Alina Lupu

Het archiveren van nieuwe denkwijzen – ‘cancel culture’, online debat en de immer evoluerende dynamiek van het kunstveld

Essay
5 maart 2021

2021 komt met een compleet eigen cultureel kader, volgend op een erg tumultueus 2020. Het is een jaar waarin we nog steeds aan huis gebonden zijn, waarin cultuur steeds mínder toegankelijk is in persoon en in toenemende mate online, een kader waarin we meer tijd om handen hebben dan ooit en meer bereid zijn tot politiek engagement. Het is ook het jaar waarin de term ‘cancel culture’ een intrinsiek onderdeel van het vocabulaire van het kunstdiscours is geworden. Zoals met de meeste concepten die zich verspreiden onder de massa is de origine van het concept troebel. Op een zeker moment wisten we simpelweg wat cancel culture betekent, of namen we aan dat we het wisten door het af te leiden van degenen die zich er slachtoffers van maakten.

Het zou echter zonde zijn voorbarig conclusies te trekken. In het belang van het begrijpen van culturele dynamiek, is het de moeite waard wat dieper te graven in de herkomst van cancel culture om te ontdekken wat het werkelijk betekent, alsmede het machtsspel dat het onthult. Ik zal dan deze kennis gebruiken om het wat dichter bij huis te brengen en de impact te definiëren die een dergelijke term kan hebben op het lokale, Nederlandse kunstdiscours in het licht van een specifiek incident: het lopende JA-schandaal. Ik ben hier minder geïnteresseerd in de zaak zelf en meer in het discours, dat er uit voortkwam, via de weg online.

Al lijkt het alsof je de term voor het eerst gehoord hebt in 2020, stamt de term cancel culture niet uit dat jaar, maar kan het teruggevoerd worden tot het midden van de jaren 2010.  De oorsprong ervan kan gevonden worden via Black Twitter, of meer specifiek de online queer gemeenschappen van kleur, die een meta-netwerk van cultureel verbonden gemeenschappen online vormen.

De gevreesde term zelf (cancel culture)

Ik zal er meteen in duiken door te beginnen bij het definiëren van de term. ‘To cancel’ kan betekenen te stoppen met het steunen van een persoon en kritisch te zijn over zijn of haar acties. Het is doorgaans het publiek dat deze steun weigert te geven. ‘Cancelling’ kan gedaan worden door boycotten – het weigeren om iemands boeken te kopen, films te zien, te engageren in iemands kunst, enzovoorts.  Het kan ook in de vorm van het aanspreken van een instituut dat het werk van iemand, wiens acties kritisch bekeken worden, tentoonstelt of promoot; een vorm van ‘de-platforming’. Maar degenen die cancellen nemen niet het platform weg; meestal wordt het instituut dat een platform biedt middels een petitie verzocht niet langer het desbetreffende platform aan te bieden.

Al lijkt het alsof je de term voor het eerst gehoord hebt in 2020, stamt de term cancel culture niet uit dat jaar, maar kan het teruggevoerd worden tot het midden van de jaren 2010.  De oorsprong ervan kan gevonden worden via Black Twitter, of meer specifiek de online queer gemeenschappen van kleur, die een meta-netwerk van cultureel verbonden gemeenschappen online vormen. Van daar is de term verder terug te vinden in verband tot de #metoo-beweging, die in 2017 voor het eerst een centrale plaats in het debat heeft ingenomen. Via dit gebruik en deze betekenis kan het worden gedefinieerd als een intersectioneel online-gebaseerd instrument van het feminisme van de vierde golf.

Cancelling gebeurt van onderaf. Degenen die cancellen gebruiken social media-platforms (Twitter, later Instagram, Facebook, etc.) evenals financiële druk (“koop hun product niet!”) en doen dit met de uitgesproken intentie om tegen seksisme, racisme, geweld tegen vrouwen, anti-trans discours en fascisme in te gaan en om een divers, inclusief en gelijkwaardiger speelveld te bevorderen in sectoren als de gedrukte media, televisie, kunst, enzovoort. Degenen die cancellen zien geen ruimte voor discussies over racisme, seksisme, discriminatie op basis van genderidentiteit of land van herkomst. Een positie die op zichzelf progressief is.

