Land zonder grenzen: Cicaden zingen in hun eigen taal[1]
Jam van der Aa reflecteert op haar reeks artikelen die ze voor Land zonder grenzen schreef: ‘Wat als ik na alle gesprekken die ik met mensen heb gevoerd, alle dingen die ik erover heb gelezen het afgelopen jaar kan concluderen dat het vastleggen en overbrengen van verhalen in wezen een neurodivergente methode is?’ Cidaden zingen hun eigen taal is Jam’s slotessay in haar serie teksten over neurodivergentie en de kunstwereld. Ze verbindt onze notie van normatieve taal aan de mate van inleven. ‘Als ik heel erg eerlijk ben, verlang ik naar een gezamenlijke taal die voor ons allemaal even nieuw is.’
Land zonder grenzen: Kreupeltijd en de kunst van het relativeren
‘Kreupeltijd is een begrip dat gaat over de manieren waarop mensen met een beperking/chronische ziekte en neurodivergente mensen (de kreupelen, geuzennaam, red.) tijd en ruimte anders ervaren dan mensen zonder beperking. Het lijkt vaak of gezonde mensen vergeten dat we vroeg of laat allemaal in kreupeltijd zullen leven.’ In haar nieuwste bijdrage voor de reeks Land zonder grenzen verbindt Jam van der Aa het begrip kreupeltijd aan haar lezing van het boek De prullenbak heeft veel plezier aan mij van Thomas Heerma van Voss, waarin hij schrijvers op leeftijd interviewt over hun leven en loopbaan.
De brandende man rent
Lena van Tijen woonde in BOZAR, het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel, de performance POSSESSIVE USED AS DRINK (ME) – A LECTURE ON PRONOUNS in the form of 15 SONNETS van dichter en classicus Anne Carson bij. Het zette haar aan het denken over het prettig-ongrijpbare dat het lezen, interpreteren en vertalen van poëzie met zich meebrengt: ‘het gevoel dat begrip zich ergens achter mijn hoofd bevindt, op een paar meter afstand. En dat het, zodra ik omkijk, alweer verdwenen is.’
Opengesneden als een vis (voor Elsa Sahal)
In de rubriek Gevonden voorwerpen lichten Motley-auteurs een kunstwerk toe dat zij recent zijn tegenkomen. Maarten Buser zag eerder dit jaar Elsa Sahals indringende tentoonstelling Pool Dance in Musée La Piscine (Roubaix). Haar keramieken bleven maar in zijn hoofd rondspoken, wat leidde tot een reeks prozagedichten.
Zomertip: hoe het scherm van onze telefoons en laptops in een lachspiegel kan veranderen
Maurits de Bruijn las het ontluisterende Rejection van Tony Tulathimutte: ‘Rejection is geen subtiel boek. Het is, meer dan alles wat ik recentelijk las, een werk van nu. De tijdsgeest vloog me om de oren, en ik kan zeggen dat die er niet florissant uitzag. Deze mozaïekroman bestudeert hoe de moderne mens haar zelfbeeld optuigt op basis van de boeken die ze leest, de Instagram-accounts die ze volgt en het online discours dat daarbij hoort, op basis van de lof en haat die ze van anderen ontvangt, en hoe de mens zich volledig kan vastdraaien in dat idee van die ‘ik’.’
Zomertip: Vrouw ontmoet man, man blijkt doodeng – over Ik, de ander van Jante Wortel
Maurits de Bruijn las deze zomer de roman Ik, de ander van Jante Wortel. Dit relaas van een toxische relatie is beangstigend, en een leeservaring die ‘nazindert als verbrande schouders op een zonrijke dag’. ‘De lezer krijgt silhouetten voorgeschoteld, bijna geen volwaardige mensen. En juist het schimachtige dat die man en die vrouw behouden, oogst effect. Het maakt dat de lezer niet teveel kan oordelen, over klasse bijvoorbeeld, niet teveel verwachtingen kan loslaten, nauwelijks houvast krijgt.’
