‘Wij ontmaskerden het Concertgebouw, omdat zij dreven op steun van criminelen’ – in gesprek met Daniela Paes Leão (Fossil Free Culture)
Kunstenaar en onderzoeker Eef Veldkamp interviewde Jonas Staal, Malou den Dekker (BP or not BP) en Daniela Paes Leão (Fossil Free Culture) over hun positie als kritische kunstenaar in het neoliberale tijdperk. Ter introductie schreef hij eerder een kort essay. ‘Kunstenaars willen, aldus tegen beter weten in, niet meer de bittere smaak van de voedende hand proeven en dus gaan ze over tot actie, met succes. In die precaire situatie, die mij ook niet onbekend is als kunstenaar, heerst een klemmend bewustzijn van hypocrisie: je wilt wel maar kan niet, je kan wel maar wilt soms ook niet. De wereld zoals we die kennen is geen makkelijk medium om mee te werken.’
Vandaag publiceert Mister Motley het interview met kunstenaar Daniela Paes Leão van Fossil Free Culture.
Onlangs boekte het Nederlandse kunstenaarscollectief Fossil Free Culture een groot succes. Het wist door middel van veelvuldige acties Shell uit de ‘businessclub’ te krijgen van het wereldberoemde Concertgebouw in Amsterdam. Daarmee is het gehele Amsterdamse Museumplein nu vrij van sponsoring van fossiele brandstoffen, na eerdere geslaagde acties bij het Van Goghmuseum en het Rijksmuseum.
Het zorgelijke is dat het bedrijven van de kunsten, klaarblijkelijk, vandaag de dag praktisch onmogelijk is zonder een pact met het kwaad te sluiten. Ik stelde kunstenaar Daniela Paes Leão van het kunstenaarscollectief Fossil Free Culture een aantal vragen, te beginnen bij de ideologisch verwijten die ze naar hun hoofd geslingerd kregen.
EV: Zou je iets willen vertellen over jullie acties bij het Concertgebouw?
DPL: Bij het Concertgebouw deden wij burgerlijke ongehoorzaamheidsoptredens, via deze voorstellingen wilden wij de connectie tussen het Concertgebouw en Shell laten zien. We deden een demonstratie tegen de PR-strategie waarmee een bedrijf zoals Shell zichzelf opstelt als klimaatvriendelijk bedrijf om maatschappelijk geaccepteerd te worden, maar ondertussen verder gaat met zijn dagelijkse gang van zaken: klimaatvernietiging en vervuiling. Shell is in dit geval zelf de verwoesting van het klimaat.
Ik vind dat het Concertgebouw als instelling de plicht heeft om aan de juiste kant van de geschiedenis te staan. Om greenwashing tegen te gaan, zouden ze de samenwerking met dit schandelijke bedrijf moeten stoppen en dit is nu ook gebeurd. Wij vochten tegen deze samenwerking doormiddel van ongehoorzame artistieke interventies in de concertzaal. Dit deden wij altijd na het concert, meestal tijdens de toegift. Wij protesteerden niet tegen de artiesten die optraden en daarnaast respecteerden wij de ervaring van de bezoekers. De toegift is een geschenk dat de artiest cadeau doet aan de bezoeker.
We deden onze interventies op dat moment, en niet bijvoorbeeld na het optreden, omdat er anders geen protest zou zijn; de zaal zou anders al leeg zijn. Eveneens deden wij dit bij een eerder project in het Van Gogh Museum.
Een voorbeeld van een optreden bij het Concertgebouw is ‘Dissonance Act 3 – Tempest,’, één van mijn favoriete acties. We hadden tien artiesten en activisten op het balkon staan van de grote zaal in het Concertgebouw. Iedereen had een handvol bladmuziek met onaangename muziek vast. Onderaan de bladmuziek stond “Made possible by Shell,” geschreven. De muziek moest verschrikkelijk klinken omdat we componeerden wat Shell produceert. Daarna gooiden we de bladmuziek van het balkon de zaal in, waar de bezoekers zaten. Zij zagen de papieren naar beneden dwarrelen en vervolgens zaten ze onder het papier.
Het publiek van het Concertgebouw is super moeilijk. Ze bestaat vooral uit een elitaire groep uit Amsterdam, daarom reageerden zij er slecht op. De bezoekers hebben bijvoorbeeld gedreigd onze performers van het balkon te gooien. Ik denk dat ik wel begrijp waarom ons optreden niet bij hen in de smaak valt: zij zijn niet het publiek dat getroffen wordt door klimaatverandering.
Een artikel over het optreden verscheen een paar dagen later in de Volkskrant. Het artikel concludeerde zoiets dat als klimaatverandering ons zal treffen we gelukkig de goede muziek in het Concertgebouw nog hebben. Shell zou tenminste iets goeds doen. Ik kon niet geloven dat dit gezegd werd in een krant. Wij hebben de plicht om het juiste te doen, het zou niet toegestaan mogen zijn dat de personen achter deze klimaatcatastrofe een schoon imago hebben.
Het is de elite die de macht heeft om het roer om te gooien, maar ze zwijgen over hun verantwoordelijkheden. Ik kan niet tegen een alleenstaande moeder van zes kinderen zeggen dat ze biologische boodschappen moet doen om monocultuur tegen te gaan. Zij hebben het geld niet voor milieuvriendelijk voedsel. Slechte dingen zijn gewoon goedkoper. Iemand die geld heeft voor een concert heeft financiële zekerheid en daarmee de macht om de maatschappij te beïnvloeden. Maar ze zijn hier zich óf niet bewust van, of ze willen de verantwoording niet op zich nemen.
Een sopraanzangeres die vaker zingt in het Concertgebouw, Marene Elgershuizen, was een bezoeker tijdens onze interventie. Zij erkende ons optreden, dus ik denk dat de artiesten eigenlijk onze medestanders zijn en onze kant kiezen.
EV: Wat kregen jullie allemaal aan verbaal geweld over je heen vanwege de acties tegen Shell?
DPL: We ontvingen heel veel kritiek, ook van artiesten, sommigen zeiden dat Shell tenminste betaalt aan artiesten. Salaris ontvangen is natuurlijk belangrijk. Maar dit is ook juist een probleem, dit is hoe Shell hun daden goedpraat.
Ten eerste, Shell betaalt het Concertgebouw eigenlijk heel weinig geld. En dat doen ze niet om de kunst te steunen, ze doen het voor een schoon imago. Het Concertgebouw kan heel goed de juiste sponsoren uitkiezen, maar alsnog falen zij hierin. Ik denk dat er genoeg groene bedrijven zijn die het Concertgebouw zouden willen steunen. Mensen zien vaak niet hoe dit werkt. Zij denken dat de kunstwereld zich in een benarde positie bevindt, maar een sponsor van dit formaat brengt de kunst alleen maar in een lastige situatie.
De eerste instelling die wij op het oog hadden was het Van Gogh Museum. De bezoekers van het museum waren het vaak met ons eens. Het Concertgebouw is echter andere koek. Ik ben van mening dat dit te maken heeft met de sociale klasse waarin deze mensen zich bevinden. De elite heeft meer baat bij het behouden van de huidige stand van zaken. In het Concertgebouw dreigden de bezoekers ons van het balkon af te gooien en ook op social media ontvingen we licht agressieve reacties zoals “waarom zou je het concert belemmeren, de kunstwereld heeft het al zwaar genoeg.” Afgezien van dit commentaar heeft Shell ons compleet genegeerd. Dat werkt namelijk heel goed: als je het probleem niet aankaart, dan bestaat dit niet. Tenminste dat is hoe zij denken dat het werkt.
Tijdens het ‘Drop the Shell’ optreden bij het Van Gogh Museum werden de artiesten opgepakt en in de gevangenis gezet. De beveiligers handelden heel hardhandig. We moesten drie nachten in de cel doorbrengen. Dat is vreemd, omdat ze ons eigenlijk niet langer dan 24 uur mogen vasthouden, maar wij werden in vreemdelingenbewaring geplaatst.
Rutger Groot Wassink (GroenLinks) stelde onze situatie ter discussie tijdens een stadsvergadering door te vragen waarom wij terecht waren gekomen in de vreemdelingenbewaring. Wie heeft de macht om dit te doen? Ik vroeg me af of Shell zeggenschap had bij de politie. Dit is natuurlijk speculatief, maar het is alsnog een vreemde situatie. Vooral omdat die behandeling zo ongepast was, werden we wel bekend. Een paar dagen later volgenden er demonstraties bij het Van Gogh Museum om geen aangifte tegen ons te doen. Hoe dit allemaal werkt is zo oneerlijk. Het accentueert hoe onze kapitalistische maatschappij functioneert. Mensen reageren alleen als zeven vrouwen de gevangenis ingaan vanwege een vreedzame gebeurtenis. Ik denk dat dit te maken heeft met de spektakelmaatschappij.
Natuurlijk wilden wij niet de gevangenis ingaan om iets te bereiken, maar dit heeft ons uiteindelijk wel geholpen. In de wereld van activisme is de kans om opgepakt te worden groot, dus wij waren hierop voorbereid. Toch moet je heel sterk zijn en opgewassen zijn tegen deze agressie om dit te kunnen doen. Je gaat tegen de status quo, daar zal je voor gestraft worden.
In dit geval is kunst niet de verfijnde ervaring. Ondanks dat je in het hol van de leeuw staat, treed je vreedzaam op. Dit is een hele intense ervaring, het is niet te vergelijken met een performance in een museum of kunstgalerie. Ik geloof er oprecht in dat wat wij doen deel uitmaakt van een historisch moment. Wij vragen om verantwoording, niet alleen van het Concertgebouw, maar ook van de bezoekers. Zij kunnen namelijk het verschil maken, ze hebben daar de economische en politieke macht voor.
EV: Hoe reageerde het Concertgebouw op jullie acties?
DPL: We hebben verschillende interacties met het Concertgebouw gehad. Bij één van de eerste interacties vroegen ze of wij met ze wilden vergaderen over wat er was gebeurd. Onze eerste reactie was dat we dit aanbod alleen zouden aannemen als zij de samenwerking met Shell zouden stoppen. Dit was tevergeefs.
Bij ons eerste optreden smeerden we drie artiesten in met nepolie en zij drukten vervolgens hun lichaam tegen de raamgevels die een olieprint achterlieten. Het idee was dat we Shell zo eraan herinnerde dat hun olierampen door de blote handen van anderen worden opgeruimd. Hierop reageerde het Concertgebouw heel goed, ze lieten het toe.
Maar op het moment dat we naar binnen gingen, kwamen we in de problemen met het Concertgebouw. Na onze Art Storm, dit deden wij drie keer achter elkaar, had de directeur Simon Reinink ons een neerbuigende email gestuurd over wat voor problemen waren ontstaan door onze optredens. Daarop reageerden wij dat we absoluut bewust waren van de problemen die we hadden gecreëerd, dat was immers ons doel.
Het Concertgebouw verdient deels ook op het onderverhuren van ruimtes aan artiesten. De muzikanten en artiesten werden zo geconfronteerd door ons optreden, dat ze wel twee keer nadenken over het boeken van een kamer bij een instelling die het gebruik van fossiele brandstoffen goedkeurt. In onze email schreven we aan de directeur dat we ons hiervan bewust waren en dat hij zichzelf van het slechte pad moest verwijderen. Hij nam dit heel persoonlijk. Later in december bezochten we dagelijks het Concertgebouw voor een kop koffie. Bij elk bezoek namen we een foto van de koffie en brachten hiermee de boodschap naar buiten dat we duidelijk op Simon aan het wachten waren. Elke reactie van het Concertgebouw inspireerde ons. We vroegen ons altijd af wat we met deze reactie konden doen. We gaven aan dat we niet zouden stoppen met onze koffiebezoekjes totdat ze een streep onder de samenwerking met Shell zouden zetten. Op die manier kwam op 31 december 2019 een einde aan de koffie bezoekjes: Shell was geen sponsor meer.
Natuurlijk heeft het Concertgebouw dit stilletjes gedaan aangezien hun besluit pas duidelijk werd in maart. We kwamen erachter dat het Shell-logo van de website was verwijderd en ook de mensen die er werkten bevestigden toen het einde van de samenwerking. Helaas konden we dit niet vieren vanwege corona. Maar in de tussentijd hebben we een boek geschreven genaamd ‘Waiting for Simon.’ We hebben een schrijver gevraagd om op de daad van het wachten, kolonialisme, fossiele brandstoffen en klimaatverandering uit te weiden. We hadden Simon uitgenodigd voor de presentatie, maar aangezien hij niet had gereageerd, zullen wij het boek naar hem sturen.
EV: Wat was doorslaggevend voor jullie succes?
