Jam van der Aa

Land zonder grenzen – neurodivergentie en ‘het systeem’

Interview
17 februari 2025

‘Het onvermogen of de moeilijkheid om in een systeem te passen omdat het als een te strakke jas je bewegingen belemmert, zal herkenbaar zijn voor veel neurodivergente personen. Sommige neurodivergenten vinden een ruimte, of een manier binnen een voor hun dwingende structuur, soms betreden ze een soort parallelle wereld, bijvoorbeeld de kunstwereld’, schrijft Jam van der Aa. In dit eerste artikel in haar reeks voor Land zonder grenzen gaat Jam in gesprek met kunstenaar Bo Stokkermans over hoe hij zijn weg vindt binnen de systemen van de (kunst)wereld.

Bo Stokkermans mailt me.
‘ik reageer donderdag even rustig. (ik heb het wel al gelezen, leuk de omgekeerde vragen). lieve groet en tot dan.’

Ik weet direct wat Bo bedoelt met omgekeerde vragen. Mijn verlangen om een interview anders aan te pakken komt voort uit mijn onvermogen om te voorzien hoe een interviewgesprek verloopt, om van tevoren al te weten wat ik zoek of zal vinden. Of, anders gezegd, welke samenhang er tussen de details eigenlijk bestaat. Hoofdzaken van bijzaken scheiden is niet mijn forté. Al helemaal niet als woorden alleen in de lucht hangen, zoals tijdens een gesprek.

Ik heb Bo vragen gesteld, hij heeft me zijn gedachten geschreven en al patronen ontwarend in Bo’s tekst heb ik voor dit artikel achteraf vragen bedacht om van interessante details een geheel te maken. Mijn verlangen om een interview op deze manier aan te pakken komt voort uit het feit dat ik écht wil begrijpen wat iemand zegt en omdat ik informatie bottum up verwerk.

‘ik vind het erg interessant dat de vragen achteraf als een guideline voor mijn antwoorden bestaan. soms vind ik het erg goed passen en soms voelt het alsof ik een beetje om de vraag heen praat. ik bedoel dat ik op sommige vragen volgens mij passender zou kunnen reageren. dit zit soms ook in het inkorten. ik denk dat mijn denken soms zo verweven is, dat wanneer een klein ding wegvalt, iets voor mij uit context voelt,’ mailt Bo me.

Bo Stokkermans – This Art Fair 2022. Foto: Hussel Zhu.

Ik herken in Bo’s e-mails het verlangen om duidelijke contexten te bieden, te verduidelijken, te zoeken, te dralen, om uit te wijden als iets ook heel erg de moeite waard is. Of omdat iets helder moet zijn voor we verder kunnen met de hoofdlijn. Ik ervaar verwantschap met die manier van denken en in onze e-mailuitwisselingen komt onder andere filosoof Gilles Deleuze naar voren. Ons gesprek voelt inderdaad als rizoom, een becoming, een groeiend netwerk van gevarieerde componenten zonder duidelijk begin en einde, waaruit omwille van deze tekst veel is weggesnoeid. En ook al lijkt taal een heel precies instrument, de taal is weerbarstig voor wie heel detailgericht denkt.

Hoe het begon
Ik herinner me dat het bijna zomervakantie was. Ik hoorde via gemeenschappelijk kennissen dat Bo gestopt was met de academie, omdat de academie hem belemmerde. Wauw, dacht ik, hoe durft hij dat?
‘Ik koos (…) om de onzekerheid, die een mogelijk onderdeel is van het postacademisch leven, alvast te omarmen,’ schrijft Bo in 2020 voor Mister Motley. ‘Zelf ervoer ik de academische structuur als een onbeweeglijk blok, waar de wensen van een enkele student weinig betekenen. Er waren nou eenmaal regels (…). Het zoeken naar de ruimte in deze structuren is voor zowel een student als docent een hele klus.’

