Laure van den Hout

Wat de boel bij elkaar houdt

Essay
23 december 2025

‘Een huis is een interessant personage. We kennen haar als een naaste. We weten waar het als eerste begint te druppen als het te lang aanhoudend regent. Waar het tocht. Waar je de meeste leefgeluiden hoort van de buren. We kunnen omgaan met een klemmende deur door hem een beetje op te tillen, zoals we hebben geleerd mee te bewegen met de buien van onze geliefden.’ Laure van den Hout onderzoekt in dit essay hoe architectonische ruimte zich verhoudt tot ons innerlijk leven. Dat doet ze aan de hand van Joachim Trier’s nieuwste film Sentimental Value en het werk van Vilhelm Hammershøi, Lois Dodd en Gordon Matta-Clark.

Deze tekst begon met een kleine schets op papier. Van een huis. Ik wilde erbij schrijven ‘een jaar als een huis’, maar per abuis schreef ik ‘las’. Een jaar las een huis. Of dit nu een freudiaanse verschrijving was of niet, het zette me aan het denken over de binnenruimte die een huis is, en hoe die verband houdt met ons innerlijk leven.

Lois Dodd – Sun in Hallway, 1978, 127 cm x 76,2 cm. ©Lois Dodd, courtesy Alexandre Gallery, New York.
Vilhelm Hammershøi – Interiør med kunstnerens staffeli (Interior with the Artist's Easel), 1910. National Gallery of Denmark – SMK.

Over een oud huis zeggen we dat het karakter heeft. We vermenselijken de huid van de ruimtes waarin we leven.

Joachim Trier’s nieuwste film Sentimental Value (2025) begint met een huis waarover wordt verhaald. De voice-over bevraagt wanneer het gelukkig is. Of het soms pijn heeft. Het beeld zoomt in op het fundament waar een kleine verzakking zorgt voor een scheur in de binnenmuur. Een lichte scheefstand.

Het is Nora, de oudste dochter van een gezin met twee kinderen, die het huis deze vragen in de mond legt. Het is een opstel, voor school. Psychotherapeute Sissel en filmregisseur Gustav, de ouders, zijn dan nog niet gescheiden, maar hebben veel ruzie.
Als Nora auditie doet voor de toneelschool overweegt ze het opstel te gebruiken als tekst om voor te dragen, maar besluit dat het niet persoonlijk genoeg is.
Intrigerend, want de blik waarmee zij naar het huis en haar kwetsuren kijkt, is juist persoonlijk. Ze verbindt wat in haar leeft met de ruimtes die ze om zich heen ziet: ze maakt er een verhaal van.

Een huis is een interessant personage. We kennen haar als een naaste. We weten waar het als eerste begint te druppen als het te lang aanhoudend regent. Waar het tocht. Waar je de meeste leefgeluiden hoort van de buren. We kunnen omgaan met een klemmende deur door hem een beetje op te tillen, zoals we hebben geleerd mee te bewegen met de buien van onze geliefden.
Ook als het niet ons eigen huis betreft, kunnen we spreken van een toegankelijke buiten- en binnenkant. Dat komt doordat de dingen die we er doen, doorgaans de vertrekken kenmerken die we onderscheiden. Koken, wassen – het lijf en het textiel – slapen, leven. Ik wilde schrijven ‘wonen’, naar ‘woonkamer’, maar dat is raar, vind ik. Het omvattende van wat er in het huis gebeurt zou wonen moeten heten, het is curieus dat slechts één vertrek met dat voorvoegsel wordt aangeduid.

Dit jaar zag ik niet eerder zoveel schilderijen van de Deense schilder Vilhelm Hammershøi (1864-1916), wiens werk ik al lang bewonder vanwege de ingetogenheid. Zijn kleurpalet is vergrijsd, bestaat uit morsige blauwen. Het licht is een stemming op zich. Hammershøi schildert meestal een persoon, gezien op de rug, in een ruimte, en in hetzelfde werk een doorkijkje naar een ander vertrek, of een venster. Soms is het geen persoon maar een object dat we te zien krijgen, zoals in het veelzeggende Interior with the Artist’s Easel (1910).

Wat me op een meer existentieel niveau aanspreekt in de interieurgezichten van de kunstgeschiedenis – naast Hammershøi die van Pieter de Hooch, Emmanuel de Witte, Pieter Saenredam, Edward Hopper – is de analogie van de geschilderde ruimtes binnenshuis met die in mijn binnenwereld. Net als in mijn huis, zijn er daar plekken waar ik minder graag kom en plekken die ik minder goed ken. Zou ik daar een klemmende deur eveneens een beetje op te tillen? De deconstructivistische filosoof Jacques Derrida, wiens gedachtegoed ik in twee thesissen op de kunstacademie gebruikte, zei eens in een interview met het blad Rolling Stone iets dat ik altijd heb onthouden: ‘Wanneer men mij vraagt: ‘Hoe gaat het?’ – wat een dwaze vraag! – wil ik antwoorden: ‘Op welke verdieping? […] Het is alsof ik een kleine menigte mensen was die op meerdere verdiepingen leven en elkaar kruisen.’

