Jeanette Bisschops & Miko Veldkamp

Mag je een niet-westers perspectief verwachten van het Rijksmuseum? Een mailwisseling over Revolusi!

3 mei 2022

Deze mailwisseling vloeit voort uit gesprekken tussen Miko Veldkamp en Jeanette Bisschops over hun verhouding tot de Nederlandse positionering in de (kunst)wereld, rondom thema’s als identiteit en geschiedenis. De kunstenaar en curator mailden elkaar over Revolusi! in het Rijksmuseum, een tentoonstelling over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd (1945-‘49) “gezien door de ogen van mensen die het meemaakten.”

 

Jeanette Bisschops:
Beste Miko,

We leerden elkaar kennen op Instagram in de zomer van 2020. Covid hield ons binnen, en weinig voelde meer urgent dan de Black Lives Matter-demonstraties en het discours daaromheen. Er hing verandering in de lucht, of misschien hoopten we daar alleen maar op. In het vacuüm van de elkaar opvolgende lockdowns en zonder de afleiding van dagelijkse beslommeringen, zou niemand meer een excuus te hebben om ons koloniaal verleden en het daaruit voortvloeiende systemisch racisme niet in de ogen te kijken, dacht ik. Hoe pretentieus of naïef dit nu ook klinkt, ik geloofde echt dat er een revolutie op komst was, én dat wij daar als kunstenaars en curatoren een rol in konden spelen. Maar “the revolution will not be televised,” en op Instagram zou het in ieder geval niet gebeuren.

Ik dacht aan deze tijd, en aan jou, toen ik een paar weken geleden de tentoonstelling ‘Revolusi!’ bezocht in het Rijksmuseum. De tentoonstelling gaat over de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd, “gezien door de ogen van mensen die het meemaakten.” Het is een continuatie op de tentoonstelling over slavernij en de Nederlandse rol in de handel in tot slaaf gemaakten die zij in 2021 samenstelden, ook toen gericht op persoonlijke verhalen.

Ik loop door de zalen, en het ongemak rondom de gewelddadige Nederlandse geschiedenis is bijna tastbaar. De inleiding van de tentoonstelling begint bij de revolutie, en reduceert het koloniale verleden tot een kort zinnetje: “Na meer dan drie eeuwen van koloniale bezetting door Nederland, roept Indonesië in 1945 zichzelf uit tot een onafhankelijk land.” De verschillende verhalen missen diepgang en geven een versnipperd beeld van een tijd waar Nederlanders nog zoveel over te leren hebben. Het woord ‘geweld’ komt in de zaalteksten bijna niet voor. Het wordt vaker gebruikt in relatie tot de aanvallen die door Indonesische militanten op (Indo-) Europese, Chinese en Molukse burgers (ook wel ‘bersiap’), dan gericht op het geweld dat de Nederlanders in al die eeuwen en tijdens de revolutie gebruikten om de Indonesische bevolking onder de duim te houden. In een recensie in de New York Times lees ik dat de tentoonstellingsmakers er bewust voor kozen om het geweld buiten hun bespiegeling te houden, of zoals co-curator Sidharta zegt: “These everyday life stories help us shape a more complete comprehension of the revolution, rather than just the violence.”

Hendra Gunawan Pengantin - Revolusi (Bruid van de revolutie), 1957

Maar is het juist niet het koloniale geweld waar Nederlanders nog lang niet genoeg mee geconfronteerd zijn, de wrede daden van hun, onze, voorouders die we moeten leren accepteren en het ongemak dat daarmee gepaard gaat?

Maar is het juist niet het koloniale geweld waar Nederlanders nog lang niet genoeg mee geconfronteerd zijn, de wrede daden van hun, onze, voorouders die we moeten leren accepteren en het ongemak dat daarmee gepaard gaat? Ik denk aan de ontvangst van Gloria Wekker’s boek ‘Witte Onschuld’, en hoe er in reactie op haar relaas vooral ongemak en ontkenning opborrelde in de Nederlandse samenleving. En boosheid, veel boosheid. Terwijl genoeg mensen in Nederland dagelijks geconfronteerd worden met racisme en discriminatie, leven in ons land ook veel mensen in een bubbel die ongemak buiten de deur houdt. Ik kan me de kortsluiting in mijn eigen hoofd nog herinneren toen ik na mijn verhuizing naar Amsterdam in discussies terechtkwam over Zwarte Piet, meestal met internationale vrienden. De erkenning van mijn langdurige onwetendheid voelde pijnlijk, en de schaamte die daarop volgde eveneens.