Het onvermogen of de moeilijkheid om in een systeem te passen omdat het als een te strakke jas je bewegingen belemmert, zal herkenbaar zijn voor veel neurodivergente personen. Sommige neurodivergenten vinden een ruimte, of een manier binnen een voor hun dwingende structuur, soms betreden ze een soort parallelle wereld, bijvoorbeeld de kunstwereld. Anderen komen helemaal nooit tot bloei, omdat bijvoorbeeld het switchen tussen verschillende systemen te moeilijk is voor hen.
Nu is de kunstwereld enerzijds een plek waar je onbeschaamd jezelf moet zijn, een original, waar ‘bijzonder’ zijn eerder de regel dan de uitzondering is, maar aan de andere kant moet je toch aan allerlei onuitgesproken (taal)regels voldoen. Je moet je eigen vreemdheid kunnen vertalen in neurotypische of artistieke taal. Ik ben nieuwsgierig hoe Bo zijn weg vindt binnen de systemen, of infrastructuren, zoals hij het ook wel noemt in ons e-mailcontact.

Bo Stokkermans – Open Closet Archief in Jan Cunen Museum 2023-2024. Foto: Loek Blonk.
Bo Stokkermans – Open Closet Archief in Jan Cunen Museum 2023-2024. Foto: Loek Blonk.

Jam van der Aa

Wat is jouw affiniteit met het neurodivergente in relatie tot jouw kunstenaarschap?

los van of ik me ermee identificeer, is de term erg bevrijdend geweest. ik heb de verschillende vormen leren kennen als onproductieve ‘ziektebeelden’ die niet passen in klaslokalen, werkomgevingen of thuissituaties. zelf kan ik labels lastig vinden. een aantal jaar geleden kreeg ik de diagnose ‘post traumatische stress’. toen ik erover begon te lezen was het erg confronterend dat mijn idee van een eigen identiteit werd omschreven als iets dat het gevolg zou zijn van trauma. omdat deze nauw verbonden zijn belandde ik vanuit mijn onderzoek naar trauma langzaam in een algoritme van self-care en self-diagnosing van neurodiversiteit. ook hierin vind ik vaak een ‘toe-eigening’ van aspecten die zo fundamenteel voor mij en mijn makerschap voelen, dat het me in de war kan brengen. langzaam begin ik meer rust of zelfs warmte te vinden in het neurodivergente, maar het gaat duidelijk een diepe relatie aan met mijn persoonlijke en kunstenaarsidentiteit.

in 2023 presenteerde ik een overzicht van alle spullen in mijn leven (het archief) in het Jan Cunen Museum. deze maakte ik omdat ik een behoefte had te zien welke objecten zich allemaal aan mij hadden verbonden. voor de zaaltekst stelde ik een tekst voor waarin alle voornaamwoorden ‘hij’ werden vermeden. later werd ik in een artikel gedefinieerd als non-binaire persoon/kunstenaar. er lijkt een maatschappelijke behoefte om dingen te ‘formatteren’. volgens mij is er daarmee een diep verband tussen het non-binaire en het neurodiverse, namelijk een (soms ongrijpbaar en heel mooi) spectrum van mogelijkheden.

Zou je kunnen zeggen dat jouw pogingen om samen te vallen met jouw kunst een manier is van ontmaskeren [een term die in de neurodivergente community wordt gebruikt voor het bewust afleggen van gedrag waardoor je neurotypisch (genoeg) lijkt, zodat je meer in overeenstemming handelt met je neurodivergente zelf, red.]?

ik denk inderdaad dat het iets met ontmaskeren te maken heeft, zeker in de kunstcontext die bestaat uit veel ongeschreven regels, gedragingen en (zelfbevestigende) narratieven. ik denk alleen dat mijn positie vaker een poging is het ‘kunstenaarschap’ te ontmaskeren. het kunstenaarschap zie ik als een hoeveelheid eigenschappen. eigenschappen zoals experiment, esthetisering, representatie of het fantaseren over autonomie zijn volgens mij inherent menselijke eigenschappen welke nu toegeschreven worden aan de context van de kunst. de afgelopen jaren zijn de grenzen wel meer vertroebelt, daarmee wordt de kunst vooral toegankelijk voor andere contexten, zoals design of wetenschap. ik denk dat de eigenschappen vaak nog weg worden gehouden van het menselijke. ik droom regelmatig van een wereld waarin de kunst en de eigenschappen die we er nu aan toekennen zo veelomvattend worden, dat het niet meer bestaat als afzonderlijke context maar dat het een grondhouding is waar vanuit bewogen wordt.
ontoegankelijkheid [van de kunstwereld, red.] wordt zichtbaar in een opmerking als: ‘ik ben niet creatief’, of ‘ik kan niet tekenen’. deze ontoegankelijkheid is volgens mij diep verbonden met productief of doelgericht denken, iets waar de kunst (soms) aan mag ontsnappen, maar de mens blijkbaar niet.
in het kort probeer ik dus actief ‘mens te zijn’, maar ‘moet’ ik kunstenaar zijn om te overleven. ik geloof dat ik op dit moment juist het kunstenaarschap perform. de associatie met performen is vaak dat het niet echt zou zijn, maar ik perform als mens en niet als kunstenaar. daarmee is het geen representatie van iets waarnaar ik refereer, maar een presentatie van wat ik nu tijdelijk ben. institutionele camouflage [of aanpassing, red.] is verbonden met dit idee. uiteindelijk is het vooral een narratief/perspectief op de realiteit, zeker geen absolute waarheid.