Waarom noem ik het dan “de gevreesde term”?

Het lijkt erop dat waar cancel culture zich, in de woorden van degenen die er kritiek op hebben, verzet tegen “vrijheid van meningsuiting” en “vruchtbaar debat”, door middel van “moreel consumentisme”. Bas Heijne illustreert op prachtige wijze zijn eigen morele paniek over de term in het stuk “In de huidige ratingcultuur is de klant koning, rechter en beul“, gepubliceerd in het NRC Handelsblad. Ik zal ik hem voluit citeren:

“Het probleem met moreel consumentisme is niet zozeer dat er zoveel gecanceld wordt, maar dat het voortdurende oordelen ieder vruchtbaar debat in de weg staat. Dat is waarom die excuses en knievallen zo onecht en berekenend aandoen: ze gaan over geld en lijfsbehoud, niet over bewustwording. (…) Hoe maak je een einde aan die cultuur van hard botsende oordelen en morele chantage? Niet gemakkelijk, omdat onze drang tot wegvegen, boycotten en cancelen, denk ik, niet zozeer voortkomt uit onze hang naar een betere wereld, hoe graag ik dat ook zou willen geloven. Het vloeit eerder voort uit een door, jawel, het kapitalisme aangejaagd, verwend consumentisme, dat morele kwesties met economische dwang wil beslechten en bewustwording op afstand wil afdwingen, via ontslag of via de jaarrekening. Zolang dat niet onder ogen wordt gezien, is een echte, vitale debatcultuur ver weg.”

Ik kom tot de reden waarom ik het oneens ben met de uitspraken van Bas Heijne, maar ik waardeer dat hij duidelijk het kader aangeeft waarbinnen de term cancel culture opereert.

Wat heeft dit alles te maken met de Nederlandse kunstwereld?

Cancel culture is ontstaan uit een op de VS gebaseerd discours, maar dankzij de online verspreiding ervan als strategie is het makkelijk in te lijven in schandalen die overal ter wereld plaatsvinden. Dat brengt ons bij Nederland. Hoe is de Nederlandse kunstwereld omgegaan met het begrip cancel culture?

Tot 2020 heeft het Nederlandse culturele veld bovenal de noodzaak van “vrijheid van meningsuiting” benadrukt.

Maar dit idee lijkt het raam uit gevlogen te zijn na een serie schandalen die varieerden van misogynie in het skatepark (het geval van Erik Kessels, BredaPhoto en We are not a Playground) tot misbruik op kunstscholen (het verhaal van Juliaan Andeweg) en de toxische werkomgevingen (het geval van de gestopte Perdu-curatoren, vastgelegd door Cultural Workers Unite); de lijst gaat door. Al deze schandalen kwamen naar buiten in de staart van 2020 en zijn nog steeds erg rauw aanwezig in de plaatselijke verbeelding. De overeenkomstigheid van deze gevallen? Ze vonden allemaal in verschillende gradataties plaats online, zelfs al werden sommige zaken vroeger of later ook door traditionele media (kranten, kunsttijdschriften, documentaires) overgenomen.

Het is niet zo dat de kunstwereld kritiek pas in 2020 ontdekte. Maar het leek voor het eerst dat een andere manier van omgaan met trauma, misbruik en toxiciteit naar boven was gekomen. En het voornaamste wapen was de scherpzinnige omgang met sociale media door een nieuwe generatie stemmen, die zich de instrumenten van de cancel culture van de Verenigde Staten had toegeëigend en dezelfde mechanismen had toegepast op het Nederlandse kunstveld.

