Ruben Jacobs

Alles begint bij de verbeelding, ook klimaatrechtvaardigheid

Tentoonstellingsbespreking
15 december 2021

Socioloog en schrijver Ruben Jacobs bezocht het Court of Intergenerational Climate Crimes van Radha D’Souza en Jonas Staal, een reeks geënsceneerde hoorzittingen tegen ‘klimaatmisdaden van multinationals en de Nederlandse overheid’.

Boven mij, op een houten paal, prijkt een bordje met daarop het beeld van een kangaroe-achtig dier met daaronder de tekst ‘seltismees’. Voordat het tribunaal begint google ik snel naar de betekenis van het woord. Het blijkt Ests voor ‘kameraad’ of ‘partner’. Om mij heen heeft iedereen in de zaal een dergelijk bord of geweven banner boven het hoofd hangen, met het verschil dat er op elk een andere afbeelding staat, variërend van dier, fossiel tot plant.

Ik probeer ze te determineren, maar ik kom niet heel ver: velen soorten komen mij niet bekend voor. Ook de woorden eronder helpen niet echt. ‘Wantok’, ‘Towarzyszka’, ‘Hak’:ayey’, honderd en één vreemde talen passeren de revue.

Het kwartje valt als ik in het programmaboekje van de Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC), een reeks geënsceneerde hoorzittingen tegen ‘klimaatmisdaden van multinationals en de Nederlandse overheid’, lees dat op ieder bord of doek een andere plant of dier staat maar daaronder wel steeds dezelfde tekst, maar dan in een ander taal. De initiatiefnemers van het kunstproject, de Indiase schrijver/activist Radha D’Souza en de Nederlandse kunstenaar Jonas Staal, hebben hiervoor gekozen omdat deze planten en dieren volgens hen het bewijs vormen van vroegere uitstervingen en tegelijk ook als getuige optreden tegen ‘intergenerationele klimaatmisdaden’. Het feit is immers dat al deze planten en dieren inmiddels zijn uitgestorven.

Installatiefoto van de tentoonstelling 'Court for Intergenerational Climate Crimes' een samenwerking tussen de Indiase academicus en advocaat Radha D’Souza en de Nederlandse kunstenaar Jonas Staal, geproduceerd door Framer Framed (2021). Fotograaf: Ruben Hamelink

Deze uitgestorven dieren- en plantensoorten zijn de vertegenwoordiging van wat door wetenschappers inmiddels de ‘zesde massa-extinctie’ wordt genoemd: de meest recente uitsterfgolf op aarde die door de mens wordt veroorzaakt. Een nauwelijks te bevatten realiteit die hier, in deze zaal vol met visuele echo’s daarvan, dichter onder de huid kruipt. Het doet denken aan het recente werk van de Nederlandse kunstenaar Jos de Putter, die voor de tijdelijke zaal van de Tweede Kamer vijf grote verticale panelen met kluiten aarde, grove stenen en stukken klei maakte. Met dit kunstwerk genaamd ‘Aarde’ poogt hij hetgeen wat maar al te vaak om de achtergrond raakt in de hedendaagse politiek – onze relatie met de aarde – op de visuele voorgrond te plaatsen.

Jos de Putter - Aarde, 2021. Foto: Studio Pancius
Jos de Putter - Aarde, 2021. Foto: Studio Pancius

Ecocentrisme

Kameraden. Het is een treffend gekozen woord. Kameraden wijst niet op de verschillen maar op de overeenkomsten en de gedeelde belangen tussen de soorten, het is verbroederende taal, geen vervreemdende. In de jaren tachtig schreef de Britse schrijver en dichter John Berger in zijn inmiddels klassiek geworden essay Why look at animals? dat dieren met hun parallelle levens de mens een vorm van gezelschap bieden die anders is dan het gezelschap dat mensen elkaar kunnen bieden. Waarom? Omdat, in de woorden van Berger, ‘it is a companionship offered to the loneliness of man as a species’. Een uitspraak die mij altijd is bijgebleven, niet alleen vanwege diepe wijsheid die het in zich herbergt, maar ook om het feit dat die eenzaamheid – nu er zoveel soorten in grote getallen op deze aarde verdwijnen– steeds concreter lijkt te gaan worden. Deze klimaattribunaal is daar een visuele herinnering aan. 