Het is hetzelfde soort schaamte en ongemak dat ook naar boven kruipt als ik de persoonlijke verhalen zie en lees in Revolusi!. Ik denk aan mijn opa, die op zijn 18e werd uitgezonden naar Indonesië. Hoensbroek, het Limburgse dorp waar hij opgroeide was sinds 18 september 1944 bevrijd door de ‘US 2nd Armored Division ‘Hell on Wheels.’ In 1945 werd hij opgeroepen en stapte hij op de boot naar Jakarta, met het idee dat hij de Indonesische bevolking zou gaan bevrijden van Soekarno en zijn rebellen, zoals zijzelf waren bevrijd van de Duitsers.

Ik denk aan de Russische soldaten die op dit moment met eenzelfde waanzinnige ideeën naar Oekraïne worden gestuurd. Hoe verhoud ik me tot het feit dat mijn opa meevocht in deze oorlog die geen oorlog genoemd mocht worden? Maakt het uit dat hij vijf jaar van zijn leven heeft gegeven aan een oorlog waar hij het uiteindelijk niet mee eens bleek te zijn? Dat hij tijdens de laatste jaren van zijn leven de herinneringen aan het traumatische geweld niet langer weg kon duwen, en hij tijdens slapeloze nachten alles telkens opnieuw beleefde? Want ook hij had de wreedheden tijdens de Indonesiërevolutie uit proberen te wissen, al was het dan maar alleen maar omdat hij dacht alleen zo te overleven.

Nu het onontkoombaar lijkt te zijn voor musea en curatoren om deze weggestopte geschiedenis aan te pakken, en collectief te verwerken, vraag ik me af of wij -de kunstwereld- in staat zijn om deze taak te vervullen. Kunnen musea de verantwoordelijkheid aan om een meer volledig verhaal te vertellen over de complexiteit van de Nederlandse geschiedenis, en zijn ze in staat het ongemak en de emoties van de bezoeker te dragen? Het feit is dat het Rijksmuseum er nog steeds voor kiest om het geweld niet te benoemen, spreekt wat mij betreft al boekdelen. Om het narratief van onze geschiedenis te veranderen hebben we een nieuwe set vragen en tools nodig, die een instituut, en in zekere zin een staatsapparaat, zoals het Rijksmuseum wellicht niet kan leveren. Moet de verantwoordelijkheid om de Nederlandse bevolking te scholen dan op de schouders blijven liggen van mensen van kleur, zoals Jerry Afriyie en Quinsy Gario die samen de ‘Zwarte Piet is Racisme’-beweging begonnen, denkers als Gloria Wekker, politici zoals Sylvana Simons? Ligt de toekomst bij nieuwe initiatieven zoals The Black Archives, die dit jaar werden uitgenodigd door Documenta om deel te nemen aan hun vijfjaarlijkse tentoonstelling?

Miko, het is niet eerlijk van mij om deze vragen aan jou te stellen. En toch schrijf ik jou. De revolutie, zitten we er ver vanaf, of zitten we er midden in?

INDONESIA. Jakarta. Independence. 1949. The day before Independence, three hundred portraits of Dutch governors being moved out of the Governor's residence (later known as Istana Merdeka or Palace of Freedom).
Miko Veldkamp Navigators, 2021 Oil, acrylic and ink on canvas 76.2 x 91.4 cm

Er bestaat in Amerika een stereotiep over Europese academici, dat wanneer ze naar de VS komen voor onderzoek, ze - geconfronteerd met de in your face politieke realiteit - ofwel radicaliseren en politiek actief worden, of zich juist verkrampt terugtrekken in de ivoren toren van hun vakgebied.

Miko Veldkamp:
Hoi Jeanette,

Bedankt voor de brief, de muurteksten, en de afbeeldingen van Revolusi! Het lijkt ver weg, de zomer van 2020. Vooral het idee dat er meteen een politieke aardverschuiving zou plaatsvinden lijkt nu, terugkijkend, naïef. Op het moment leek er een enorme bewustwording plaats te vinden over systematisch racisme en de onderlinge verwantschap met kolonialisme, kapitalisme, het patriarchaat, en het zelfs milieu, maar macht en geld zijn geconcentreerder dan ooit, en politie en militaire budgetten historisch verhoogd.

Er bestaat in Amerika een stereotiep over Europese academici, dat wanneer ze naar de VS komen voor onderzoek, ze – geconfronteerd met de in your face politieke realiteit – ofwel radicaliseren en politiek actief worden, of zich juist verkrampt terugtrekken in de ivoren toren van hun vakgebied. Je zal deze shock ongetwijfeld herkennen. Jij en ik zijn beiden in Nederland opgegroeid. Europa is een prachtig idyllisch continent. De Hollandse polder is vereeuwigd in talloze Gouden Eeuw-schilderijen, en de Glooiende heuvels van Vlaanderen zijn iconisch gemaakt door van Gogh. Europa is niet voor niets het meest gefotografeerde continent. Het is een ontzettend privilege om een paar uur bij al die schoonheid vandaan te zijn. Maar Idylle is een fantasie. Het is de illusie van een soort onschuldige voorspoed die “plotseling” verschijnt, een soort magisch realistisch landschap, waar we de vruchten van mogen plukken zonder medeplichtig te zijn. De Hollandse polder, de kanalen, de Amsterdamse grachtenpanden zijn allemaal gebouwd met de rijkdom uit de koloniën. En hoe anders kunnen we daarmee leven zonder het idee van idylle.

Een terugkerende draad in gesprekken die ik heb met kunstenaars die in Nederland gewerkt of gestudeerd hebben, is dat Nederland zichzelf nauwelijks als koloniaal land lijkt te zien. Bezoekers vertellen vol ongeloof dat ze Nederlanders dingen hoorden zeggen als “we zijn rijk geworden door onze calvinistische zuinigheid”, of “in de Gouden Eeuw waren we vooral een handelsnatie”. We leven in het kielzog van het kolonialisme, maar in Nederland lijkt het soms alsof het koloniale verleden nooit heeft plaatsgevonden. En als het al besproken wordt dan gaat het over een enkel geïsoleerd incident hier en daar, lang geleden. Dingen die plaats hebben gevonden daarzo in Suriname of Indonesië. Wanneer de relatie tussen die incidenten en Nederland besproken wordt, komt het te dichtbij: het doorprikt de idyllische bubble.

Voor mijn Surinaamse familie ben ik Javaans of Boeroe (blanke Surinamers), of ik ben het allebei. Maar in Nederland worden gemengde achtergronden vaker besproken in termen van halfheid, of “gevangen tussen twee culturen”. Dat geeft een soort gebrek aan, een soort verlies, en het houdt de twee “culturen” gescheiden. Maar het is geen sterke positie om vanuit te werken als kunstenaar. Ik werk liever vanuit een perspectief dat ik alles wat ik zou kunnen zijn ben, tegelijkertijd. Ik ben Nederlands, Surinaams, Amerikaans en Javaans. Dat geeft de kijker die eenduidigheid wilt een creatief probleem en het geeft mij de gelegenheid om historische relaties te verkennen. Hoe zijn we verbonden?

Waar te beginnen als iedereen zwijgt? Revolusi! kiest het onderwerp tenminste zodat Nederland er bij betrokken is, maar de focus op gefragmenteerde persoonlijke verhalen lijkt dan weer een manier om de relatie vooral niet te onderzoeken.

Miko Veldkamp Piano player, 2021 Oil, acrylic and ink on canvas 121.9 x 76.2 cm

Waar te beginnen als iedereen zwijgt? Revolusi! kiest het onderwerp tenminste zodat Nederland er bij betrokken is, maar de focus op gefragmenteerde persoonlijke verhalen lijkt dan weer een manier om de relatie vooral niet te onderzoeken. Ook het tonen van beide zijden van het conflict, suggereert een soort neutrale, a-politieke presentatie. Maar is het apolitiek om het dodental niet te vermelden (100.000 aan Indonesische zijde, 5500 aan Nederlandse)? Is het neutraal als we een asymmetrisch gewapend conflict (Nederlanders vochten in Indonesië, niet andersom), symmetrisch representeren? En is er überhaupt een Nederlands perspectief nodig op Indonesië, als het Rijksmuseum en de Amsterdamse grachtengordel zelf al het Nederlandse perspectief op Indonesië zijn? Iets radicaals als het weglaten van een westers perspectief had ik in het Rijksmuseum niet verwacht, maar het letterlijk overnemen van wat lijkt op officieel beleid van de Nederlandse regering in 1945, ook niet. “De Nederlandse regering houdt vast aan wat zij ziet als haar verantwoordelijkheid om over de toekomst van Indonesië te beslissen en haar belangen te beschermen. Vanaf 1945 is het Nederlandse beleid gericht op gewapende herovering.”