Raam van verwondering – over Ruimten rondom van Georges Perec
Op de kunstacademie krijgt Maurits de Bruijn het boek Ruimten rondom van Georges Perec aangereikt. Een ‘dagboek van een ruimtegebruiker’ waarin Perec een scala aan gedachten loslaat op het bed, de deur, het trappenhuis. Onze leefomgeving wordt constant opnieuw uitgevonden, stelt Perec op die eerste bladzijde, maar de ruimte wordt door ons nauwelijks bevraagd, of gelezen. ‘Want wat wij alledaagsheid noemen is niet vanzelfsprekend, maar ondoorzichtig: een vorm van blindheid, een soort verdoving.’
Land zonder grenzen: wat gebeurt er met iemand als je telkens bekeken maar niet gezien wordt?
Welke mate van ontoegankelijkheid ervaren mensen met een ‘lichamelijke’ beperking, mensen op leeftijd, ouders van opgroeiende kinderen en neurodivergente personen? Met Mira Thompson praten Maurits de Bruijn en Laure van den Hout over het belang van representatie, het vinden van woorden waar nog niet veel taal voor is, en actief werken aan een inclusievere en representatievere (kunst)wereld. ‘Ik kan er niet omheen dat anderen weten dat ik een beperking heb. Ik moet me er altijd toe verhouden, ook al heb ik daar niet altijd behoefte aan. Daar gaat ook veel van mijn werk over, over de blik en de betekenis en interpretaties die aan mensen met handicaps worden toegekend.’
Klotsende, spetterende, kolkende solidariteit
Aan de hand van haar eigen maakpraktijk en het boek Bodies of water van Astrida Neimanis onderzoekt Suzanne Dikker in dit essay of het mogelijk is om een materialiteit van het begrip solidariteit voor te stellen. ‘Solidariteit zou in dit scenario de rol aannemen van het zachte maar stevige smeermiddel dat ons in staat stelt onze eigen weg met en door elkaar te voelen.’
KUNST IS LANG: Sander Breure en Witte van Hulzen
Het duo Sander Breure en Witte van Hulzen maakt performatieve installaties, waarin het gedrag van de mens onder de loep wordt genomen: welke sociale conventies zijn er, hoe verschillen die per situatie en ruimte waarin je je bevindt, en als je uitzoomt: welke grotere maatschappelijke factoren sturen dat gedrag?
Iets dat gelijkenis kent met drilpudding – over verloop en verandering
Laure van den Hout zag de extatische film The Book of Flowers van Agnieszka Polska en werd gegrepen door parelachtige bloemknoppen en hallucinante meeldraden. Is het mogelijk om de biologische loop der dingen te veranderen, vraagt de voice-over van de film. En zo ja, wat zou daarvan de prijs zijn? Laure trekt een parallel met de onlangs verschenen film The Substance en schreef een kort essay over maakbaarheid en het hoofdpersonage dat de mens zich waant.
Zacht verzet – een wereld zonder held waarin de draad het voor het zeggen heeft
‘Geen helden maar mensen zouden verhalen moeten bevolken.’ Erik Wong ging naar aanleiding van de tentoonstelling Unravel in het Stedelijk Museum in Amsterdam in gesprek met kunstenaar LJ Roberts over het werken met textiel. In Zacht verzet onderzoekt hij het verhalende denken en houdt hij een wervelend betoog voor de tussenruimte. ‘Roberts omarmt het ambivalente, het non-binaire en koestert daarmee een tussenruimte. Een ruimte die hen voor zichzelf heeft gemaakt, bevochten heeft en die – zeker in deze gepolariseerde, binaire tijden – verdedigd moet worden.’
Een refrein om op te drijven – over de film RAFTS van Rory Pilgrim
Helena Julian zag de tentoonstelling van Rory Pilgrim in Landhuis Oud Amelisweerd en werd geraakt door het woord ‘courage’ op een in hout gegraveerde roeispaan, het woord ‘risk’ op een flinterdun plastic tasje met een plant erin en de zin ’taking the courage away from someone is a governmental crime’. Het deed haar nadenken over de drijvende kracht achter moed en wat er nodig is om die te laten vlotten.
KUNST IS LANG: Koen Hauser
xKoen Hauser is een zelfverklaard foto-alchemist. Door de combinatie van verschillende fotografische lagen en digitale bewerkingen, en door medewerking van kunstmatige intelligentie, maken zijn beelden een wereld zichtbaar die geen fysieke basis kent.












