Nachten zonder ons
We vroegen Persis Bekkering welk kunstwerk voor haar onlosmakelijk aan de zomer is verbonden. Het zijn de sexy, zwierende bomen van Cyprien Gaillards videowerk Nightlife die ze in een bloedheet Arles zag en die zich vervolgens, zoals het een echte zomer betaamt, vertroebelden in haar herinneringen. ‘Net als de uitheemse bomen in Los Angeles niet meer uit te roeien zijn, of De denker zo zwaar is dat hij ook tijdens protesten blijft zitten, blijft Nightlife door mijn hoofd spoken.’
Steeds als ik bomen zie wiegen in de storm denk ik aan Cyprien Gaillards videowerk Nightlife (2015). Sommige kunstwerken kunnen dat, ze veranderen voorgoed hoe je kijkt, wat je voelt wanneer je kijkt. Ze nagelen zich vast aan je ziel.
Drie jaar geleden zag ik Nightlife in de Luma Foundation in Arles, de Zuid-Franse stad waarvan Vincent van Gogh het licht zo bewonderde. Het was augustus en bloedheet. Met een vriendin was ik in Marseille op de trein gestapt om naar Luma te gaan, een grote kunstinstelling opgericht door de Zwitserse miljardair Maja Hoffmann. In Arles ontbrak de zeebries die Marseille nog best aangenaam maakte. De lucht was drukkend, zeker drie graden heter.
Ik herinner me dat ik achter de vlechtjes van mijn vriendin aanliep, die tegenwoordig afgeknipt zijn. Ik herinner me dat we te laat waren om nog ergens te kunnen lunchen. Ik herinner me dat we bekenden tegenkwamen in de trein.
Wat ik me herinner van de video: tropische bomen vol in het blad, misschien palmen, zwiepend in de wind. Ik zeg tropisch, dus de lucht was azuurblauw, zoals boven het Luma. En hoe sexy het was, dat zwiepen, dat wiegen op de groove van een rocksteady liedje dat steeds werd herhaald en een nostalgisch effect had, als zelf al een herinnering uit het verleden. Wind kun je niet zien, en omdat we die ook niet konden horen was het alsof de bomen zelf bewogen. Ze dansten.
Herinnering vervormt, schept altijd iets nieuws. Nu ik het terugkijk blijken de bomen niet tegen een azuurblauwe lucht afgetekend, maar tegen een nachtelijke hemel. Gek dat ik me dat niet herinner, want de titel is Nightlife. Stadverlichting doet de bladeren glimmen. De bomen zijn afwisselend jeneverbessen in Los Angeles, en eikenbomen in Cleveland.
De video blijkt niet alleen over bomen te gaan. Het werk van bijna een kwartier toont vier scènes in 3D (ook de 3D-bril had ik onderdrukt). Het begint met shots van Auguste Rodins sculptuur De denker, de versie die voor het Cleveland Museum of Art staat, die werd beschadigd tijdens een protest tegen de Vietnamoorlog. Ook filmde Gaillard vuurwerk boven het Olympisch Stadium van Berlijn. De vier scènes volgen elkaar rustig op zonder uitleg, zonder tekst. Je krijgt veel tijd om naar ze te kijken, naar de bomen, het bronzen beeld, het vuurwerk. Op het eerste gezicht geven ze geen betekenis weg. Je hoeft ze alleen maar te ervaren. Ze zijn vooral een vibe, beweeglijk, aantrekkelijk. Nachten zonder mensen, de stad zonder onze blik die maar blijft vorsen naar betekenis.
Het liedje had ik goed onthouden. De Jamaicaanse rocksteady-zanger Alton Ellis zingt Black Man’s World, waarvan er twee versies bestaan. Negen seconden uit het nummer worden herhaald, waarbij de tekst subtiel verschuift tussen de twee versies, en verandert van I was born a loser naar I was born a winner. Soms klinkt de zang gedempt, alsof de deur ineens dichtvalt en de kijker buiten staat.
De eikenboom in Cleveland is geplant door Jesse Owens, een Amerikaanse atleet van kleur die op de Olympische Spelen in Berlijn in 1936 – in Hitlertijd – vier medailles won. Een verdiende klap in het gezicht van de nazi’s en hun geloof dat Ariërs superieur zijn.
In 1932 waren de Olympische Spelen in LA, en voor die gelegenheid werd er allerlei niet-lokale flora geplant, zoals ook de weelderige, sexy jeneverbessen die wiegen in de wind.
Nightlife is een werk dat lange lijnen trekt tussen op het eerste gezicht verschillende werelden. Het gaat over winnen en verliezen, over ontheemding en verplaatsing, over weerstand en verzet, over circulariteit en herhaling. Over revolutie, dat komt van ‘revolvere’, omwentelen, wat dus ook weer naar circulariteit verwijst. Over de nacht en het donker. Over transformatie, over overleven. Over wat door de tijd heen overeind blijft. Over herinneren.
Net als de uitheemse bomen in Los Angeles niet meer uit te roeien zijn, of De denker zo zwaar is dat hij ook tijdens protesten blijft zitten, blijft Nightlife door mijn hoofd spoken. Nu niet meer als een werk met zonnige blauwe luchten, maar opgloeiend in het donker. Voor altijd deel van een keten aan herinneringen, voor altijd verbonden aan bomen in de wind.