Fuck Picasso – In gesprek met Raul Balai
Over de rol van kunstenaars in de Anti-Zwarte Piet beweging
In 2011 vormden kunstenaars Femi Dawkins, Quinsy Gario, Felix de Rooy en Raul Balai het curatorenteam van het meerdaagse evenement Zwart van Roet in het MC theater in Amsterdam. De expositie die toen te zien was vormde een tandem met de Zwarte Piet is Racisme campagne en de deelnemende kunstenaars, zoals Remy Jungerman, Raquel van Haver, Patricia Kaersenhout en Charl Landvreugd, toonden werk over hun Zwarte identiteit of kritische reflecties op Zwarte Piet. Het zijn kunstenaars die de afgelopen vijf jaar veel (inter)nationale aandacht hebben gekregen voor hun werk. De tentoonstelling stond aan de vooravond van een samenleving waar roetveegpiet eindelijk gemeengoed is geworden en institutioneel racisme of witte suprematie bespreekbaar. Kunstenaars hebben een belangrijke rol gespeeld in deze maatschappelijke veranderingen en de komende tijd zal Mister Motley artistieke mensen uit de anti-Zwarte Piet beweging interviewen, zo ook Raul Balai.
In zijn werk draait het om het inzichtelijk maken van machtsstructuren: hoe ze doorklinken in de manier waarop de geschiedenis wordt verteld en gereproduceerd, en hoe ze leiden tot de samenleving die we nu hebben. Aankomend voorjaar cureert hij tevens met het team(1) van The Black Archives de tentoonstelling Facing Blackness. Opnieuw een expositie over de stereotypering van Zwarte mensen in de Nederlandse context waarbij dit keer ook wordt gekeken naar de honderd jaar lange geschiedenis van de anti-Zwarte Piet beweging.
In het interview hieronder haalt Balai vaker het woord racisme aan, dit begrip definieert hij als volgt: “Een bewuste en/of onbewuste overtuiging dat witte mensen superieur zijn aan alle andere mensen. Deze overtuiging vindt zijn oorsprong in het slavernijverleden (v.a. 15e eeuw) en wetenschappelijk racisme (18e eeuw).”
Lieneke Hulshof
Hoe ben jij je gaan inzetten voor de strijd tegen Zwarte Piet?
Raul Balai
“Één moment was daarvoor heel tekenend, dat was tijdens ‘Nederland schreeuwt om cultuur’(2). Ik stond in het publiek op het Leidseplein met Adeiye Tjon (MC Complex) en op het bordes van de Stadsschouwburg waren diverse sprekers aan het woord. Op een van de tramhokjes stonden twee mensen verkleed als Zwarte Piet. We voelden ons toen direct geen onderdeel meer van die grote mensenmassa, het had effect op ons. Visueel werd het opeens heel duidelijk dat we daar niet welkom waren, terwijl die demonstratie ook over onze positie ging in het culturele veld. En het gebeurde totaal achteloos, niemand nam aanstoot aan die clowns in blackface. Ze waren ook geen onderdeel van de organisatie, het waren gewoon individuen. Op dat moment zeiden Adeiye en ik ‘fuck dit, dit willen we niet meer’. En dat sentiment leefde op dat moment bij meerdere mensen. In die periode heb ik mensen gevraagd om samen te komen en dat gebeurde vervolgens in januari 2011 om echt actie te gaan ondernemen. “
Visueel werd het opeens heel duidelijk dat we daar niet welkom waren, terwijl die demonstratie ook over onze positie ging in het culturele veld.
Lieneke Hulshof
Ik lees in artikelen over die tijd dat er altijd veel kunstenaars betrokken waren bij de strijd tegen Zwarte Piet. Waarom is dat?
Raul Balai
“Dat ging vanzelf. Ik had een atelier in het oude Volkskrantgebouw en daar zaten veel creatieve mensen die zich begonnen in te zetten. Je had daar bijvoorbeeld ook de studio van Killing Skills zitten en Akwasi kwam daar voor zijn mastering. Ook het muziekcollectief uit Zuidoost Bijlmerstyle kwam in het Volkskrantgebouw, zij voerden in 2010 actie om in de stadsdeelraad van Zuidoost te komen. Zo leerde ik ook de rapper en dichter Jerry Afriyie kennen die later één van de centrale mensen in de beweging tegen Zwarte Piet werd. Maar ook Simone Zeefuik die ik kende via familieconnecties was al bezig met het sprekersplatform Soapbox. Wat ik er maar mee wil zeggen is dat Zwarte Piet altijd al een ding is geweest in de Zwarte gemeenschap, maar ik denk dat in 2010/2011 de mensen natuurlijk samenkwamen en er was een logica in momentum.