Lois Dodd – Springtime Studio Interior, 1972, 137,2 cm x 167,6 cm. ©Lois Dodd, courtesy Alexandre Gallery, New York.
Vilhelm Hammershøi – Stue i Strandgade med solskin på gulvet (Interior from Strandgade with Sunlight on the Floor), 1901. National Gallery of Denmark – SMK.

De barst in de binnen(!)muur, ontstaan door wellicht een bouwfout, de tijd, te weinig zorg aan de woning of gewoon pech, kun je losjes doortrekken naar de barst in het huwelijk van Gustav en Sissel, de scheuren in het vertrouwen van hun dochters Agnes en Nora, abrupte gebeurtenissen in het leven van eerdere generaties zoals dat van Karin, die zich vervolgens vastzetten in het binnenste van haar zoon Gustav. Mensen die voor de buitenwereld groot werden in dit houten huis.
Wanneer Sissel overlijdt blijft er een huis vol spullen en herinneringen over. We zien de dochters eerst zorgen dat het mensen aan niks ontbreekt tijdens de nazit van de uitvaart, in datzelfde huis. Gustav komt achteloos binnenvallen en haalt op een wat onbeholpen manier herinneringen op aan zijn ex-vrouw.
Later zien we hoe de jongste dochter, Agnes, de spullen heeft georganiseerd en is het plan er samen doorheen te gaan. Wie neemt wat mee, wat blijft over, gaat weg? De oudere dochter, Nora, omarmt een glazen vaas met rode en donkerrode aders. Spullen. Ze kunnen een last zijn en tegelijkertijd een ingang bieden. Natuurlijk heb je de vaas niet nodig om je moeder te herinneren, maar sommige voorwerpen kunnen wel helpen toegang te krijgen tot herinneringen. Zoals een fysieke ruimte mij een binnenwereld kan doen voorstellen.

Een paar weken terug dacht ik een echo van Hammershøi’s werk te herkennen in de schilderijen van Lois Dodd (1927). Dodd schildert vooral haar dichtbije omgeving, niet zelden haar uitzicht. Was die hangt te drogen, kamers en vertrekken, lichtinval, sponningen, deurposten, blinde muren.
Op de tentoonstelling Framing the Ephemeral in Den Haag hangt een wonderschoon werk, Springtime Studio Interior (1972). Ik zie twee ramen, een met vrij zicht, de ander met een luik ervoor, en twee spiegels die me een blik gunnen op de andere kant van het vertrek – daar waar ik denkbeeldig sta. Spiegelingen, richtingen, perspectieven. De positie van het ik als een kruispunt van mogelijkheden. Het werk troost me omdat het me ruimte biedt een ‘nu’ te zien, waarin de blik terug – het verleden – en de blik vooruit – de toekomst – verenigd zijn.

 

 

Lois Dodd – Snow Patterns, 1985, 142,2 cm x 101,6 cm. ©Lois Dodd, courtesy Alexandre Gallery, New York.
Lois Dodd – Red Laundry + Chicken House, 1978. ©Lois Dodd, courtesy Alexandre Gallery, New York.

De shots in Sentimental Value zijn prachtig, evenals het licht. Schilderachtig bijna. Ook dat roept het werk van Hammershøi en Dodd in herinnering. Toch vond ik Sentimental Value geen makkelijke film om te kijken. Dat is positief bedoeld. In de film wordt de tijd genomen, zowel door de karakters, maar ook in de manier waarop de film gemonteerd is. Interacties worden vaak niet afgemaakt. Soms doordat het gesprek anders loopt, soms doordat iemand de kamer binnenkomt, soms door de keuzes die iemand maakt, soms doordat het leven beslist. Voor een korte tijd is het scherm dan zwart, waarna het verhaal ergens anders verder gaat. Een harde ‘cut’. Dat de dingen tijd nodig hebben, dat het leven meandert, dat zie ik erin. De momenten dat het scherm even een paar tellen zwart is zijn als het beletselteken – […] – in een tekst, ze laten weten dat er iets weggelaten is. Het is eveneens een manier om het verstrijken van tijd in beeld te brengen, en dat is prettig om te zien want vaak ‘verdwijnt’ de tijd uit een eindproduct. In die zin dat we wel weten van de tijd, maar ‘m niet echt voelen.

