaimd moet worden omdat ons verteld wordt dat het niet van ons is. De hele geschiedenis van ontvoeringen, geforceerde migratie, slavernij en kolonialisme maakt dat er een andere relatie is tot de publieke ruimte en publiekelijk spreken. Dat is wat het project Zwart Piet Is Racisme probeerde te doen en wat er vervolgens op 1 juni in café de Bastaard gebeurde. Door het over Zwarte Piet te hebben tijdens een Poetry Slam op een moment in het jaar wanneer het eigenlijk nooit zou gebeuren, eiste ik ruimte op.
Jeanine van Berkel
Zou je de relatie met carnaval nog verder kunnen toelichten?
Quinsy Gario
De link met carnaval heb ik de laatste jaren pas herkend. Het komt ook door het werk van mijn familie dat nu te zien is bij Casco in Utrecht. Want hoe meer ik me ging verdiepen in carnaval, hoe meer ik eigenlijk zag dat de publieke performance van Zwarte Piet Is Racisme veel te danken had aan de Caribische cultuur, de Caribische manier van omgaan met ruimte en het Caribische lef om elementen die “niet van ons waren” om te vormen tot iets anders. Als je het over carnaval hebt, gaat het over maskerade. Het gaat over het adopteren, overnemen en veranderen van een ritueel dat hen werd opgedrongen. De tot slaaf gemaakten en ontvoerde Afrikanen in het Caribische gebied zagen de gebruiken van de Frans katholieken. Ze koppelden dit aan het oogstfeest, wat wel werd toegestaan, waarbij er suikerrietvelden werden verbrand en smokkelden daar hun eigen rituelen in. Dit alles is vervolgens het Caribisch carnaval geworden. Het werd een viering van leven en van verzet. Ook was het een weigering om te conformeren aan de beelden die over hen gecreëerd werden.
Bij Zwarte Piet Is Racisme is ook de link te zien tussen een bepaald gedachtengoed in combinatie met andere, tegenovergestelde ideeën, gebruiken en semiotiek. De beeldtaal die gebruikt is bij de letters heeft opzettelijk niets te maken met de sierlijke letters en beeldtaal die gebruikt worden omtrent Sinterklaas. De letters zijn heel hoekig en worden gezet met HEMA spuitbussen wat refereert aan bricolage en de jaren ’80 punk beweging. Het heeft te maken met het willen aanpakken van het concept van Zwarte Piet en dit compleet te strippen van alle normaliserende referenties om dit concept zo in een andere kosmologie te plaatsen. De erkenning van het racisme is het plaatsen in een ander niet-dominant denksysteem.
Jeanine van Berkel
Op wat voor een manier heeft Zwarte Piet Is Racisme jouw kunstpraktijk beïnvloedt?
Quinsy Gario
Tussen 2010 en 2011 was ik betrokken bij een groep genaamd State of L3 die opgezet was door Antonio Jose Guzman, een Panamees Nederlandse kunstenaar. Hier werd bevraagd welke beeldtaal mensen van de Afrikaanse diaspora ontwikkelen. Poetry Circle Nowhere lid Claudio Ritfeld introduceerde mij toen ook aan Dimitri Madimin die er onder andere voor heeft gezorgd dat ik samen met de legendarische Kain The Poet een performance mocht maken. Zwarte Piet Is Racisme heeft dus vele nieuwe ontmoetingen bewerkstelligd. Ik werd bijvoorbeeld door Teresa Maria Diaz Nerio geïntroduceerd aan curator Alanna Lockward op 1 juli 2011 in het Oosterpark terwijl ik bezig was met Zwarte Piet Is Racisme bij de kraam van de schrijversgroep Simia Literario.
Lockward nodigde mij uit voor de Black Europe Body Politics conferentie in Berlijn. Daar heb ik toen onder andere Walter Mignolo, Gurminder K. Bhambra, Robbie Shilliam en Jeannette Ehlers leren kennen. Zo heeft het dekoloniaal herinneren zich ook verder ontwikkeld in mijn praktijk. Door de jaren heen heb ik diepe gesprekken met ze mogen voeren over wat de ethiek is die we nastreven, maar ook over welke bevrijdingstechnieken we van het Globale Zuiden inzetten binnen het Globale Noorden.
Dit heeft mij gesterkt om het project op te zetten rondom het indienen van de klacht tegen de vergunning voor de Amsterdamse intocht in 2013. Het was belangrijk om de herhaling van de argumenten visueel te benadrukken. Dus nadat ik bij Pauw & Witteman verscheen heb ik dezelfde kleren gedragen tijdens de commissie hoorzitting over de vergunning. Maar ook bij een panel van de Europese Unie met onder andere Philomena Essed. En ook bij het programma Knevel & Van Den Brink in 2014 waarbij ik aan tafel schoof nadat ik uit het overleg was gestapt met de intochtorganisatie en toenmalige burgemeester Eberhard van der Laan. Tijs van den Brink merkte het zelfs op zonder te begrijpen dat dat de bedoeling was.
In die periode begon ik ook steeds meer naar mijn eigen familiegeschiedenis te kijken. Katy Streek had me als artist-in-residence gevraagd voor het AfroVibes festival in 2013. De performance die ik daar heb ontwikkeld, mocht ik op uitnodiging van Lockward opvoeren in Nikolaj Kunsthal en op uitnodiging van Kerstin Winking en Jelle Bouwhuis in MACBA voor het project Transfigurations. Daarna was de performance ook onderdeel van de tentoonstelling How Far How Near in het Stedelijk. Toen de PVV vragen ging stellen aan de minister van OCW over die performance was het duidelijk dat het ging om mij te intimideren. Dit was onderdeel van een lawine aan haat die mijn kant op gestuurd werd. Hieruit kwam het project Hoe Doe Je Aangifte Tegen 770 Mensen tot stand. Dat project deed ik samen met mijn moeder en broer waarbij het argument is dat je jezelf pas echt tegen haat kan beschermen door je te omringen met je dierbaren.
Het luidde een belangrijke ontwikkeling in waarbij ik veel meer naar familieverhalen en anekdotes ging kijken. Zo ook persoonlijke verhalen over de opstand van 30 mei 1969 die ik mocht laten zien in het Van Abbemuseum met mijn familie en nu de reflecties over het Antilliaanse Carnaval in 1983 in Utrecht bij Casco.
Het luidde een belangrijke ontwikkeling in waarbij ik veel meer naar familieverhalen en anekdotes ging kijken
Jeanine van Berkel
Op welke manier verbindt activisme zich met jouw kunstenaarschap?
Quinsy Gario
Ik zie mezelf niet als activist. Daarnaast wil ik met het idee van mannelijke leiders die constant gezocht en opgehemeld worden niets te maken hebben. Toen ik samen met drie anderen werd gearresteerd, was de vraag aan mij of ik een leider van de beweging wilde worden. Dit is precies die valkuil waar we zo vaak in vallen. Op die manier komt niet alleen de verantwoordelijkheid van het veranderen van de wereld op een paar schouders terecht maar ook wordt al het werk dat andere mensen doen overschaduwd. Er zijn veel mensen die op verschillende manieren aantonen dat de wereld anders ingericht moet worden. Het verschil tussen de waardering van hun werk en de mijne is dat ik een beetje bekend ben. Ik vind dat we eigenlijk heel zuinig moeten zijn met begrippen als activist en activisme. Sommige mensen zoeken een podium voor zichzelf in plaats van het verbeteren van de wereld voor ons allemaal.
Het gaat om collectieve bevrijding. Dat betekent dat iedereen vanuit zijn eigen kunnen en kennis een steentje bijdraagt. Mijn rol als kunstenaar is het bedenken en presenteren van hoe de wereld er anders kan uitzien. Zwarte Piet Is Racisme is een werk dat fundamenteel zaagt aan de poten van hoe Nederland naar zichzelf kijkt. Omdat het constant bevraagt wat de functie van ‘Zwarte Piet’ is vandaag de dag. Het eisen van oplossingen voor de figuur gaat ervan uit dat het om een oppervlakkig cosmetisch vraagstuk gaat. Activisten die hapklare oplossingen bieden voor de figuur gaan ook de fundamentele vraag uit de weg om een comfortlevel te bieden aan mensen die liever wegkijken dan diep reflecteren. Nee, blijf maar even ongemak voelen. Activisme voor mij gaat over het comfort wegnemen bij de voortzetting van onderdrukking of het koloniaal gedachtegoed. Wees daar maar bewust van.
Mijn rol als kunstenaar is het bedenken en presenteren van hoe de wereld er anders kan uitzien
Jeanine van Berkel
In jouw performancekunst, komt jouw achtergrond als dichter naar voren. Door onderwerpen als dekoloniale herinnering te gebruiken in jouw performances, komt ook je achtergrond van de Caribbean naar voren. Op wat voor een manier speelt jouw achtergrond van het dichterschap in relatie tot jouw achtergrond van de ABC SSS eilanden een rol in je werk?
Quinsy Gario
Mijn tante, oom, moeder en broertje hebben een kunstpraktijk die zich niet laat inkaderen. Zij kunnen uit de dingen die er zijn altijd iets maken, zelfs als er niks is. Dat is heel erg Caribisch. Het weten dat de schaarste die andere mensen zien, voor jou een weelde is. Juist in een performance begin je uit het niets. Je bent een persoon op een podium en daaruit begint er iets. Maar die persoon is gevormd door netwerken, kennissen, leermomenten en ontmoetingen. Dus er is nooit niks. Er is altijd iets.
Door de samenwerkingen die ik doe met mijn familie, wil ik erkenning geven aan het milieu waar ik vandaan kom. Het is een soort ontmanteling van het beeld van de opzichzelfstaande mannelijke kunstenaar. Achter elke solokunstenaar zit een heel groot ecosysteem. Ook bij Zwarte Piet Is Racisme ging het om dat ecosysteem. In eerste instantie plaatste ik geen afbeeldingen van mezelf in verband met dit project want het gaat niet om mij.
Door de samenwerkingen die ik doe met mijn familie, wil ik erkenning geven aan het milieu waar ik vandaan kom
Jeanine van Berkel
Door een performance kunstenaar te zijn, speelt taal een belangrijke rol. Hoe kijk je tegen taal aan binnen je praktijk als kunstenaar?
Quinsy Gario
Ik hou van het nadenken over hoe je beelden in woorden kan vatten. Het werk wat ik nu in het Haags Historisch Museum heb, is een mooi voorbeeld van spelen met taal. De tentoonstelling Macht, 800 Jaar Binnenhof gaat over de ontwikkelingen van het Binnenhof. Samen met Amber Toorop en Brian Elstak ben ik gevraagd om een werk aan te leveren dat reflecteert op het zijpaneel De Hulde der Koloniën van de Gouden Koets. De stad Den Haag is gegroeid vanaf het Binnenhof omdat er kooplieden en ambachtslieden naartoe zijn getrokken. Een van de ambachten die ze in Scheveningen hebben is neonlicht maken en dat doet het bedrijf Neon Lewa. Met die ambacht in gedachte ben ik gaan nadenken over het woord “hulde”. Wanneer je daarmee speelt kom je erachter dat “hulde” ook in het woord “schulden” zit. Toen heb ik dus een omtrek van het paneel van de koets in neon neergezet waarbinnen het woord “schulden” wordt afgewisseld met “hulde”. In de omtrek van dat paneel samen met de wisselende woorden, kan er zoveel meer gezien worden. Woorden geven zo een hele mooie ingang tot een verandering.
Toen ik in 2011 het woord “racisme” in de mond nam, waarschuwden vrienden van me ervoor dat ik mijn carrière hiermee kapot ging maken. Maar goed, soms ben ik eigenwijs. Als we kijken naar taal, definities en de constructie van deze wereld dan begint dat bij communiceren. In mijn kunstpraktijk gaat het over hetgeen wat wel of niet verteld wordt en hoe ik die stiltes dan laat zien.
In mijn kunstpraktijk gaat het over hetgeen wat wel of niet verteld wordt en hoe ik die stiltes dan laat zien
Jeanine van Berkel
Nu, 10 jaar later, is er veel gebeurd. Wat is jouw volgende stap als kunstenaar?
Quinsy Gario
Voor de afronding van mijn fellowship bij het Sandberg Instituut heb ik een video die mijn oom in 1983 van het carnaval heeft opgenomen neergezet naast een video van hem die door de tentoonstelling bij Casco loopt. Er zit zoveel gelaagdheid in de vertoning van die naast elkaar gelegde beelden. Mijn oom heeft in Utrecht gestudeerd, maar zijn beeldtaal als schilder werd door de docenten nooit begrepen waardoor hij, buiten een praalwagen voor de Carnavalsparade die te zien is de video van 1983, nog nooit zijn werk in Utrecht heeft getoond. Voor de tentoonstelling bij Casco is hij speciaal vanuit Curaçao gekomen om te helpen met opbouwen en het plaatsen van de kunstwerken waaronder zijn schilderijen. Om te zien hoe hij dan in de presentatieruimte gewoon loopt, is heel mooi en aandoenlijk. Teder zelfs.
Dit werk is deels een reflectie voor mezelf om aan te geven dat er ook genoten kan worden zonder dat er nog iets gezegd hoeft te worden. Nu is er een tijd aangebroken om rustig te gaan reflecteren op wat er al gedaan is.