Maar als je jouw vraag breder trekt, denk ik dat goede kunstenaars altijd onderzoekend zijn ingesteld en dat ze hun kijk op de wereld fileren. Kunstenaars zijn gewend om nieuwe perspectieven op de wereld te verzinnen. In die zin vind ik het wel heel logisch dat er veel kunstenaars betrokken zijn bij de anti-Zwarte Piet strijd. Het is geen toeval dat totalitaire leiders kunstenaars opsluiten of wegsturen, het zijn de mensen die als een van de eersten zeggen ‘dit kan niet, hier gooi ik mijn leven voor in de strijd’. Het is logisch voor kunstenaars om dingen aan te kaarten. “
Het is geen toeval dat totalitaire leiders kunstenaars opsluiten of wegsturen, het zijn de mensen die als een van de eersten zeggen ‘dit kan niet, hier gooi ik mijn leven voor in de strijd’.
Lieneke Hulshof
Wil je mij eens meenemen in de tentoonstelling Zwart van Roet uit 2011. Wat zien we?
Raul Balai
“Enerzijds wilden we een historisch kader scheppen over Zwarte Piet. Er was toen nog bijna niks te vinden, je kon geen narratief opbouwen over de raciale stereotypering die de figuur Zwarte Piet representeert. Dus de bezoeker kwam binnen en dan was er aan de linkerkant van de ruimte een tijdlijn. Die bracht je vanaf de Nicolaas van Myra door de tijd heen, langs allerlei mythes en blackface tradities naar Zwarte Piet in 2011. En dan waren er dus verder werken van hedendaagse kunstenaars die kritisch waren op Zwarte Piet of werk toonden over hun eigen Zwarte identiteit. Daarnaast programmeerden we ook een debat- en filmprogramma.(3) “
Lieneke Hulshof
Is er een kunstwerk uit die tentoonstelling dat jou echt is bijgebleven?
Raul Balai
“Het werk ‘Nobody is protected’ van Remy Jungerman laat heel treffend zien waar we daarna als beweging mee te maken hebben gekregen. Dit was een sculptuur van een katheder met allemaal mics erop. Wie mag er spreken over het onderwerp en door welk filter of microfoon? Hoe wordt dat geframed?
Ook het werk van Raquel van Haver was heel interessant. Het was een schilderij van een metro met mensen erin, het werk heet ‘Metro 54’ (de lijn tussen Amsterdam Centraal en de wijk Gein in Amsterdam Zuidoost, red. ) Ze schilderde daar de witte blik op Zwarte mensen in de metro. Hoe witte mensen de metro instappen en het gevoel hebben bekeken te worden door Zwarte mensen, terwijl die echt wel iets beters te doen hebben. Dit waren allebei hele interessante werken.”
Lieneke Hulshof
In de jaren na 2011 is er in de kunstwereld zelf ook veel veranderd. Het lijkt alsof er steeds meer ruimte is voor activistische of sociologische kunst. Heb je het gevoel dat de inmenging van kunstenaars in activistische bewegingen daar een rol bij heeft gespeeld?
Raul Balai
“Ja, ik denk het wel. Het is fijn dat er in de kunstwereld nu meer ruimte voor is, na jaren van droge, conceptuele abstracte dingen die de boventoon voerden. In musea kun je nu tentoonstellingen vinden over onderwerpen die spelen in het leven van mensen buiten de kunstwereld. Ik denk dat de ruimte die abstract, conceptuele kunst heeft ingenomen in de kunstwereld heel onnatuurlijk is geweest. Als je door de eeuwen kijkt, zie je dat kunst altijd propaganda of een politiek middel is geweest. Nu beweegt de kunst weer naar het midden, dat vind ik een betere balans. Er valt veel te zeggen voor alleen materiaal- of kleurbeleving, het is goed dat het er is, alleen de hoeveelheid ruimte die conceptuele, abstracte kunst ingenomen heeft in het landschap is heel raar.
Je kunt tegelijkertijd niet zeggen dat het alleen komt door de inmenging van kunstenaars in activistische bewegingen. Het is ook een mondiale beweging, het zit in de tijdsgeest. Toen ik nog bij het kunstcollectief L3(4) zat (2006/2007, red.), heeft kunstenaar Antonio José Guzman zijn ass er afgewerkt om expositieruimtes te regelen, dat was in die tijd niet te doen. Uiteindelijk kregen we een museumshow in het MHKA in Antwerpen, maar in Nederland konden we alleen tentoonstellen in kleine initiatieven, geen grote instelling die zijn vingers eraan wilde branden. Er zijn al zo veel generaties bezig met de anti-racisme of Zwarte Piet strijd. Als je kijkt naar een initiatief als WakaMan(5) of het werk van Felix de Rooy, dat zijn echt schouders waar de huidige beweging activisten en kunstenaars op staat.”
Lieneke Hulshof
Waar ligt het volgens jou aan dat instellingen anno 2022 wel open staan voor politieke of sociologische kunst?
Raul Balai
“Je kan er heel kritisch op zijn, maar er is nu een welwillendheid aanwezig in de kunst- en cultuursector voor inclusiviteit en acceptatie van verschillende perspectieven. Het idee dat de wereld mondiaal is. Ik denk dat men door activisme en het zichtbaar maken van ongelijkheid is gaan beseffen dat ze ook moeten voldoen aan het principe: “Put your money where your mouth is”.
Natuurlijk is het soms opportunisme, maar als je kijkt naar musea en instellingen in Nederland zijn zij nog de enige stem tegen de rechtste en extreem-rechtste mainstream in ons land. Het culturele veld is het enige onderdeel van de maatschappij dat zichtbaar een alternatief discours naar voren wil brengen. Ook al zijn het dan soms kleine stapjes.
Na George Floyd stonden Nederlandse instituten opeens open voor diversiteitsquota, training en ook kritiek. Dat komt niet uit het niks als je kijkt naar die tien jaar anti-Zwarte Piet strijd. Ik denk dat die beweging een breekijzer is geweest om het in Nederland te hebben over racisme en dat George Floyd een lont in het kruitvat was.”
Natuurlijk is het soms opportunisme, maar als je kijkt naar musea en instellingen in Nederland zijn zij nog de enige stem tegen de rechtste en extreem-rechtste mainstream in ons land.
Lieneke Hulshof
Stel dit interview vindt over tien jaar nogmaals plaats. Hoe hoop je dan dat de Nederlandse kunstwereld eruit ziet? Wat moet er nog veranderen?
Raul Balai
“De rol van wat kunst is binnen de maatschappij moet veranderen. Waar is een museum voor? Wat laat je wel en niet zien? Ik vind de huidige Kirchner en Nolde tentoonstelling(6) in het Stedelijk Museum een goed voorbeeld van de transitieperiode waar we in zitten.( in deze expositie wordt getoond hoe de uitgesproken beeldtaal van deze twee modernisten samenhangt met het koloniale gedachtengoed, red.).
Ik zeg al jaren “fuck Picasso”. We kunnen hem gewoon laten waar hij is. Hij was toen misschien belangrijk, maar hij is een misogyne racistische klootzak, waarom zou je hem een podium moeten blijven geven? Wanneer komen we op het punt, dat we echt in die toekomst durven te stappen? Wat houdt ons tegen om te beginnen, of het nou museumshows of straatnamen zijn, om inspirerende, toekomstgerichte dingen te doen die wegstappen van onze problematische geschiedenis? Zonder het weg te hoeven gooien, ik begrijp dat het goed is om te weten waar je vandaan komt. Je kunt niet in het heden staan zonder het verleden te kennen. Maar mensen die van kunst houden moeten gaan beseffen dat de kunstcanon een white supremacy bullshit is. En zeker het modernisme, dat is één grote nare koloniale jatbende.
Het is niet zo dat mensen van kleur daar enkel last van hebben, het schaadt ons allemaal. Dus zo’n tentoonstelling in het Stedelijk is heel goed om dat narratief te belichten, zonder de daadwerkelijke kunstwerken teniet te doen. Daarmee verliezen we ook niets, het enige waar we geconfronteerd mee worden is dat we iets foutiefs aangeleerd hebben gekregen door een vorige generatie.“
Mensen die van kunst houden moeten gaan beseffen dat de kunstcanon een white supremacy bullshit is. En zeker het modernisme, dat is één grote, nare, koloniale jatbende.