Juist wanneer je de tijd kunt voelen, ontstaat er ruimte. Dit is een denkbeeldige ruimte, een die uitnodigt je ertoe te verhouden, iets te bevragen, een waar je iets kunt onderzoeken, als je dat wilt. 

Een voor een worden de keukentegels eraf gebikt in de Noorse keuken. Waarom in godsnaam, gaat er door me heen terwijl ik deze scène gadesla. De camera glijdt door het huis: alles is beige en wit, de muren kennen in elk vertrek dezelfde sierlijsten. Alles is generiek geworden: een zogenaamd blanco canvas waar iedereen verlangens op kan projecteren. Na de hartverscheurende eenheidsworst die het huis geworden is, zien we de set waar Gustav zijn film opneemt. Daar zijn de keukentegels. Makerschap: het scheppen van een omgeving waarin het werkelijke een plek kan hebben.

Het brengt me terug naar de interieurgezichten in de schilderkunst waar ik zo van houd. Ze geven me geruststelling. Ze zijn bovendien beloftevol: als ze niet een thuis verbeelden, dan houden ze de mogelijkheid voor opnieuw te beginnen. Een huis kan te veel geschiedenis hebben, dan helpt (het idee van) een leeg huis, een frisse start. Ruimte verbeeldt dan een potentieel.

Natuurlijk deden het vooraanzicht en de scheefstand van de woning in Sentimental Value me denken aan Splitting (1974) van Gordon Matta-Clark. Matta-Clark is zo’n kunstenaar die me iets heeft laten zien met zijn werk dat me helpt om uit te drukken hoe ik naar de dingen kijk. Met zijn ruwe architectonische ingrepen maakte hij zichtbaar wat een constructie is, wat voorwaardelijk is. In het videowerk Splitting zien we hoe hij een woning doormidden zaagt, om de twee helften van het huis vervolgens onder een lichte hoek uiteen te laten vallen waardoor er een streep licht naar binnen valt. Een selecte groep bezoekers kon vervolgens het werk bezichtigen, door het gespleten huis lopen. Matta-Clark’s ingreep laat ons de ruimte met nieuwe ogen zien. Zodat we opnieuw grip krijgen op wat de boel bij elkaar houdt: muren, vloeren, een dak boven je hoofd. Radicaal – over een harde ‘cut’ gesproken – maar met oog voor wat ruimte ten diepste is.

Ik wil een thuis, leest Nora hardop als haar zus haar vraagt het script van hun vader, met een rol die hij speciaal voor haar heeft geschreven, te overwegen. ‘Ik heb het gevoel dat het over jou gaat’, zegt Agnes.
Aan het begin van de film heeft Nora haar vaders voorstel van de hand gedaan. Ze gooit hem voor zijn voeten dat hij haar nooit heeft zien spelen. Dat ze niet eens kunnen praten.

 

Joachim Trier – Sentimental Value (2025), still. Fotograaf: Kasper Tuxen. Cinéart.
Joachim Trier – Sentimental Value (2025), still. Fotograaf: Kasper Tuxen. Cinéart.

In zowel Sentimental Value als in de interieurgezichten is architectuur een perspectief om in beeld te brengen wat er in een binnenwereld leeft. Het is een manier om het verlangen gezien te worden te verbeelden. Als om te zeggen dat ook de muren waar je tegenaan loopt van je houden. Om er een verhaal van te kunnen maken.

En daarmee kan ik me niet aan de indruk onttrekken dat als de voice-over in de beginscène vertelt over hoe het huis zich voelt dat er meer gezegd wordt dan dat, iets dat een wisselwerking impliceert. Wanneer is het gelukkig, heeft het soms pijn?
Is de vraag aan een ander niet altijd ook een vraag aan jezelf? Of een verlangen gezien te worden in die interesse? Ben je gelukkig? Heb je soms pijn?

‘Wat denk jij?’ vraagt de actrice die Gustav regisseert hem telkens weer als ze probeert te achterhalen wat de beweegredenen van haar personage zijn.
‘Je moet je eigen antwoord vinden’, geeft hij haar terug. De vraag is alleen of dat een manier is om haar de ruimte geven zich het verhaal eigen te maken of een poging de confrontatie met zijn eigen binnenwereld en scheuren uit de weg te gaan.

Lois Dodd – The Painted Room, 1982, 152,4 cm x 127 cm. ©Lois Dodd, courtesy Alexandre Gallery, New York.

———————————

De tentoonstelling Framing the Ephemeral is nog tot en met 6 april 2026 te zien in Kunstmuseum Den Haag. Sentimental Value draait in filmhuizen door het land en is te vinden op Picl.

Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht