Erik Wong

Zacht verzet – een wereld zonder held waarin de draad het voor het zeggen heeft

Essay
24 oktober 2024

‘Geen helden maar mensen zouden verhalen moeten bevolken.’ Erik Wong ging naar aanleiding van de tentoonstelling Unravel in het Stedelijk Museum in Amsterdam in gesprek met kunstenaar LJ Roberts over het werken met textiel. In Zacht verzet onderzoekt hij het verhalende denken en houdt hij een wervelend betoog voor de tussenruimte. ‘Roberts omarmt het ambivalente, het non-binaire en koestert daarmee een tussenruimte. Een ruimte die hen voor zichzelf heeft gemaakt, bevochten heeft en die – zeker in deze gepolariseerde, binaire tijden – verdedigd moet worden.’

Na een inspirerend gesprek loop ik met kunstenaar LJ Roberts over de tentoonstelling Unravel in het Stedelijk Museum Amsterdam. ‘Look at us, we are rock stars, who could have thought that 15 years ago?’

Misschien is dat wel de grootste verdienste van Unravel: textiel als medium staat stralend in het middelpunt. Vanzelfsprekend is dat niet. Roberts maakte 15 jaar geleden ook veelzeggend werk, maar toen werd daar lacherig over gedaan: huisvlijt, te ambachtelijk, iets voor hobbyisten, voor moeders, voor oma’s. Het zegt iets over deze tijd dat ‘zachte kunst’ nu serieuzer wordt genomen.

LJ Roberts – VanDykesTransDykesTransVanTransGrandmxDykesTransAmDentalDamDamn (detail), 2014-2020. Yarn, leather, lace, upcycled bike inner tubes, metal studs, zippers, shoelaces, hacked Lite Brites, lurex, thread, 168 x 240 in
(426.72 x 609.6 cm).

Het lachertje van de academie

Toen LJ Roberts voor het eerst textielwerk op school presenteerde viel dat dus niet in goede aarde. Breien, weven en borduren kon gewoonweg niet tot een serieus kunstwerk leiden. Dat was de heersende opvatting. Mode – vooral vanwege de glamour, tijdschriftcultuur en catwalk – kon in het kunstonderwijs nog enigszins op aanzien rekenen, maar textiel was altijd marginaal. Toen ik zelf in 2005 ging lesgeven aan de afdeling Textiel aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam, zaten er drie timide meisjes achter weefgetouwen en was er zero aanwas van nieuwe studenten. Er werd schamper over ‘the tea drinking department’ gesproken. Textiel was het lachertje van de academie. Het is aan kunstenaar/beschouwer Joke Robaard te danken dat de afdeling niet werd opgeheven. Zij introduceerde een nieuw perspectief: denken en schrijven over textiel als systeem, als materiaal dat betekenis krijgt door de handeling van het maken en in de toepassing. Denkers als Gilles Deleuze, Roland Barthes en John Berger gaven een slinger aan het zelfbewustzijn van studenten en docenten. Later kwamen daar feministische- en queerstemmen bij. De afdeling kreeg een nieuwe naam: TXT, tekst en textiel. We zijn 20 jaar verder en TXT is uitgegroeid tot een zelfbewuste, politiek gedreven afdeling, die niet in de marge, maar midden in de school staat.

Joke Robaard – Red Assembly, 2021. T-shirts, katoen.

Er is een wereld gewonnen en daar is strijd voor geleverd. Een strijd die zichtbaar is in het werk van Roberts. LJ neemt een opvallende positie in: geen man, geen vrouw, geen leer, geen kant. Roberts omarmt het ambivalente, het non-binaire en koestert daarmee een tussenruimte. Een ruimte die hen voor zichzelf heeft gemaakt, bevochten heeft en die – zeker in deze gepolariseerde, binaire tijden – verdedigd moet worden.

Zelfmoordpil

Niemand die over textiel schrijft kan heen om het belang ervan in ons dagelijks leven. Ooit gaf ik de opdracht aan studenten: ga naar huis, je hebt een uur om spullen te pakken. Er dreigt gevaar, je moet weg. We verzamelen hier op school. 90% van de inhoud van de haastig gepakte tassen bestond uit textiel. Voor de gemiddelde ‘inboedel’ van een vluchteling zal dat niet anders zijn: kleren, slaapzak, tent. Eén student pakte het conceptueler aan: zij trok haar mooiste kleren aan en in een piepklein uitgaanstasje had ze een zelfmoordpil meegenomen. Aan de gebruikerskant maakt textiel geen onderscheid in gender: iedereen draagt kleren, iedereen slaapt als het even kan onder een laken, deken of dekbed. 

Leer en kant

Aan de maakkant is dat anders. Textiel is (op het Westelijk halfrond) altijd het domein van vrouwen en queers geweest. Materialen en technieken zijn vreemd genoeg aan gender gekoppeld. Neem het liedje Leather and Lace dat Stevie Nicks eind jaren 1970 opnam met Don Henley van de Eagles: zij een fragiele hippievrouw, hij een ruwe cowboybolster. Nicks zingt:

Lovers forever, face to face
My city, your mountains
Stay with me, stay
I need you to love me, I need you today
Give to me your leather
Take from me my lace

Zo kunnen we ons wel een stoere schoenmaker voorstellen, maar weet een mannelijke kantklosser moeilijker ons netvlies te vinden. Blijkbaar zijn mannen van leer, vrouwen van kant. Het is niet voor niks dat George Michael – nog diep in de kast – op de hoes van Faith een leren motorjack draagt. Toen we op de middelbare school bij handenarbeid mochten kiezen waar we mee wilden werken, koos ik als enige jongen niet voor klei, hout of metaal, maar voor garens en stof. Het domein van meisjes en meisjesachtigen en daarmee ook van de ‘niet serieus te nemenen’.

Strijd

Het is aan feministen en homoactivisten te danken dat de centrale plek in het Stedelijk nu door textielmakers wordt geclaimd. Zoals (om nog even aan rock stars te refereren) popsterren als Troye Sivan, Chappell Roan en Charli xcx nu unapologetically queer of brat kunnen zijn. Er is een wereld gewonnen en daar is strijd voor geleverd. Een strijd die zichtbaar is in het werk van Roberts. LJ neemt een opvallende positie in: geen man, geen vrouw, geen leer, geen kant. Roberts omarmt het ambivalente, het non-binaire en koestert daarmee een tussenruimte. Een ruimte die hen voor zichzelf heeft gemaakt, bevochten heeft en die – zeker in deze gepolariseerde, binaire tijden – verdedigd moet worden.

De speer en de tas

Ik druk me opzettelijk in oorlogstaal uit omdat de wereld van vandaag een strijdtoneel is. Patriarchale krachten bedienen de knoppen, de wapenindustrie draait op volle toeren en in het bijbehorende discours worden woorden als wraak, eer, moed en vernietiging graag in de mond genomen. In deze testosteroncontext herlas ik de korte tekst die Ursula Le Guin in 1986 schreef: The Carrier Bag Theory of Fiction.

Een grappige, meeslepende tekst, waarin Le Guin laat zien hoe we als mensheid begonnen als rondkeutelende verzamelaars. We scharrelden al plukkend en rapend ons kostje bij elkaar. Het allereerste object dat de mens maakte was een tas, een container om die verzamelde bessen, noten en vruchten in mee te kunnen nemen. Alles veranderde toen de mammoetjager op het toneel verscheen, compleet met speer, bloedvlekken op z’n kleren en sterke verhalen over offers en overwinning. Deze ‘held’ heeft met zijn plotgedreven, lineaire (denk: speer) en vaak gewelddadige narratief het podium bezet en niet meer prijsgegeven: ‘… how Cain fell on Abel and how the bomb fell on Nagasaki and how the burning jelly fell on the villagers and how the missiles will fall on the Evil Empire, and all the other steps in the Ascent of Man’, aldus Le Guin. Maar waar is die tas gebleven waar we dingen in stoppen die we belangrijk vinden, die we met zorg overhevelen in andere tassen en containers omdat het belangrijk is ze te koesteren, te bewaren, ze op te eten? De held met de speer heeft de aandacht van dat – minder spectaculaire – verhaal weggetrokken. Le Guin: ‘It is the story that makes the difference. It is the story that hid my humanity from me, the story the mammoth hunters told about bashing, thrusting, raping, killing, about the Hero.’ Humaniteit vind je in die tas, waarin narratieve elementen zich losser, minder dwingend tot elkaar verhouden. En de held? Die voelt zich niet thuis in onze tas, die wil een podium, een volgspot. Stop je een held in een tas, dan ziet-ie eruit als een konijn of een aardappel, zegt Le Guin. Geen helden, maar mensen zouden verhalen moeten bevolken.