DPL: Hardnekkig zijn! Het feit dat we elke keer terugkomen, laat zien dat we niet opgeven tot er iets veranderd. Zo simpel is het. De reden waarom het Concertgebouw zich had overgegeven aan ons en de sponsoring had opgezegd, ligt in het behouden van hun reputatie. Wij ontmaskerden het Concertgebouw, omdat zij dreven op steun van criminelen. Hiermee associeerden zij zich met misdadigers die de mensheid en de natuur schaden. Deze ontmaskering schaadt de reputatie van het Concertgebouw die zij zelf heel graag willen beschermen. Toen Simon ons vertelde dat wij niet wisten wat voor “schade” wij deden antwoordden wij dat we hartstikke goed wisten wat wij deden. Zij schaden zelf hun eigen imago, wij hielden gewoon een spiegel voor. Uiteindelijk kreeg onze ontmaskering meer steun dan negatieve kritiek. Voor de meeste mensen was het duidelijk waarom deze samenwerking zo problematisch was.
EV: Hoe overleefde jij in die tijd?
DPL: Als artiest of kunstenaar is het heel moeilijk om rond te komen, vaak zat ik in financiële moeilijkheden. Recentelijk deed ik werk voor een commercieel video-bedrijf om de rekeningen te kunnen betalen. Natuurlijk kon Fossil Free Culture (FFC) niet mijn bron van inkomsten zijn. Maar er kwam een betaalde positie vrij en nu werk ik fulltime voor FFC. Het betaalt niet veel, maar ik kom rond.
Het is alsnog een zorgwekkende situatie, we ontvangen tot eind dit jaar de subsidie, maar we weten nog niet hoe het volgend jaar zit. Onze financiën hangen af van onze subsidies uit de kunsten en het activisme, maar ook van donaties. FFC bestaat vooral uit vrijwilligers. Bij een optreden zie je maar tien mensen, maar er staat een heel team van 35 mensen achter. We hebben bijvoorbeeld ook woordvoerders, zij onderhandelen met de beveiliging tijdens onze optredens. Daarnaast zijn er fotografen en filmmakers die onze optredens opnemen. Er zijn meerdere filmmakers aanwezig, omdat je nooit zeker weet of een camera in beslag wordt genomen door de beveiliging (dit gebeurt trouwens altijd). Tijdens de optredens hebben wij ook mensen die flyers uitdelen om het publiek uit te leggen wat wij doen. Natuurlijk hebben we ook een back-office, zij zorgen voor de organisatie en voor de pers. Andere belangrijke onderdelen van ons team zijn het juridische team en de projectmanagers.
Het construeren van onze “simpele” optredens is eigenlijk vrij ingewikkeld. Naast de optredens moeten we ook veel formulieren invullen en rapporten schrijven. Mensen uit ons team nemen de risico’s omdat zij geloven dat ze het juiste te doen voor de wereld. Als wij er niet in zouden geloven dan zou de huidige stand van zaken zich voortzetten. Eén optreden is dan ook niet genoeg, je moet hardnekkig zijn, doorgaan en het verhaal maken. Dat laatste is het meeste werk. Zo hebben wij bijvoorbeeld onze filmmakers op specifieke locaties in het Concertgebouw geplaatst, omdat we van tevoren hebben uitgestippeld hoe de opname eruit moest zien op social media. Vaak is het opnemen nog belangrijker dan het optreden zelf. Daar waar het publiek is, reik je uit naar de wereld.
EV: Waarom wil Shell niet toegeven dat jullie acties hebben bijgedragen aan hun vertrek bij de businessclub van Het Concertgebouw?
DPL: Ze willen ons niet die macht geven. Als ze zouden toegeven dat de sponsoring is stopgezet door ons optreden, dan geven ze ons de macht. Dus doen ze alsof er niets is gebeurd. Voor mij is het heel duidelijk: als niemand erover praat, dan bestaat het niet. Zowel het Concertgebouw als het Van Gogh Museum zwegen over situatie. Ook het Rijksmuseum was stilgevallen over hun samenwerking met Saudi Aramco [staatsoliemaatschappij van Saoedi-Arabië] voordat wij er iets tegen deden. Toen het Van Gogh Museum uit de samenwerking stapte met Shell vroegen wij of ze samen met ons een persbericht wilden uitbrengen dat ze nu een groen museum zijn. Ze weigerden dit. Ik denk dat dit niet zo slim was, het was namelijk heel goed geweest voor hun reputatie. Ook ontkennen ze dat ons optreden de reden is dat ze de sponsoring hebben stopgezet. Een leuk feit is dat de sponsoring was opgezegd in 2018 en ondanks dat dit niets met ons te maken zou hebben, staat er in een rapportage van 2017 dat ze hun goede relatie met Shell nog vele jaren wilden voortzetten.
Als mensen realiseren dat veranderingen door dit soort acties kunnen worden waargemaakt, dan zullen dingen inderdaad veranderen. Het lijkt erop dat zij dat niet willen.