Mijn moeder heeft me weinig van de Javaanse taal en tradities geleerd, omdat het voor haar een last was in een omgeving waar je geacht werd je achtergrond te verbergen. Ik vraag haar naar tradities en verhalen, vaak dingen die ik me vaag herinner uit mijn jeugd in Suriname. Zo probeer ik wat van haar kennis te redden. Ik ben vervreemd van mijn Javaanse achtergrond, maar die achtervolgt me als een schaduw. Je erft ook wat je niet erft. Wat vertelt het als je achtergrond is uitgewist, maar altijd aan je fysieke uiterlijk kunt blijven zien wat die achtergrond is? Ik had van Revolusi! simpelweg gehoopt wat meer te leren over Indonesië, en misschien wat minder wat ik al wist over Nederland.

Hoe heb jij Revolusi! in dat opzicht ervaren? Heb je veel nieuws geleerd over Indonesië of Nederland? Voelde je de invloed van de Indonesische curatoren, of zou je die betrokkenheid gemist kunnen hebben op “face value”? Mag je iets radicaals als het weglaten van een westers perspectief verwachten van het Rijksmuseum?

Miko Veldkamp Mirror Stage, 2021 Oil, acrylic and ink on canvas 137.2 x 121.9 cm

Mooi vind ik wel hoe door middel van persoonlijke verhalen, Indonesische levens worden getoond, en de spelers vermenselijkt. Dat is belangrijk, want schoonheid is politiek. Schoonheid vertelt ons wat we moeten beschermen. Westerse musea hangen vol met prachtig realistisch tot abstract geschilderde witte figuren, arm rijk, man, vrouw, vermenselijkt en gevierd. Het is geen toeval dat het zien van wit leed ons mobiliseert tot verandering, maar het lijden van zwarte en bruine mensen “wat kunnen we eraan doen?” reacties oplevert. Dat een schilderij als Kawan-kawan revolusi 1947 van Sindu Sudjojono, met 19 prachtig geschilderde expressieve koppen vol vastberadenheid in het Rijksmuseum hangt tussen de Rembrandts en Vermeers, raakt me op een andere manier.

Als schilder hou ik van het uitpakken en weer in elkaar zetten van herinneringen, ruimtes en ideeën. Het behouden van wat ik waardevol vind, en het toevoegen van wat er mist, is een manier om in conversatie te zijn met de kunstgeschiedenis. Ik schilder harmonieus zoals Les Nabis, maar een verbeelde utopie, niet een blanke boven-middenklasse in Parijs. Ik schilder zelfportretten, maar verbonden, niet individualistisch. Mijn werk is speels en verzorgd, maar niet “geniaal” of “naïef”. Ik schilder vrouwen als onderwerp, niet als lustobject of muze maar als persoonlijke rolmodellen. De dialoog is misschien wel de belangrijkste reden dat ik schilder. Het geeft betekenis. Ik geloof niet dat idylle, neutraliteit, universaliteit of objectiviteit in letterlijke zin bestaan, maar dat de politiek eromheen heel echt en alomtegenwoordig is. Ras, gender en seksualiteit zijn diep verweven met het kolonialisme, imperialisme en de Europese identiteit. Het zijn grote ideeën die al eeuwen deel uitmaken van de westerse cultuur, met een echt effect op iedereens leven en omstandigheden (voor sommige mensen een heel positief effect). De idylle is het willen kijken naar het Rijksmuseum en de grachtengordel zonder een relatie te zien met Indonesië, Afrika, witte suprematie of Nederlands geweld. Voor niet-Europeanen is die relatie evident, maar Europa verleidt tot idyllisch denken.

Miko Veldkamp Rain screen, 2021 Oil, acrylic and ink on canvas 101.6 x 152.4 cm

Je vraagt of wij als kunstenaars en tentoonstellingsmakers het publiek moeten opleiden? Ik denk niet direct. Opleiden is maar een van de dingen die kunst kan doen. Kunst moet overtuigen. Dat kan door middel van verleiding, provocatie en opleiding, en het beste door een combinatie. Verleid tegen de idylle, provoceer tegen objectiviteit, leidt op tegen het imperialisme, etc. Het kan met een voet tussen de deur, of een deur in het gezicht. Ik denk ook dat de verantwoordelijkheid tot een culturele shift bij iedereen ligt, niet alleen bij zwarte mensen, de LGBTQI-gemeenschap of bij vrouwen. De beroemde (maar niet beroemd genoeg) quote, uit de Combahee River Collective Statement luidt: “if Black women were free, it would mean that everyone else would have to be free since our freedom would necessitate the destruction of all the systems of oppression.” Je kan gemarginaliseerde identiteiten toevoegen aan “Black women”, zoals, homoseksueel, transseksueel, plattelands of tropische zuiden, maar het biedt een goede logica voor hoe te organiseren op een fluïde en intersectionele manier, en een ideaal waar iedereen naartoe zou kunnen werken, ongeacht ras, gender, seksualiteit, afkomst, nationaliteit. Niet ieder voor zich, en niet wit-man-hetero centraal.