LJ Roberts – Stormé at Stonewall, 2019. Light box installation (5 ft x 20 ft) composed of 14 light boxes with Duratrans prints and a four channel oscillator. Commissioned by The Brooklyn Museum for the exhibition Nobody Promised You Tomorrow: Art 50 Years After Stonewall (May 3, 2019–December 8, 2019). Permanent collection of the National Portrait Gallery, Smithsonian Institution, Washington, DC. Images from NPG installation courtesy of The National Portrait Gallery, Smithsonian Institution and Mark Gulezian.

Stonewall revisited

Terug naar het werk van Roberts. LJ lijkt het idee van Le Guin’s draagtas te omarmen en kijkt met een kritisch oog naar het ‘hero-gehalte’ van de moderne geschiedschrijving. Stonewall is een kantelpunt in queer history. Je hebt voor en na Stonewall. De rellen die in 1969 uitbraken na de zoveelste inval van de politie in gay-café Stonewall Inn in New York, worden gezien als het eerste fysieke verzet tegen de onderdrukking van homomannen, vrouwen en trans mensen. Maar uiteindelijk is het toch weer ‘de held’ die de boventoon voert in de verslaglegging. En als die ‘stenengooier op de barricade’ dan ook nog eens lijkt samen te vallen met de witte homoman krijgt Roberts daar een ongemakkelijk gevoel bij. Verzet is altijd meerlagig, veelkleurig en complex en nooit te reduceren tot het moment van de stenengooiende held. LJ duikt in de archieven, pelt het verhaal af en stuit op Stormé DeLarverie, een legendarische lesbische vrouw en drag king van kleur uit Louisiana. DeLarverie was performer en werkte daarnaast als uitsmijter bij notoire lesbische bars in New York. Stormé speelde een belangrijke rol in de aanloop naar de Stonewall-rellen. Toch komt ze in de verslaglegging van de riots niet voor. Roberts kopieert foto’s en tekst uit de New York Times, herschikt ze en combineert ze met beelden van DeLaverie’s leven en optredens. Haar verhaal ontvouwt zich op 14 lichtbakken die onregelmatig aan- en uitfloepen. Met deze flikkerende installatie Stormé at Stonewall wordt de geest van DeLaverie tot leven gewekt. Geen helden, maar mensen maken geschiedenis, moet Roberts gedacht hebben.

LJ Roberts – VanDykesTransDykesTransVanTransGrandmxDykesTransAmDentalDamDamn, 2014-2020. Yarn, leather, lace, upcycled bike inner tubes, metal studs, zippers, shoelaces, hacked Lite Brites, lurex, thread, 426,72 x 609,6 cm.

Hondenharen en campervans

Wie goed naar de lichtbakken kijkt ziet dat er hier en daar wat hondenharen zijn mee gekopieerd. Roberts’ leven en werk lopen door elkaar en daarmee wordt het leven werk en het werk leven. Honden Ziggy en Sparky gaan overal mee naartoe en dringen dus ook – in de vorm van uitgevallen haar – door in het werk. Ook deze (werk)houding past in het pleidooi van Le Guin: het leven zelf is het leidende verhaal. In dit geval trouwens niet vreemd als je bedenkt dat werken met textiel tijdrovend is. Aan het spetterende wandkleed met de onmogelijke titel VanDykesTransDykesTransVanTransGrandmxDykesTransAmDentalDamDamn heeft Roberts zes jaar gewerkt. Geen wonder dat je daar op slaapt, eet, leeft gedurende het maakproces. Los van de inhoud is het werk daarmee ook een afdruk van Roberts eigen leven. Het 6 bij 4 meter grote patchwork laat een campervan zien die verwijst naar een groep lesbische vrouwen in de Verenigde Staten die er eind jaren 1970 voor kozen om permanent rond te trekken in zelf verbouwde busjes. Om het idee van community – of zelfverkozen familie – te versterken, lieten alle vrouwen zich registreren met dezelfde achternaam: VanDyke. Het past in een romantische Amerikaanse traditie: on the road zijn, voor altijd onderweg tussen A en B, de weg als bestemming. Eerlijk is eerlijk, vaak was (en is) dit reizende bestaan vooral economisch gedreven. Wonen in een auto kan het enig overblijvende alternatief zijn als je de huur niet meer kunt betalen.

LJ Roberts – The Queer Houses of Brooklyn in the Three Towns of Breukelen, Boswyck, and Midwout during the 41st Year of the Stonewall Era (based on a 2010 drawing by Daniel Rosza Lang/Levitsky with 24 illustrations by Buzz Slutzky on printed pin-back buttons), 2011. Poly-fill, acrylic, rayon, Lurex, wool, polyester, cotton, lamé, sequins, and blended fabrics with printed pin-back buttons, 350,5 x 289,6 x 274,3 cm. Smithsonian American Art Museum, Gift of Elaine Reuben.

(On)zichtbaar

Het lijkt een constante in het werk van Roberts: het zichtbaar maken van het buiten beeld geraakte. Zo toont een ander wandwerk van LJ een kaart van Brooklyn met queer houses. Woongemeenschappen van queers, met vaak ook een culturele agenda. Het werk doet me denken aan een geheime kaart. Onder de radar, niet voor iedereen bedoeld. Maar ik denk ook – en ik schaam me voor deze gedachte – gevoelige informatie, zeker als die in verkeerde tijden in verkeerde handen valt. Misschien komt het doordat ik deze zomer een theaterbewerking van het cultboek The Faggots & Their Friends Between Revolutions van Larry Mitchell uit 1977 zag. Het is een snoeihard en toch ook grappig epos in sprookjesvorm gegoten. Het gaat over de eeuwige strijd tussen de faggots (flikkers) en hun vrienden (vrouwen) en de machtsbeluste heteroman.

Cover van The Faggots & Their Friends Between Revolutions.

Het is niet moeilijk om in deze laatste figuur de mammoetjager van Ursula Le Guin te herkennen. Een citaat om de toon en sfeer te proeven: ‘The lucky faggots live in the most beautiful places and make love in the most beautiful places and dance in the most beautiful places. Since the men are blind to beauty, they do not know that the lucky faggots live in the most beautiful places. And the lucky faggots do not tell them.’ De lering die we uit het verhaal kunnen trekken is: wees vindingrijk en veerkrachtig, wees zichtbaar en kleurrijk als het kan, wees onzichtbaar en grijs als het niet anders kan. Het nooit stoppende kat-en-muisspel tussen de heersende heteronormatieve mores en ongewenste misfits.

LJ Roberts – Frederick Weston, 2018. Borduursel op katoen, 14 x 11,7 cm.
LJ Roberts – Frederick Weston, 2018. Borduursel op katoen, 14 x 11,7 cm.