Het geval van JA is behoorlijk specifiek. Wat er uiteindelijk is gebeurd in het licht van de onthullingen van het NRC-artikel, waarin zijn veertien jaar van overtredingen, misbruik en geweld zijn gedocumenteerd, is dat het cancellen van de kunstenaar in de vorm van: eisen dat hij geen exposities meer krijgt, zijn kunst niet langer wordt tentoongesteld en uit collecties genomen wordt, dat zijn galerie hem niet langer vertegenwoordigt en de media hem niet langer lof toezwaaien. Bekeken in de context van cancel culture is dit een voorbeeld van de-platforming en het starten van een petitie voor de boycot van het aankopen van zijn werk door verzamelaars, musea en het financieel ondersteunen van zijn praktijk door fondsen.

Het is een erg bijzonder geval om te bekijken, gezien de aard van JA’s productie: kunstobjecten in gelimiteerde oplage. Het boycotten kan niet direct gebeuren, doordat zijn slachtoffers en zij die zijn gedrag verafschuwen het zich waarschijnlijk niet kunnen veroorloven zijn kunst te kopen.


 

Alina Lupu (2020)

Wat gebeurt er als de nieuwe en steeds meer online te vinden Nederlandse kunstwereld een schandaal meemaakt?

Er bestond een impliciet begrip van de instabiele natuur van hoe informatie online reist. De meeste uitspraken werden als commentaar op het artikel geplaatst in het Story-format van Instagram en door velen gescreenshot en opnieuw gepost, hetgeen de verontwaardiging nog verder versterkte. In internettaal worden deze screenshots ‘receipts’, of het bewijs genoemd, aangezien gebruikers begrijpen dat de informatie anders mogelijk verdwijnt.

Het nieuws werd oorspronkelijk bekendgemaakt in het NRC Handelsblad, een Nederlandse krant van nationaal belang. Het nieuws was niet direct toegankelijk, maar werd gepost achter een paywall.

Een paar kenmerken van hoe online discours rond het schandaal gevormd werd, kunnen worden onderscheiden:

Vanwege de enorme omvang van het schandaal en de aard ervan was er veel voor nodig om het artikel te delen; veel emotioneel geïnvesteerde actoren – bereid om de paywalls te doorbreken -, het toepassen van geautomatiseerde vertaalmiddelen en het gebruiken van hun eigen persoonlijke archiveringsmiddelen (Dropbox-accounts) om het artikel verder door te geven.

Het online delen gebeurde snel. Binnen enkele uren na verschijning van het artikel werd het uitgebreid opnieuw gedeeld.

Het was niet alleen het originele artikel dat opnieuw werd gedeeld, meningen erover werden gedeeld met dezelfde snelheid. De praktijk zou vergeleken kunnen worden met een tactiek uit het echte leven, dat gebruikt werd tijdens de Occupy Wall Street-protesten in 2011; namelijk die van de ‘menselijke microfoon’. “Een middel om een speech af te leveren bij een grote groep mensen, waarin de personen verzameld rond de spreker herhalen wat de spreker zegt, om zodoende de stem van de spreker te ‘versterken’ zonder de nood aan versterkende apparatuur.”

Er bestond een impliciet begrip van de instabiele natuur van hoe informatie online reist. De meeste uitspraken werden als commentaar op het artikel geplaatst in het Story-format van Instagram en door velen gescreenshot en opnieuw gepost, hetgeen de verontwaardiging nog verder versterkte. In internettaal worden deze screenshots ‘receipts’, of het bewijs genoemd, aangezien gebruikers begrijpen dat de informatie anders mogelijk verdwijnt.

Dit betekent ook dat het archiveren van het schandaal non-hiërarchisch gebeurde en bruggen werden in real-time en in solidariteit geslagen tussen online kennissen.

In de nasleep werd niet veel van wat opgeslagen was online geplaatst. Er is geen definitief archief van wat er online gebeurde rond het schandaal, maar de gedeelde meningen vormden achter de schermen wel nieuwe menselijke banden.

Slechts één levend archief van het schandaal en zijn meningen bestaat onder een hashtag op Instagram: #juliaanandeweg. Die hashtag werd gemaakt met een dubbele functie: de officiële promotie van de kunstenaar online boycotten en anderen waarschuwen voor zijn overtredingen.

Is het debat in gevaar?

Het is naïef aan te nemen dat het materiaal in beide zaken simpelweg zou verdwijnen, aangezien een van de reacties op online controverse het screenshotten en het opslaan van media is wanneer men emotioneel geïnvesteerd is.

Er werd veel aandacht gegeven aan hoe “vrijheid van meningsuiting” en het afschilderen van de grensoverschrijdende ‘bad boy’ kunstenaar online zou worden gehandhaafd. Bas Heijne, die ik eerder al aanhaalde, bemoeide zich met het concept van “vrijheid van meningsuiting”, zelfs al sprak hij niet direct over de zaak van JA. Hij maakte zich zorgen over het “afdwingen van bewustwording op afstand”.

Een voorbeeld hiervan is hoe Mister Motley onder vuur kwam te liggen voor het offline halen van een opname van een interview met JA, dat plaatsvond vóór de openbaringen over hem en zich concentreerde op zijn artistieke persona. Het verwijderen van het interview leidde tot een publieke verklaring van de hoofdredactrice van Mister Motley, Lieneke Hulshof, in november 2020, en een toezegging om deze actie tegen te gaan met andere artikelen over verwante onderwerpen. De rechtvaardiging op dat moment luidde:

“Ik vind het nodig om een interview met een kunstenaar die wordt verdacht van verkrachtingen, vele bedreigingen, stalking en geweldplegingen te verwijderen. Binnen een paar uur werd het interview een sensatiemiddel op websites als Geenstijl omdat men wilde luisteren naar iemand die verdacht wordt van vele verkrachtingen. Mensen wilden zien hoe hij zijn artistieke praktijk toelicht terwijl het daar juist nu niet over hoort te gaan. Ons interview kreeg daarmee een heel nieuw doel en we hadden geen macht meer over de context waarin het werd gedeeld.”

In dit geval besloot het prestige-verlenende instituut Mister Motley de kunstenaar te de-platformen.

Een andere golf van online verontwaardiging vond plaats toen een artikel geplaatst op West Den Haag (geschreven door Tara Lewis) werd weggehaald nadat het werd bestempeld als victim blaming.

De verklaring van West:

“Na een uitvoerige discussie volgend op een gepaste klacht, heeft West besloten dit artikel te verwijderen. We willen graag bevestigen dat het noch de intentie van de auteur, noch dat van de redacteurs is om wie dan ook te kwetsen. West wijst iedere vorm van geweld af. We willen graag onze welgemeende excuses bieden aan iedereen die dit artikel desondanks op die manier ervaren heeft. We zullen blij zijn met degene die deze materie in den lijve wenst te bespreken.”

In dit geval besloot West, op verzoek van het publiek, de kunstenaar te de-platformen.

Het is naïef aan te nemen dat het materiaal in beide zaken simpelweg zou verdwijnen, aangezien een van de reacties op online controverse het screenshotten en het opslaan van media is wanneer men emotioneel geïnvesteerd is. Het is dus veilig om aan te nemen dat degenen die vragen het materiaal te verwijderen, er zelf nog steeds opgeslagen kopieën van hebben. Maar wat met het vragen om verwijdering van toonaangevende bronnen van informatie is bereikt, is het wegnemen van autoriteit van de grensoverschrijdende ‘bad boy’ die momenteel wordt onderzocht.

Wat deze initiatieven doen is langzaamaan het belang van deze traditioneel gepromote kunstenaar afbreken, wiens beeld verder gestut werd door tijdschriften, televisieshows, podcasts, instituten, enzovoorts.

Het zou ook dwaas zijn te denken dat dit de kunstenaar in zijn geheel berooft van een platform. Op dit moment heeft JA nog steeds toegang tot dezelfde social media-platformen als welke zijn status hebben betwist.

Wat cancellation doet is simpelweg de kunstenaar demystificeren en het speelveld gelijktrekken. Als een herinnering aan dat feit: “Social media stelt honderdduizenden – als niet miljoenen – mensen in staat om de collectiviteit van een netwerk te benutten en een gevoel van onmiddellijkheid, om verantwoording te eisen van een scala aan machtige figuren, waaronder individuen en instituten.” (DRAG THEM: A brief etymology  of so-called “cancel culture”Meredith D. ClarkUniversity of Virginia, USA

 

De zaak van de ‘bad boy’ wordt onderzocht, lang leve de online anoniemen!