Een tentoonstelling over het koloniale verleden is een tijdelijke verontschuldiging die hoogstwaarschijnlijk niets verandert aan de onderliggende structuren.

Jeanette Bisschops:
Hoi Miko,

Ik denk dat je hier een goed punt hebt, wil je de geschiedenis tonen buiten de centrale wit-man-hetero blik, dan kom je uit op het moeten decentralisatie van kennis, toegang en representatie, een verantwoordelijkheid die bij iedereen ligt. Een lastige tegenstelling in deze tijd van Twitter, Instagram en TikTok, waar het ware doel van instellingen niet meer primair curatorieel is maar PR, het is reputatiemanagement. Een tentoonstelling over het koloniale verleden is een tijdelijke verontschuldiging die hoogstwaarschijnlijk niets verandert aan de onderliggende structuren. En dat is helaas hoe deze tentoonstelling aanvoelt. Als je vraagt “Mag je iets radicaals als het weglaten van een westers perspectief verwachten van het Rijksmuseum?” Dan zeg ik ja. We krijgen persoonlijke verhalen te zien, maar nog steeds door de filter van het Rijksmuseum die, gerund door een witte heteroman van middelbare leeftijd, maar al te bewust is van hoe gevoelig het onderwerp van dekolonisatieoorlog ligt bij iedereen en geen kritische blik toont- of kan tonen!- op de onderliggende machtsstructuren die doorwerken in onze huidige tijd.

Misschien zijn we getuige van de eerste stap in de goede richting. Het uitnodigen van een kunstenaar om op de materie te reageren, zoals het Rijksmuseum deed met Timoteus Anggawan Kusno, kan wellicht de deur op een kier zetten, symbolisch en praktisch. Voor de installatie Wonden en Gif van Kusno werd de Indonesische kunstenaar toegang gegeven tot vaandels en lege lijsten van gouverneursportretten uit de collectie van het museum die na de erkenning van Indonesische onafhankelijkheid aan het zicht van de bezoekers werden onttrokken. Maar ook hier zien we een kunstinstallatie door het filter van de betrokken curatoren.
Waarom werd deze installatie bijvoorbeeld niet geïnstalleerd in een centrale plek van het museum, zoals de lobby? Hoogstwaarschijnlijk wordt dit werk ook na deze tentoonstelling weer netjes opgeborgen in het depot van het museum. En als het museum geen nieuwe manieren vindt om de deuren tot de gehele, pijnlijke, geschiedenis te openen voor een gedecentraliseerde gemeenschap, dan zal ook de kwestie van de structurele en gewelddadige machtssystemen weer makkelijk te ruste worden gelegd. Het kritische gesprek zullen we voorlopig gaande moeten houden buiten de instituten, in alternatieve ruimtes gerund door kunstenaars, denkers en activisten, maar ook op het terras, op social media, en op platforms zoals Mister Motley.

Miko Veldkamp Ancestors Club, 2021 Oil, acrylic and ink on canvas 76.2 x 121.9 cm
Miko Veldkamp Reader, 2021 Oil, acrylic and ink on canvas 121.9 x 76.2 cm

Jeanette Bisschops is een onafhankelijke curator, kunstcriticus en schrijfster, woonachtig in New York en Amsterdam. Tussen 2019 tot 2022 was ze werkzaam als Curatorial Fellow bij het New Museum, New York en tussen 2016-2019 als Curatorial Assistant Time-Based Media in het Stedelijk Museum Amsterdam. Ze heeft een master Psychologie van de Universiteit Maastricht en een master Kunstgeschiedenis van de Universiteit van Amsterdam.

Miko Veldkamp (Paramaribo, 1982) is beeldend kunstenaar, en woont in New York. Hij behaalde een MFA in schilderkunst aan Hunter College in 2021, was een Hodder Fellow op Princeton University, een resident op de Rijksakademie van Beeldende Kunsten, en heeft een BFA van de Willem de Kooning Academie. Zijn werk is recentelijk getoond bij Workplace Gallery in London, Swivel Gallery in NYC en de New Wight Biennial van UCLA, LA.  

Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaagse kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later