Jij ging in een bakfiets wonen en werken toen je stopte met de academie, toch?

het leven vanuit de bakfiets is een tastbaar voorbeeld van hoe ik mijn makende keuzes voor me zie. ook nu mijn praktijk zich meer rondom tekenen/schilderen/objecten beweegt, gaat het voor mij om de performatieve keuze om dit te doen. het gebaar dat ik maak is voor mij de initiële artistieke daad, maar deze is niet altijd zichtbaar en dat wordt door de kunst niet altijd als ‘werk’ begrepen. vaak wordt er vooral op de uitkomst gefocust.
de externe presentatie van tastbare objecten, bijvoorbeeld de tekeningen, is sterk verbonden met het performen van kunstenaarschap om te overleven. daar zit van alles aan dat ik interessant vind, maar het kan soms extreem zelf-gecentreerd voelen. dit botst dan met hoe ik de mens of het ‘zelf’ ervaar, voor mij is dit niet een gesloten fenomeen. deleuze schetst dat de mens geen individu maar een dividu is, een woekerend ongekadreerd en onbegrensd wezen. naar mijn idee wisselen we constant uit, met invloeden van binnen en buitenaf. ik zie mijn kunstenaarschap/mijn mens-zijn als een wijze om bewust zo’n invloed te zijn.
het kunstenaarschap in de huidige infrastructuur wordt voor mij een institutionele en gesystematiseerde manier om een menselijke behoefte of noodzaak te vervullen. bij presentaties en interacties met instituten probeer ik daarom vooral op relationele interacties te focussen. soms bekijk ik mezelf dus als institutioneel gecamoufleerd, haha.

Mijzelf bekruipt bij het vaak gebruiken van de term ‘het systeem’ soms een soort conspiracy vibe. Hoe is dat voor jou?

ja, de term systeem is erg lastig. het heeft absoluut een conspiracy vibe. er zijn natuurlijk veel voorbeelden waarin samenzwering institutioneel plaatsvindt, maar persoonlijk geloof ik dat ‘het systeem’ vooral bestaat uit enkelingen die zonder vragen een specifieke taak uitvoeren. een soort fragmentatie van de realiteit, waarmee alle verantwoordelijkheden, de consequenties en een overzicht worden vertroebeld. ook binnen de kunst.

Bo Stokkermans – 3d printed painting system 2022-2025.

Zou je kunnen zeggen dat jij de infrastructuur van de kunstwereld als kunstenaar nodig hebt?

risk hazekamp [(hen/hun) beeldend kunstenaar, onderzoeker en art educator, red.] vroeg toen ik weer meer begon te tekenen of ik het systeem (de kunst) nodig had om te maken. ik antwoordde dat ik dit niet zo voelde. nog steeds niet. dit betekent niet dat het zich niet tot de kunstwereld verhoudt, het reageert absoluut op iets, meestal mijn eigen behoefte, gesteldheid of (kunst) geschiedenis. los daarvan denk ik dat het belangrijk is om te kijken wat een passende context is voor wat je maakt, dit is niet altijd automatisch de beeldende kunst. ik denk dat de zogenaamde onafhankelijkheid die ik daarin voel, delen van de infrastructuur soms overbodig maakt, toch probeer ik mijn hele inherente maakdrang op dit moment vooral in te zetten om bij te dragen aan een liefdevol en gezond ecosysteem van de beeldende kunst. niet voor het systeem zelf maar voor mensen die ervan afhankelijk zijn. op dit moment val ik daar zelf ook heel hard onder. want ondanks dat het niet voelt alsof ik het systeem nodig heb om te maken, heb ik het (op dit moment) wel nodig om te overleven.