De ontmaskering van Juliaan Andeweg als misbruiker was ook generatief; het creëerde ook nieuwe bronnen.

Ik zou graag drie voorbeelden noemen van grassroots initiatieven, die de zaak verder brachten en social media als primaire bron van verspreiding gebruikten. Zij bedienen zich ook van de ‘vrijheid van meningsuiting’, maar worden niet zodanig verheerlijkt.

Ondanks dat de informele, online verspreide informatie het misbruik dat over Juliaan Andeweg is gedocumenteerd niet kon voorkomen, konden ze echter wèl wijzen naar anderen die grenzen hadden overschreden, in de hoop toekomstige rampen te voorkomen. Ze deden dit door andere individuen die grenzen hadden overschreden van seksuele, xenofobe en racistische aard te cancellen of liever ‘calling out’ (ze als dusdanig benoemen).

Er was een vervolg op het artikel over het NRC Handelsblad in de vorm van een pagina getiteld CallOutDutchArtInstitutions, gemaakt op Instagram, en later door de lens van de media ontleed. De pagina werd bijna direct gemaakt nadat het artikel over JA in november 2020 werd gepubliceerd. De pagina bevond zich op “https://www.instagram.com/calloutdutchartinstitutions/, maar is niet langer toegankelijk. De pagina trok tientallen anonieme inzendingen aan en slaagde er ook niet in ze allemaal te plaatsen voordat, kort nadat het actief werd besloten de makers er een eind aan te maken. Waarschijnlijk werden ze overweldigd door de rijkdom aan materiaal en hadden ze te maken met wettelijke dreiging.

Een ander voorbeeld van een nieuw gecreëerde en anoniem opgerichte online bron is art.goss. De eerste post, die medio november 2020 werd gepubliceerd, noemt @calloutdutchartinstitutions en baseert zich op een erfenis van vrouwelijk verzet:

“In de nasleep van @calloutdutchartinstituties en de accounts die er uit zijn voortgekomen, zijn we een collectief van ‘womxn gossips’ – nieuw leven inblazend in de andere, lang verloren betekenis van ‘vrouwelijke vriendschap’ – die een platform willen bieden voor de kunst die veel moeite kost.”

De pagina is nog steeds te vinden op “https://www.instagram.com/art.goss/https://www.instagram.com/art.goss/. Sinds de oprichting heeft de pagina gewerkt aan het opleiden, informeren en uitdelen van roddels over onderwerpen die variëren van misogynie tot laster, cancel culture en racisme.

Het ultieme bottom-up-instrument van verzet is de lezing die werd gegeven door Silvia Gardini, een student aan de Akademie der Bildenden Künste München, met een juridische achtergrond. Zij besloot haar kennis aan een groter publiek aan te bieden in de vorm van een live-presentatie over de juridische implicaties van de JA-zaak. De lezing had de titel “Despite allegations” en werd al tweemaal uitgezonden, voor een Nederlands en Duits publiek, om een hele generatie kunstscholen te onderwijzen over hoe het rechtssysteem beschuldigingen van misbruik, verkrachting en overtredingen behandelt.

Wat deze initiatieven gemeen hebben is hun gulle houding, hun pleidooi voor verantwoording en en transparantie van instellingen en hun eerlijke pogingen om de tekortkomingen van institutionele structuren aan te pakken. Met andere woorden, terwijl degenen die nog steeds geloven in de traditionele en giftige vorming van de status van de kunstenaar druk waren de ‘vrijheid van meningsuiting’ en de persona van de kunstenaar te verdedigen, werkten de slimme anonieme activisten op sociale media niet alleen aan het eisen van verantwoordelijkheid, maar ook aan het bouwen van alternatieve structuren. Het machtsevenwicht veranderde dankzij hen en met behulp van sociale media. Zoals Meredith D. Clark briljant betoogt in DRAG THEM: Een korte etymologie van de zogenaamde cancel culture: “The absence of deliberation in chastising bad actors, misconstrued as the outcome of cancel culture, is a fault of the elites’ inability to adequately conceive of the impact social media connectivity has for shifting the power dynamics of the public sphere in the digital age.”
(“Het ontbreken van overleg bij het bestraffen van slechte actoren, verkeerd geïnterpreteerd als de uitkomst van de cancel culture, is een fout van het onvermogen van de elite om te bevatten wat de impact is van de verbondenheid van sociale media voor het verschuiven van de machtsdynamiek van de publieke sfeer in het digitale tijdperk.”)