Lieneke Hulshof
Dit jaar ben je nauw betrokken als curator bij de komende tentoonstelling van The Black Archives Facing Blackness(7), opnieuw een tentoonstelling over stereotypering van Zwarte mensen in een Nederlandse context en de geschiedenis van Zwarte Piet. Waarom is het belangrijk dat deze tentoonstelling er komt?
Raul Balai
“Men richtte zich in 2021 heel erg op die tien jaar in de anti-Zwarte Piet beweging, maar eigenlijk is het een geschiedenis van honderd jaar verzet. Dat gaat in golven, met steeds min of meer dezelfde golven (demonstraties, contact met scholen, petities etc). Dat gaan we inzichtelijk maken. Een ander component van de tentoonstelling is de everydayness of the object.
Als we kijken naar hoe het gesprek over racisme in Nederland plaatsvindt, ziet men het toch nog vaak als een exportproduct, alsof alleen Amerika racistisch is. Dat gegeven nemen we als vertrekpunt om te kijken naar objecten die aanwezig zijn in onze eigen Nederlandse geschiedenis. Als je alle objecten gaat plaatsen, zie je heel duidelijk racistische kinderboeken, advertenties, schoenpoets crème, noem het maar op. Overal zie je stereotypering van de Zwarte mens in de Nederlandse (beeld)geschiedenis terug. Daar maken we een verhaal over met hedendaagse kunstenaars, over de aanwezigheid van deze objecten in de Nederlandse context en het verzet van Zwarte mensen tegen de stereotypering.”
Lieneke Hulshof
Wat zijn de inhoudelijke verschillen tussen deze tentoonstelling en Zwart van Roet?
Raul Balai
“De kunstenaars die we nu hebben uitgenodigd maken nieuw werk op basis van een archief waarin deze perspectieven centraal staan. Ik denk dat deze tentoonstelling subtieler omgaat met het thema en het is conceptueel inhoudelijker en fijnzinniger. De statements uit 2011 zouden nu ook een beetje out of place zijn. En ik merk dat de kunstenaars uit de tentoonstelling Facing Blackness ook bezig zijn met de legacy waarop hun kunstenaarschap deels berust. Zo maakt Jaasir Linger een kunstwerk dat de lengte heeft van zijn eigen lichaam waardoor het persoonlijk wordt, maar daarmee verwijst hij in één stap ook naar de expositie The Measurement of Presence van Remy Jungerman en Iris Kensmil in 2019 op de Biënnale van Venetië en daarmee ook naar Stanley brouwn.”
Lieneke Hulshof
Is die verandering eigenlijk ook in je eigen werk aanwezig? Is je oeuvre ook fijnzinniger geworden?
Raul Balai
“Ja, in mijn werk ben ik ook breder gaan kijken. Ik merkte op een gegeven moment dat mijn werk zich zo bleef verhouden tot witheid, terwijl ik dat niet echt prettig vond. Ik zoek nu naar bredere thema’s die ook nog steeds raken aan veel directere onderwerpen zoals antiracisme. Zoals mijn installatie I Should Love You More Than Pizza(8) (2020), die gaat over uitbuitingsmechanismes wereldwijd.
Ongelijkheid gaat niet altijd over schuld. Daar heb ik mijn interesse in verloren, dat is niet het voedende deel van het gesprek. Dat die ongelijkheid er is kunnen we constateren, dat die koloniale geschiedenis er is kunnen we constateren, maar hoe kunnen we daar vandaan komen? We dragen bijvoorbeeld allemaal sportschoenen, we weten dat het productieproces daarvan niet klopt, hoe komt het dat we die schoenen toch blijven bestellen? Hoe schizofreen is het systeem dat diegene die deze schoenen maakt in een fabriek onder vreselijke omstandigheden, waarschijnlijk zelf ook sneakers draagt?”
Lieneke Hulshof
En dit sneakervoorbeeld illustreert voor jou hoe je ongelijkheid of racisme wil aankaarten in je werk?
Raul Balai
“Ja, het ontslaat je natuurlijk niet van je persoonlijke verantwoordelijkheid, mensen moeten niet racistisch handelen. Alleen ik wil het niet hebben over schuld, maar juist over het systeem erachter. Ik wil de systematiek achter ongelijkheid invoelbaar maken en mensen daarover laten nadenken. Mensen hebben ook tijd nodig om verandering door te maken, om geïnspireerd te worden. Ik wil iets maken waardoor de ander gaat twijfelen.“