Is maken een manier voor jou om grip te krijgen op het onvoorspelbare leven?

voor mij is het maken (in wat voor vorm dan ook) inderdaad een manier om grip te krijgen op het leven. de term maakbaarheid is erg belangrijk voor me. het voelt vaak of mensen ‘slachtoffer’ zijn van hun bestaan. daarmee bedoel ik dat er weinig eigenaarschap lijkt in hoe het leven vorm krijgt. ik denk dat dit gevoel van eigenaarschap een van de meest fundamentele menselijke krachten is. het gaat over een voorstellingsvermogen, zelfs wanneer deze niet correspondeert met de realiteit. ondanks dat ik niet denk dat iedereen kunstenaar is, denk ik wel dat iedereen toegang heeft tot dit eigenaarschap, het zit al in hele kleine keuzes.
toen mijn moeder besloot met haar leven te stoppen kon ik niets anders dan het verwerken van die informatie. zolang ik me herinner is tekenen een plek die veilig voor me voelt en het speelt een fundamentele rol in het beleven van ondragelijke situaties. in mijn rouwproces werd het een manier om te ontsnappen maar ook om energie op te wekken. de 3d printer heeft hier ook een belangrijke en ondersteunde rol in gespeeld, doordat deze het productieproces kon overnemen kon ik mezelf ‘cadeautjes’ geven. ik werd wakker, maakte een aantal digitale tekeningen, verdween eindeloos in series kijken en vijf uur later lagen er fysieke objecten voor me klaar. met de energie van het enthousiasme voor deze beelden kon ik dan bijvoorbeeld naar de winkel, koken of op andere manieren voor mezelf zorgen, dit proces herhaalde ik telkens. dit deed ik maandenlang en ook nu speelt het nog een belangrijke rol.

Hoe ga je nu verder?

het is erg interessant hoe het tekenen/schilderen en het samenwerken met de machines en de materialen zo’n fundamenteel ondersteunde en invloedrijke rol hebben ingenomen in mijn leven. daarbij is het overduidelijk dat de infrastructuur van de beeldende kunst het tekenen als uitingsvorm begrijpt. ik ben super dankbaar voor de aandacht die ik krijg, want ik teken heel graag en ik voel me ook op menselijk niveau ontzettend gewaardeerd. maar het blijft een zoektocht hoe een vorm in te vinden waarin het tekenen niet per ongeluk een functie wordt. ik voel duidelijk dat ik behoefte heb aan nieuwe bewegingen, maar de realiteit is ook dat er veel levensonderhoud nodig is. daarnaast moet ik nog steeds veel rusten en dus tekenen.

mijn volgende stap gaat altijd over behoefte, ik vind het een lastig idee dat een artistieke interesse lineair, homogeen en navolgbaar zou moeten zijn.

Bo eindigt een van zijn e-mails met een vraag, waarover ik al vaak zonder conclusie heb nagedacht. ‘denk jij dat er zoiets bestaat als neurodiversiteit en neurotypisch of is iedereen neurodivers,’ vraagt hij me. En al heen en weer e-mailend merk ik dat ik een soort kinship ervaar, die ik ervaar als ik met ‘mijn soort’ mensen ben.

‘ik verbind mezelf graag met het idee van kinship, het zit voor mij in de ‘gelijkgestemde’ en dit speelt volgens mij binnen het neurodivergente ook een grote rol. al zit er ook iets gevaarlijks in kinship. namelijk eerst voor jouw groep zorgen voordat de anderen geholpen worden. ik snap en ervaar de noodzaak tot het verkleinen van ‘de groep’, maar kinship gaat voor mij dus wel samen met iets onvoorwaardelijks en het erkenning van een algehele verbondenheid.’

Bo Stokkermans – it is part XVIII ..., 2020. Foto: Jochem van Laarhoven.
Advertenties

Ook adverteren op mistermotley.nl ? Stuur dan een mail naar advertenties@mistermotley.nl

Schrijf je in voor de nieuwsbrief

* verplicht