Berger, die zijn essay al in 1980 schreef, plaatst het begin van deze existentiële vereenzaming (in slow motion) op het moment dat de industriële samenleving intreedt en dieren geleidelijk uit ons directe leven verdwenen (in landbouwfabrieken, dierentuinen en de ‘wildernis’). Voor D’Souza en Staal moet het begin hiervan echter nog verder terug worden geplaatst, bij de aanvang van het Europese kolonialisme vanaf de 15e eeuw: ‘The legal destruction, theft and enslavement of humans, animals, plants and resources, marks the first waves of extinctions, both of life forms as well as of cultures and their languages. The origins of intergenerational climate crimes begins the moment the living world is turned into (colonial) property’.

Het werk van D’Souza en Staal past daarmee in een bredere beweging, één beweging die de rechtspraak uitkiest als arena van strijd. Of het nu gaat om de klimaatrechtszaken tegen de Nederlandse Staat (Urgenda) of Shell (Milieudefensie), het toekennen van rechten aan de natuur (denk aan Whanganiu-rivier in Nieuw-Zeeland) of het internationale pleidooi voor het institutionaliseren van ‘ecocide’ (het strafbaar stellen van vernietiging van de natuur), telkens wordt de rechtsgang gezien als manier om hetgeen te emanciperen dat maar moeilijk namens zichzelf kan spreken: de niet-menselijke natuur.

Installatiefoto van de tentoonstelling 'Court for Intergenerational Climate Crimes' een samenwerking tussen de Indiase academicus en advocaat Radha D’Souza en de Nederlandse kunstenaar Jonas Staal, geproduceerd door Framer Framed (2021). Fotograaf: Ruben Hamelink

Dit politiek-juridisch ecocentrisme is niet alleen een poging om de natuur en onze relatie daarmee een vaste plek te geven binnen het recht, het is indirect ook een erkenning voor een zienswijze die in niet-westerse, veelal inheemse culturen, altijd al gangbaar is geweest.

Ecocentrische verbeelding, zo zou je dit ook kunnen noemen: een visie waarbij de mens niet langer als maat der dingen wordt beschouwd maar als onderdeel van een bredere gemeenschap. Een ‘multi-species world’, zoals de Amerikaanse bioloog en filosoof Donna Harraway het beschrijft. De Ambassade van de Noordzee, een interdisciplinair collectief van onder andere architecten, biologen, ontwerpers, kunstenaars, wetenschappers en juristen, is ook een hedendaags voorbeeld van deze beweging. Met hun meerjarig onderzoeksproject pogen zij te luisteren naar ‘de dingen, planten, dieren, microben en mensen in en rond de Noordzee’ met als doel om uit te zoeken hoe al dit leven een politieke representaties zou kunnen krijgen. 

Dit politiek-juridisch ecocentrisme is niet alleen een poging om de natuur en onze relatie daarmee een vaste plek te geven binnen het recht, het is indirect ook een erkenning voor een zienswijze die in niet-westerse, veelal inheemse culturen, altijd al gangbaar is geweest.
In Latijns-Amerikaanse landen spreken ze ook wel van ‘Buen vivir’ (goed leven) of ‘sumak kawsai’ (compleet leven in harmonie met) in Afrika van ‘Ubuntu’ (toewijding aan het leven en menselijke relaties), allemaal begrippen die wijzen op een holistische en relationele blik op het leven.

Prefiguratieve politiek

‘Welcome everyone. Members of the public jury, prosecutors, witnesses’, begint de griffier van de rechtbank, gespeeld door Jonas Staal. Het is zondagmiddag en ik ben getuige van de laatste hoorzitting van de serie. In het beklaagdenbankje zit het internationale lucht- en ruimtevaartconcern Airbus Industries. De aanklacht luidt: het ‘ontwerpen, vervaardigen en verhandelen van destructieve wapens, waaronder gevechtsvliegtuigen, bewakingsapparatuur en andere oorlogswapens, met verwoestende ecologische en sociale gevolgen in het Zuiden’. De aanklager, de NGO Stop de Wapenhandel, wordt gehoord en daarnaast meerdere getuigen, waaronder de juristen en mensenrechtenadvocaat. Naast de rechter (gespeeld door Radha D’Sousa), zijn er nog een drietal andere ‘rechters’ die worden vertolkt door academici, waaronder Rasigan Maharajh, een wetenschapper en activist die momenteel woonachtig en werkzaam is in Zuid-Afrika, en Nicholas Hildyard, oprichter en directeur van The Corner House, een Britse onderzoeksgroep en belangenorganisatie die zich richt op mensenrechten, milieu en ontwikkeling. Ook komen uiteraard getuigen aan het woord, zoals betrokkenen bij wereldwijde rechtvaardigheidscampagnes uit o.a. Italië en Jemen. De grote afwezige is de beschuldigde zelf: Airbus Industries. Dit mag geen verassing heten.

Het is een pittige en lange zit (vijf uur in totaal), waarbij het publiek een mengeling van roleplaying en juridisch en filosofische ontleding krijgt voorgeschoteld. Geen makkelijke kost, zowel in intellectueel als moreel opzicht. Maar blijkbaar is de langdurige onderdompeling in deze complexe problematiek nodig om een beter moreel-ethisch begrip te kunnen ontwikkelen van deze complexe en mistige realiteit van macht, corruptie, geld en menselijke en ecologische gerechtigheid. Shakespeareaanse toneelstukken duren normaal gesproken ook wel vier à vijf uur.

Rasigan Mharajh - Installatiefoto van de tentoonstelling 'Court for Intergenerational Climate Crimes' een samenwerking tussen de Indiase academicus en advocaat Radha D’Souza en de Nederlandse kunstenaar Jonas Staal, geproduceerd door Framer Framed (2021). Fotograaf: Ruben Hamelink

Als een van de rechters opmerkt dat veel juridische taal lijkt te zijn ontworpen om de werkelijke aard van de praktijken die het beschrijft in mist te verhullen knik ik instemmend. Taal is een machtig wapen. Het stuurt ons denken, opent werelden maar kan ze ook net zo goed gesloten houden. En in juridische taal raak je als buitenstaander maar al te gemakkelijk verstrikt. Toch voert deze taal ook hier in rechtszaal de boventoon, wat het niet altijd makkelijk maakt de aandacht erbij te houden.

Wanneer ‘rechter’ Hildyard inbrengt dat de vechtindustrie actief op zoek is naar subsidies voor het verduurzamen van hun gevechtsvloot, raken mijn oren weer gespitst. Want hier komt het duurzaamheidsbetoog in ongemakkelijke positie terecht. Kan een drone, die met behulp van de energie van bijvoorbeeld een windmolen de lucht in gaat maar tegelijkertijd wordt ingezet voor dubieuze ‘precies’-bombardementen, wel ‘schoon’ en ‘groen’ worden genoemd? Middel (verduurzamen van gevechtstechniek) en doel (het inzetten daarvan voor oorlogsactiviteiten) mogen hier volgens Hildyard niet op één hoop worden gegooid, en ecologische verduurzaming kan niet worden losgetrokken van humanitaire rechtvaardigheid. Of in andere bewoording: een ‘duurzame bommenwerper’ die onschuldige burgers ombrengt is toch wel een zeer morbide vorm van greenwashing.

Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC) is een activistisch-artistiek project dat duidelijk kiest voor het politiseren van het tijdperk van het Antropoceen. In plaats van algemene uitspraken te doen of esthetisering te maken over de positie waarin de ‘mensheid’ zich bevindt, wil het machtsstructuren blootleggen en verantwoordelijken aanwijzen. In die zin lijkt het meer op een vorm van kritisch-journalistiek en/of academisch onderzoek, waarbij de culturele sfeer fungeert als een plek waar nieuwe vormen van waarheidsvinding kunnen worden gegenereerd. Een collectief als Forensic Architecture, waarin onderzoeksjournalisten, juristen, filmmakers en softwareontwikkelaars samenwerken, om ‘counter forensisch’ onderzoek te doen naar gewelddelicten die in de doofpot terecht zijn gekomen, past ook in deze activistisch-artistieke trend. Net als de New Yorkse architectengroep SCAPE die ‘ecologische atlassen’ maakt waarin de destructie die voortvloeit uit door de petrochemische industrie in kaart wordt gebracht.

Maar de Court for Intergenerational Climate Crimes (CICC) doet nog iets anders: door te doen alsof een klimaattribuaal al realiteit is opent het een luikje in ons voorstellingsvermogen van wat ooit realiteit zou kunnen worden. Alles begint immers bij verbeelding. In die zin is het ‘prefiguratieve politiek’ in optima forma: het in het hier en nu experimenteel verwezenlijken (prefigureren) van een wereld zoals men die graag ziet, nog voordat die wereld een werkelijkheid is.

 

Op de website van Framer Framed lees je meer over de tentoonstelling.

Installatiefoto van de tentoonstelling 'Court for Intergenerational Climate Crimes' een samenwerking tussen de Indiase academicus en advocaat Radha D’Souza en de Nederlandse kunstenaar Jonas Staal, geproduceerd door Framer Framed (2021). Fotograaf: Ruben Hamelink
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaags kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later