Tussen voor en achterkant

Helaas zijn de twee grote wandwerken die ik beschrijf niet op Unravel te zien. Maar wat dan wel? Er hangen op de tentoonstelling drie kleine borduurwerken van LJ Roberts op ansichtkaartformaat. Het zijn geborduurde versies van snapshots die Roberts van vrienden nam. Naast materialisaties van vriendschap tonen de borduursels vooral dagelijks queer leven. De portretten op straat tonen een leven dat in het teken staat van protest, van manifestatie: I am here, I am queer. Binnenshuis lijkt het leven van de afgebeelde mensen op dat van iedereen. Er wordt gekookt, gelachen, gehangen en geflirt met de camera. Zelf zegt Roberts over werken in textiel: ‘One of the central tenants of my practice is the belief that working in textiles mirrors the flexibility and resilience that often permeates queer and trans survival and thriving.’ Ik zie vooral een ontroerde, terloopse en liefdevolle blik, omgezet in duizenden vaardige, devote steken. Het werk is zo opgehangen dat zowel de voor- als de achterkant te zien is. De uitleg die daar vaak bij gegeven wordt vind ik nogal simplistisch: de voorkant toont het resultaat, de achterkant het proces. Nette borduursteken versus rommelige draden. Maar zijn we hier niet weer terug in het – toch wat benauwde – binaire denken? Natuurlijk heeft een borduurwerk een voor- en een achterkant, maar probeer je voor te stellen wat er gebeurt als die naald – steeds maar weer – door het katoen prikt waarop de steken worden vastgezet? Ik kan niet anders dan een tussenruimte, een in between tussen voor en achter zien. Een plek waar je, wellicht imaginair, kunt verblijven, de plek waar de vriendschap tussen Roberts en de afgebeelde personen zich daadwerkelijk bevindt. Dit is de tussenruimte die de Faggots & Their Friends zo listig en behoedzaam moeten bevechten. Dit is de tussenruimte die de eeuwig rondrijdende VanDykes bewoonden. Dit is de ruimte die LJ als non-binair persoon voor zichzelf heeft gemaakt. En ja, zitten we denkbeeldig niet ook in de tas van Ursula Le Guin? Een tas, een container, een tussenlaag waarin we de mens kunnen zijn die we willen zijn. Een plek waar niet de speer maar de draad het voor het zeggen heeft. Hier wil ik zijn.

De tentoonstelling Unravel – The Power and Politics of Textiles in Art is nog tot en met 5 januari 2025 te zien in het Stedelijk Museum Amsterdam.

#mc_embed_signup{ font:14px Riposte, sans-serif; font-weight: 200; } #mc_embed_signup h2 { font-size: 3.6rem; font-weight: 500 } #mc_embed_signup .button { border-radius: 15px; background: #000;} #mc_embed_signup /* Add your own Mailchimp form style overrides in your site stylesheet or in this style block. We recommend moving this block and the preceding CSS link to the HEAD of your HTML file. */

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht
Email formaat
(function($) {window.fnames = new Array(); window.ftypes = new Array();fnames[0]='EMAIL';ftypes[0]='email';fnames[1]='FNAME';ftypes[1]='text';fnames[2]='LNAME';ftypes[2]='text'; /* * Translated default messages for the $ validation plugin. * Locale: NL */ $.extend($.validator.messages, { required: "Dit is een verplicht veld.", remote: "Controleer dit veld.", email: "Vul hier een geldig e-mailadres in.", url: "Vul hier een geldige URL in.", date: "Vul hier een geldige datum in.", dateISO: "Vul hier een geldige datum in (ISO-formaat).", number: "Vul hier een geldig getal in.", digits: "Vul hier alleen getallen in.", creditcard: "Vul hier een geldig creditcardnummer in.", equalTo: "Vul hier dezelfde waarde in.", accept: "Vul hier een waarde in met een geldige extensie.", maxlength: $.validator.format("Vul hier maximaal {0} tekens in."), minlength: $.validator.format("Vul hier minimaal {0} tekens in."), rangelength: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1} tekens."), range: $.validator.format("Vul hier een waarde in van minimaal {0} en maximaal {1}."), max: $.validator.format("Vul hier een waarde in kleiner dan of gelijk aan {0}."), min: $.validator.format("Vul hier een waarde in groter dan of gelijk aan {0}.") });}(jQuery));var $mcj = jQuery.noConflict(true);

Meer Mister Motley?

Draag bij aan onze toekomstige verhalen en laat ons hedendaagse kunst van haar sokkel stoten

Nu niet, maar wellicht later