Wat de échte vraag is in dit alles; hoe lang zal het duren?

Bovendien; zullen deze lessen van het internet goed bewaard blijven voor toekomstige generaties, of zal elke nieuwe generatie zijn instrumenten van verzet opnieuw moeten uitvinden?


 

Comic: Extrafabulous Comics, Meme: Art Goss

Voor nu…

Ik zou graag teruggaan naar Bas Heijne. Hij vroeg:

“Hoe maak je een einde aan deze cultuur van botsende oordelen en morele chantage? Niet makkelijk, omdat onze drang om uit te wissen, te boycotten en te annuleren (cancelen), denk ik, niet zozeer voortkomt uit ons verlangen naar een betere wereld, hoezeer ik dat ook zou willen geloven. In plaats daarvan vloeit het voort uit een verwend consumentisme gedreven door, jawel, het kapitalisme, dat morele kwesties wil oplossen met economische dwang en bewustzijn wil afdwingen van een afstand, door ontslag of via de jaarrekeningen.”

Hij lijkt (in zijn citaat) niet te geloven in de eerlijke bedoelingen van degenen die tegen seksisme, racisme, geweld, anti-trans discours, vreemdelingenhaat enzovoort strijden. Maar dit scepticisme zegt meer over zijn overtuigingen en de mislukkingen van zijn generatie, dan over degenen die pleiten voor een meer egalitair en inclusief speelveld.

Ik heb eerder benoemd dat Heijne het kader waarin de term cancel culture opereert nauwkeurig heeft uiteengezet en daarmee bedoel ik dat het binnen de grenzen van het kapitalisme opereert: helder gezegd als een laatste wanhopige inspanning, meestal consumentistisch van aard, namens een meer inclusief speelveld. Dit is geenszins ideaal. Maar het toont wèl aan dat de enige manier waarop men kan pleiten voor progressieve waarden in het huidige economische systeem is met dezelfde instrumenten die het economische systeem biedt.

Dus hoe kan men een einde maken aan “botsende oordelen en morele chantage?”.

De oplossing bestaat uit, hoewel ik niet denk dat het zo eenvoudig is om te accepteren voor degenen die kritiek hebben op de praktijk van de zogenoemde cancel culture: een herverdeling van de macht. Dit kan gebeuren door toegang te verschaffen, niet door het beschermen van zichtbaarheid, of functies, of status en in het geval van kunst; het waarderen van praktijken die misschien niet opgebouwd zijn uit traditionele middelen als galerierepresentatie, mystificatie door tijdschriften en het algehele institutionele masseren, maar die in plaats daarvan gebouwd zijn met een solide morele ruggengraat.

Totdat dat gebeurt, zal het onvermijdelijk zijn dat de praktijk van cancelling verouderde principes uit hun bestaan zal ‘schudden’, ja, ook door economische druk, om te pleiten voor een meer inclusieve sector. Omdat een ware discussie ook de stemmen moet omvatten van degenen die geen toegang hebben tot het publiceren van hun ideeën in een nationaal verspreid tijdschrift en degenen die hun online-geschiedenis mogelijk verwijderd zien (maar vervangen door solidaire verbonden), degenen die wèl duidelijke en inclusieve ideeën hebben, die van persoon tot persoon gaan, hún kracht wordt versterkt – omdat ze ons in staat stellen te geloven dat er een andere kunstwereld mogelijk is.

Vertaling: Jesse Lemmens

Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaags kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later